
Voor de twaalfde keer wordt de Sonja Barend Award voor ‘beste tv-interview’ uitgereikt. Door de naamgeefster zelf, die niet in de jury zit. Op donderdag 22 oktober als onderdeel van De vooravond, dat dus niet alleen tijd en plaats van DWDD overnam (NPO 1, 19.00 uur) maar ook enkele tradities, waaronder dit aardige ritueel. Het zijn niet de minsten die wonnen: Janine Abbring, Kefah Allush, Twan Huys, Eva Jinek, Matthijs van Nieuwkerk, Jeroen Pauw (twee keer), Clairy Polak, Humberto Tan, Mariëlle Tweebeeke en Coen Verbraak. Hun gesprekspartners waren onder meer Karremans, Rijkman Groenink, Agema, Van der Laan, Azarkan, Van Uhm.
Oftewel van warm en inlevend (Allush met Van Uhm) tot scherp (Jinek met Azarkan). Er is een kernjury (dit jaar Maaike Bos – Trouw; Emma Curvers – de Volkskrant; Arjen Fortuin – NRC; Roy van Vilsteren – hoofdredacteur VARAgids, het blad dat de prijs initieerde) die een selectie van tien vraaggesprekken maakte. Daaruit kiezen zo een veertig recensenten, mediajournalisten en collega-interviewers elk een topdrie waaruit de winnaar voortkomt. Het zal u worst wezen, die procedure, maar zou het niet leuk zijn zelf voor de uitslag jurylid te spelen? De tien interviews zijn kant en klaar hier te vinden. Mocht u passen voor mijn flauwe jurysuggestie, dan kunt u ook gewoon gemiste gesprekken van favoriete gasten, interviewers of allebei inhalen. Die door een respectabel panel zijn uitgekozen.
Ach, jury’s in kunsten en ambachten wegen altijd het onweegbare. Ook hier. Een interview als kruisverhoor met een politicus is onvergelijkbaar met een gesprek met een kunstenaar waarin het gaat om het leren kennen van diens inspiratiebronnen, drijfveren en oeuvre. Een gelijkwaardig kaatsgesprek is iets totaal anders dan een gesprek waarin de journalist zich vooral dienstbaar maakt aan maximale ontplooiing van de gast (dat is niet spectaculair maar kan zeker knap zijn). Maar extra complicatie bij beoordeling van een interviewer is het aandeel van de geïnterviewde: een fascinerend, informatief, ontroerend gesprek kan vaak voor een groot deel op het conto van de ‘gast’ geschreven worden. Een matige interviewer kan de mazzel van een geweldige gesprekspartner hebben. Hoe dat te onderscheiden? Probeer zelf.
Wie zijn de kandidaten dit jaar? In volgorde van de site van de VARAgids.
- Antoinette Hertsenberg met de woordvoerder van Thuisbezorgd, Joris Wilton, over de betrouwbaarheid van de aanbevelingen op hun site. Radar, AVROTROS.
- Tijs van den Brink met Theo Maassen over ‘geloven’. Adieu God?, EO.
- Hugo Logtenberg met Sigrid Kaag over het handelsverdrag met Canada, een eventueel leiderschap van D66 en over de kinderen van gevangen IS-strijdsters. Buitenhof, VPRO, BNNVARA, AVROTROS.
- Matthijs van Nieuwkerk met Selma van de Perre (97) over jodenvervolging, verzet, Ravensbrück en de activiteiten om haar ervaringen door te geven aan jongere generaties. De wereld draait door, BNNVARA.
- Adriaan van Dis met Yuval Noah Harari over zijn boek Homo Deus en dus over komende ontwikkelingen door algoritmes en biotechnologie. Hier is … Adriaan van Dis, onderdeel van DWDD, BNNVARA.
- Danny Ghosen met Nelson (zonder gebruik van achternaam) over pedofilie, pedoseksualiteit en een op te richten partij die kinderen (en dus volwassenen) meer ruimte daartoe wil bieden. Danny op straat, NTR.
- Jeroen Wollaars met viroloog Marion Koopmans over de strategie van groepsimmuniteit, die aanvankelijk als optie werd gezien. Nieuwsuur, NOS, NTR.
- Coen Verbraak met oud-Dutchbatters, onder wie soldaat Liesbeth Beukeboom, over de tragedie van Srebrenica en de ernstige psychische gevolgen die dat voor een deel van de uitgezondenen had en heeft. Srebrenica – de machteloze missie van Dutchbat, BNNVARA.
- Joris Linssen met een Amerikaanse moeder die haar dochter, begin twintig, opwacht op Schiphol nadat ze elkaar sinds de vroege jeugd van het meisje niet meer gezien hebben. Dit als gevolg van drugsproblemen van de moeder. Hello Goodbye, KRO-NCRV.
- Eva Jinek met Henk Krol over al dan niet vermeend gesjoemel van Krol met declaraties in zijn tijd bij 50Plus. Jinek, KRO-NCRV.
Als recensent mocht ik meedoen en dus ervoer ik opnieuw hoe lastig het is onvergelijkbaars te vergelijken. Met mijn voorkeuren ga ik u niet voor de voeten lopen. Wel wat opmerkingen. Eva Jinek, eerder bekroond dankzij Azarkan, die ze alle hoeken van de studio liet zien (al eiste hij na de Barend-bekroning de helft van de eer op want ‘it takes two to tango!’), is nu weer kandidaat voor een verwant gevecht. Deze keer wordt Henk Krol (die van de paling in een emmer neusslijm) vastgezet, maar die blijft, net als Azarkan trouwens, zelfs op de grond doorgaan met rookgordijntjes en drogredeneringen. Grootste Jinek-verdienste vond ik eigenlijk dat de immer charmant grappende Krol tot de intimiderende razernij wordt gebracht die achter de façade schuilt en die zonder camera ongetwijfeld vast deel van het pakket is.
Linssens gesprek met de Amerikaanse is verbluffend. Wat bezielt iemand een Mea Maxima Culpa uit te spreken ten overstaan van een wildvreemde met cameraman? Misschien is het toch juist dat ‘wildvreemde’, zoals je op reis iemand kunt ontmoeten die je meer vertelt dan een goede vriend, juist omdat je hem/haar nooit meer zult zien. Maar ja, honderdduizenden kijken mee. Of is dat gewenning aan bekentenistelevisie, in haar land minstens zo aanwezig als hier? Wat me wel verbaast is dat de kernjury in de motivatie voor deze keus Schiphol ‘een onmogelijke plek’ noemt. Onmogelijk zeker, maar toch niet voor het vinden van Grote Emoties? Als er televisie had bestaan in de eerste helft van de twintigste eeuw, dan hadden de camera’s op de kades van de Holland-Amerikalijn, van Hamburg, Bremen, Liverpool, Genua of op Ellis Island moeten staan. Had je moeten horen en zien!
Verbraaks drieluik over Dutchbat is een aangrijpend document over recente vaderlandse geschiedenis. Verplichte lesstof. Door interviewfragmenten als puzzelstukjes lastig te vergelijken met één-op-één-gesprekken, maar de combinatie van gesprek en montage vormt juist de kracht.
Wollaars’ gesprek met Koopmans is een voorbeeld van beschaafde vakkunde. Goed opgebouwd naar schokkende conclusies over groepsimmuniteit, die een lockdown dichterbij bracht.
Danny Ghosen floreert op letterlijk en figuurlijk duistere plekken. Hij spreekt in Danny op straat mensen die je liever niet zou zien of horen: huurmoordenaars, drillrappers. Een mirakel dat ze hem te woord staan, zij het vaak met vervormde stem en in vermomming. Ze doen dat omdat hij (ik citeer de kernjury) ‘ze beloont met begrip zonder dat hij ze de illusie geeft dat hij hun standpunt deelt’. Ook in dit gesprek over pedofilie, met een jongeman die zich overigens niet vermomde, krijgt de geïnterviewde alle ruimte zonder dat Ghosen aflaat hem te confronteren met absurditeiten en bizarre veronderstellingen in zijn redeneringen.
Adriaan van Dis met Harari is een klassieker en als inhaaltelevisie aan te bevelen. Van Dis is nog even goed als toen hij de wereld in 1983 verblufte in gesprek met Hugo Claus en Charlotte Mutsaers. Harari is de ideale leraar, staande op een bergtop, verleden, heden en toekomst overziend. Hier is de gast zo uitzonderlijk dat de interviewer er niet toe lijkt te doen. Wat uiteraard niet het geval is.
Hetzelfde (inhaaltelevisie, uitzonderlijke gast en schijnbaar onbelangrijke vragensteller) geldt voor Matthijs van Nieuwkerk met Selma van de Perre. Hulde ook omdat DWDD de formule van korte gesprekken met meerdere gasten, plus zang en dans tussendoor, achterwege liet.
Hugo Logtenberg is uitstekend en vasthoudend in zijn gesprek met Kaag. In het deel over de IS-kinderen drukte hij lang op een pijnpunt: Kaag, die het kabinetsbeleid verdedigt maar voorheen als privépersoon en in andere functies vond dat Nederland wel degelijk verantwoordelijkheid draagt. Ze houdt als heuse politica stand, wat curieus genoeg zijn eerdere bewering ontkracht dat zij minder geschikt zou zijn voor het politieke handwerk van alledag.
Tijs van den Brink met Theo Maassen over het geloof: lache man, natuurlijk. Zeker als Maassen homoseksualiteit koppelt aan het klimaatprobleem en overbevolking: hetero’s fokken als konijnen en zouden dus van torens moeten worden gegooid. Maar veel meer dan lache: elke keer weer als ik Van den Brink zie (tot mijn schande vooral als hij voorgedragen wordt voor deze prijs) verbaas ik me over diens openheid, grenzend aan kwetsbaarheid; zijn vermogen tot luisteren; verdraagzaamheid; nieuwsgierigheid en gebrek aan drammerigheid. Zo anders dan de EO lang was en deels nog is.
Is er ten slotte Antoinette Hertsenberg, onmisbare schrik van de firma’s leugen en bedrog inzake consumentenzaken. Wie daar als voorlichter komt is gek of lijdt aan een hevige vorm van zelfoverschatting. De man van Thuisbezorgd had een plaat voor de kop, anders was hij wenend weggesneld. Hertsenberg had een vracht bewijsmateriaal op beeld, maar is daarna onovertroffen in het weerleggen van gesproken halve waarheden, sluipwegen, verbloemend jargon en leugens. Het woord vakvrouw lijkt voor haar bedacht.
Enfin, volgens mij echt leuk om eens zelf een winnaar aan te wijzen, samen met hooguit drie gasten in tijden van al dan niet intelligente lockdown.