Of is die terreur een explosie van machteloze woede over Israëls koloniale optreden, zoals de Palestijnse leiders en de vredesbewegingen beweren? Feit is dat de aanslagen door individuele Palestijnen, vaak tieners en jonge vrouwen, begonnen na het bezoek van minister Uri Ariel en andere ultrarechtse politici aan de Tempelberg, waar ze ostentatief in gebed verzonken. Deze provocatie hield twee boodschappen in. Een religieuze: er moet een eind komen aan de status-quo die bepaalt dat hier alleen moslims hun god mogen aanbidden. En een politieke: de Tempelberg is van de joden.
Een soortgelijke Tempelberg-provocatie door Ariel Sharon in 2000 was het sein voor de Tweede Intifada. Maar deze keer is het anders en waarschijnlijk ernstiger. Er staat nu geen organisatie achter de opstand, en de Palestijnse regering al helemaal niet. Onderhand weet ze immers dat geweld tot niets anders leidt dan tot veel groter tegengeweld. Ook nu weer zijn er veel meer Palestijnse dan Israëlische slachtoffers. Juist doordat de aanslagen het werk zijn van individuele daders staat de traditionele terreurbestrijding vrijwel machteloos.
De terreurgolf – of oplaaiende verzetsstrijd – lijkt een voorproefje te zijn van wat Israël te wachten staat nu de kolonisten een steeds grotere greep krijgen op de politiek, het leger, de politie en de geheime dienst. Door de bouw van almaar nieuwe nederzettingen in de Bezette Gebieden en de blokkade van iedere weg naar de vrede wordt een Palestijnse staat onmogelijk. Het ‘vredesproces’ is aan het afglijden naar een éénstaatoplossing. Hoe het ‘nieuwe’ Israël eruit gaat zien maken we nu al mee: religieus fanatisme, racisme en steeds meer uitbarstingen van Palestijns geweld, dat de Israëlische leiders over zichzelf hebben afgeroepen.
Er is maar één manier waarop Israël zijn verloedering kan tegenhouden: vrede sluiten met de Palestijnen. De internationale omstandigheden zijn daarvoor in lange tijd niet zo gunstig geweest als nu. Want voor het eerst is voor het gros van de soennitische moslimwereld Israël niet meer de belangrijkste vijand. Sterker nog, pragmatische Arabische heersers beginnen in Israël een bondgenoot te zien tegen de gemeenschappelijke vijanden: Islamitische Staat en het sjiitische Iran. De enige voorwaarde die ze Israël stellen is vrede sluiten met de Palestijnen. Maar zolang er in Jeruzalem een regering zonder visie zit, blijft die voorwaarde onvervulbaar.