Bezetting van de kolenoverslag OBA in Amsterdam, 2017 © Laura Ponchel / Citizens for Climate

Wat doe je als de fundamenten van het leven stukje bij beetje lijken af te brokkelen. Als klimatologen vaststellen dat we slechts twaalf jaar hebben om de ontwrichting van het klimaat te voorkomen. Als ecologen waarschuwen dat één miljoen plant- en diersoorten met uitsterven worden bedreigd. Als je ziet dat we, in weerwil van alle internationale afspraken, ieder jaar méér CO2 de lucht in pompen. Als je merkt dat politici economische groei belangrijker vinden dan de levens van toekomstige generaties en dat we, ondanks het onophoudelijke gelobby van milieuclubs, nog steeds op ramkoers liggen. Als er een kans bestaat dat de aarde zo erg opwarmt dat het nog maar de vraag is of de menselijke beschaving het überhaupt overleeft.

Dan loop je met een spandoek een druk kruispunt op om het verkeer plat te leggen, lijm je jezelf vast aan het gebouw van Shell, spring je in de gracht op het moment dat de koning langs loopt, of verschijn je in ontbloot bovenlijf op de publiekstribune van het Lagerhuis. Dat is althans de strategie van Extinction Rebellion, de burgerbeweging die afgelopen april tijdens de zelfverklaarde ‘rebellenweken’ het publieke leven in verschillende landen ontregelde om zo aandacht te vragen voor de almaar groeiende klimaatcrisis. Als netjes demonstreren geen effect heeft, dan wordt het tijd voor brutalere acties, vinden zij.

‘Het was niet alsof ik het klimaatprobleem ontkende’, zegt Miriam (33) in een Amsterdams café. ‘Maar ik vertrouwde erop dat onze instituties uiteindelijk met oplossingen zouden komen. Zelf probeerde ik een steentje bij te dragen door ethisch te consumeren, petities te ondertekenen en te doneren aan ngo’s. Dat was alles wat ik als burger kon doen, dacht ik…’ Haar vertrouwen in de bestaande instituties is ze inmiddels volledig kwijtgeraakt. Nu wil Miriam niet met haar achternaam in het blad, omdat ze deelneemt aan acties waarvoor ze gearresteerd kan worden. Op Koningsdag stond ze op de kade om het spandoek uit te rollen – ‘Welkom in Amersfoort aan zee’ – terwijl haar mede-activisten in de gracht sprongen. Het is dat er niet genoeg zwemvesten waren, anders was ze zelf ook het water in gegaan.

Als publiciteit een graadmeter is, was de actie een groot succes: de camera’s van de nos brachten alles vol in beeld en de dagen daarop vroegen verschillende media zich hardop af wie Extinction Rebellion is en wat ze wil. Het waren exact de vragen die Miriam zich een paar maanden eerder ook had gesteld. Op Facebook had ze filmpjes gezien van een actie op Downing Street, waarbij de demonstranten het ‘bloed’ van toekomstige generaties – een mengsel van siroop, water, bloem en biologisch afbreekbare kleurstof – door de straten lieten vloeien. De performance was dramatisch, maar ook vrolijk. Het viel Miriam op dat de mensen die eraan deelnamen niet de usual suspects waren. Er waren jonge kinderen bij, opa’s en oma’s – geen stereotiepe activisten.

Toch was haar scepsis niet volledig verdwenen toen ze begin dit jaar de informatie-avond van Extinction Rebellion Nederland bezocht. Voor Miriam, in het dagelijks leven werkzaam als universitair docent, was het een compleet nieuwe wereld: ervaring met actievoeren had ze niet. Wat waren dit voor mensen? Waren ze radicaal? Gewelddadig? Ze verwachtte een stel verbeten militanten, maar tot haar verbazing trof ze mensen met wie ze onmiddellijk op dezelfde golflengte zat. ‘Ik vond hun argumenten overtuigend, ze waren ontzettend goed georganiseerd en hadden overal over nagedacht. Dat gaf me vertrouwen.’

Extinction Rebellion (XR) ontstond eind vorig jaar in het Verenigd Koninkrijk, toen een stel academici en actievoerders samenkwamen om twee fundamentele vragen te beantwoorden: hoe kan het dat er maar niets gebeurt? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat er wél iets gebeurt? De campagnes van de traditionele milieuorganisaties schieten te kort, concludeerden ze: er wordt al dertig jaar gemarcheerd, geprotesteerd en gepraat, maar ondertussen blijft de concentratie CO2 in de atmosfeer stijgen. De klimaatbeweging heeft een nieuwe impuls nodig, een volgende stap.

Inmiddels heeft XR afdelingen in 28 landen en vele duizenden actieve aanhangers – al blijft het moeilijk om vast te stellen hoeveel mensen zich precies hebben aangesloten, omdat het een decentrale organisatie is zonder ledenstructuur. De klimaatrebellen zijn te herkennen aan het extinction symbol, een cirkel met daarin een zandloper, om nog maar eens te onderstrepen dat de tijd dringt. Ze wisten direct de aandacht te trekken met massale die-ins, waarbij demonstranten ‘dood’ neervielen op stations, pleinen of in winkelcentra. En XR is niet de enige club die overgaat tot radicalere vormen van protest. In Nederland zijn er steeds meer klimaatactivisten, verspreid over verschillende en deels overlappende groepen, die bereid zijn tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Ze verstoren aandeelhoudersvergaderingen, bezetten kolenmijnen en blokkeren wegen.

Dat is gerechtvaardigd omdat we ons volgens hen in een noodtoestand bevinden. En nood breekt wet. Wie het nieuws een beetje volgt, snapt dat we inderdaad behoorlijk diep in de penarie zitten. Een zeespiegel die tegen het einde van de eeuw met twee meter gestegen kan zijn. Het verbreken van een CO2-record dat dateert uit de tijd dat er nog bomen op de Zuidpool groeiden. De biodiversiteit die razendsnel achteruit holt door toedoen van de mens. ‘Als we doorgaan op het huidige pad ziet de toekomst voor onze soort er somber uit’, schreven 94 wetenschappers uit verschillende disciplines in een publieke steunbetuiging aan de XR-protesten.

Voor de Britse krant The Guardian was het reden om het stijlboek aan te passen: in plaats van ‘klimaatverandering’ zal het in de berichtgeving voortaan gaan over ‘klimaatcrisis’. Want dat is waarmee we geconfronteerd worden, weet ook journalist David Wallace-Wells, die onlangs het boek De onbewoonbare aarde publiceerde. In die bestseller beschrijft hij in angstaanjagende details hoe onze toekomst op een opwarmende planeet eruit kan zien. We mogen de alarmerende activisten niet wegwuiven als hysterische gekkies, schrijft hij, want ‘in dit geval zijn de feiten hysterisch’.

Op aandringen van de klimaatrebellen riep het parlement in Groot-Brittannië een climate emergency uit, al blijft dat vooral een symbolisch gebaar zolang het niet gepaard gaat met ambitieuzer beleid. Extinction Rebellion wil dat de CO2-uitstoot van welvarende landen als het VK en Nederland al in 2025 is teruggebracht tot nul – ruim 25 jaar eerder dan de huidige doelstellingen. ‘We vragen wat noodzakelijk is, niet wat haalbaar is’, zegt Miriam stellig. ‘Er zijn revolutionaire veranderingen nodig, want met stapsgewijze verandering gaan we het niet redden. Ik vind revoluties ook eng, in veel gevallen zou ik de voorkeur geven aan graduele verbetering. Maar in deze situatie schiet dat te kort. Radicale ingrepen zijn de enige realistische optie.’

Om die revolutionaire veranderingen te realiseren moet volgens Extinction Rebellion het hele politieke systeem op de schop. Het liefst zou XR het klimaatbeleid volledig overlaten aan een vergadering van ‘gewone burgers’ die, in tegenstelling tot het ‘corrupte’ parlement, hun oren niet laten hangen naar de belangen van de fossiele industrie. ‘Aanvankelijk had ik wat moeite met dit idee’, erkent Miriam. ‘Ik was altijd een groot fan van representatieve democratie. Maar bij klimaatverandering ligt het anders. Dat vergt een langetermijnvisie die bij veel politici ontbreekt. Overheden durven geen radicale maatregelen te treffen, omdat ze bang zijn voor een electorale afstraffing. Een comité van burgers, die niet worden gekozen maar geloot, heeft het voordeel dat ze zich daar geen zorgen om hoeft te maken. Zij hebben slechts één taak: voorkomen dat we uitsterven.’

‘In veel gevallen zou ik de voorkeur geven aan graduele verbetering. Maar radicale ingrepen zijn de enige realistische optie’

Dat bedoelt ze letterlijk, want net als veel andere klimaatrebellen ziet Miriam dit als een strijd om leven en dood. Niet alleen talloze dieren, ook de menselijke soort wordt met uitsterven bedreigd, geloven de XR-activisten. Afgezien van een paar doemprofeten zullen de meeste klimaatwetenschappers dit soort uitspraken waarschijnlijk overtrokken vinden. Er zijn weliswaar worst case scenarios die voorspellen dat de gemiddelde mondiale temperatuur de komende eeuwen met zes graden kan stijgen waardoor grote delen van de planeet onbewoonbaar worden, maar het einde van de mensheid is voorlopig nog niet in zicht.

Niet dat de meer ‘gematigde’ overzichtsrapporten van het klimaatpanel van de Verenigde Naties geruststellend zijn. Hittestress. Overstromingen. Voedselschaarste. Massale migratie. Oorlog. De exacte gevolgen laten zich moeilijk voorspellen, maar dat ons een hoop ellende te wachten staat als de fossiele economie op volle toeren blijft draaien staat buiten kijf. Alleen: hoe stop je zo’n geoliede machine?

Demonstrant van de geweldloze protestgroep Extinction Rebellion tijdens een klimaatprotest in Londen, 2019 © Matt Dunham / AP /HH

November 2017. Aan de rand van een weiland ergens in het Ruhrgebied staat Egbert Born oog in oog met de Duitse politie. De agenten hebben zich opgesteld in een strakke formatie, wapenstokken in de aanslag, blaffende herdershonden aan de lijn. Als de menigte door de verdedigingslinie heen probeert te breken komt de pepperspray te voorschijn. Her en der worden mensen tegen de grond gewerkt en in de boeien geslagen. Vanuit zijn ooghoek ziet Born hoe een politiepaard over een arrestant heen dendert. Maar hij weet de charge te ontwijken en bereikt zijn bestemming: de bruinkolenmijn van energiegigant rwe.

Sinds 2015 is het een jaarlijks terugkerend tafereel: duizenden klimaatactivisten uit heel Europa die, gehuld in witte poncho’s, samenkomen in het Rijnland om daar kolenmijnen plat te leggen, terwijl de ordetroepen hen, meestal tevergeefs, proberen af te stoppen. ‘Tijdens onze actie in 2016 wisten we de kolencentrale van Vattenfall bijna volledig plat te leggen. Dat is toch gaaf!’ zegt Born, een vijftiger met een vaalblauw T-shirt en lang bruin haar dat grijs wordt bij de slapen.

Op een zonovergoten terras in Amsterdam-Oost vertelt hij hoe hij het activisme in rolde. ‘Dit is relatief nieuw voor mij. Ik ben niet iemand die al zijn hele leven actie voert.’ De ommekeer kwam toen hij zich zo’n vijf jaar geleden in klimaatverandering begon te verdiepen: ‘De wetenschappelijke inzichten waren zoveel alarmerender dan de berichten die ik uit de media vernam. In de kranten en op tv was het vaak een enerzijds-anderzijds-verhaal, alsof wetenschappers er nog niet uit waren. Ik ontdekte dat het allemaal stukken erger was dan ik dacht. Vanaf dat moment kon ik niet meer doen alsof ik van niets wist.’ De eerste keer dat hij meedeed aan een actie was tijdens de klimaattop in Parijs, eind 2015. De sfeer in de Franse hoofdstad was gespannen. Het was een paar weken na de terroristische aanslag op Le Bataclan en de regering had de noodtoestand uitgeroepen. De beveiliging op het conferentiecentrum werd opgeschroefd en openbare demonstraties werden afgelast. Voor veel klimaatactivisten voelde het als een poging om hun de mond te snoeren, zegt Born. ‘Wij zijn toch geen terroristen. Wij wilden vreedzaam demonstreren.’ Op de laatste dag van de conferentie gingen meer dan tienduizend klimaatactivisten alsnog de straat op, begeleid door zwaarbewapende oproerpolitie.

Het protest maakte diepe indruk op Born en eenmaal terug uit Parijs werd hij actief binnen de Nederlandse klimaatbeweging. Hij was een van de initiatiefnemers van Code Rood, een burgercollectief dat de strijd aanbindt met de fossiele industrie. Tijdens de meest recente aandeelhoudersvergadering van Shell verkondigden de actievoerders van Code Rood luidkeels dat dit, als het aan hun ligt, de laatste keer is dat het bedrijf deze bijeenkomst organiseert. Waar een deel van de klimaatbeweging Shell, middels protesten of rechtszaken, probeert te verleiden tot een groenere koers wil Code Rood het bedrijf met de grond gelijk maken. Shell must fall! is hun strijdkreet.

Die compromisloze houding is kenmerkend voor Code Rood, dat net als Extinction Rebellion inzet op burgerlijke ongehoorzaamheid. In Groningen bezette de actiegroep vorige week het gebouw van de Gasunie, uit woede over de gaswinning in Slochteren. En in 2017 organiseerde Code Rood voor het eerst een Nederlandse variant van Ende Gelände met een blokkade van de kolenoverslag in de Amsterdamse haven. Het besluit om de wet te overtreden nam Born niet lichtzinnig: ‘Het is geen kleinigheid, daar heb ik goed over moeten nadenken. Maar uiteindelijk vind ik het klimaatprobleem belangrijk genoeg. Een actie moet voor mij aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet een duidelijk doel hebben, het moet geweldloos zijn en de juridische gevolgen moeten goed in kaart zijn gebracht.’

Rechtssocioloog Kees Schuyt gaf in zijn proefschrift uit 1972 een soortgelijke definitie van burgerlijke ongehoorzaamheid: acties zijn illegaal, gewetensvol en geweldloos; er bestaat een samenhang tussen de actievorm en de doelstelling; de actievoerders gaan weloverwogen en openlijk te werk en zijn bereid zich te laten arresteren en vervolgen; legale middelen zijn uitgeput en de rechten van anderen worden zo veel mogelijk in acht genomen. ‘Burgerlijke ongehoorzaamheid wordt ondernomen in een poging om de openbare mening en officiële percepties over wat wel en wat niet juist en legitiem is te veranderen’, schrijft hij in Recht, orde en burgerlijke ongehoorzaamheid.

Martin Luther King en Mahatma Gandhi gingen de geschiedenisboeken in als helden, omdat ze vreedzaam verzet pleegden, geboren uit een morele verontwaardiging. Dat onderscheidt hen van criminelen en revolutionairen, schrijft Schuyt. Criminelen hebben geen nobele bedoelingen met hun illegale daden en revolutionairen willen een complete omverwerping van het systeem, zo nodig met behulp van grof geweld. Terwijl geweldloze demonstranten de legitimiteit van het rechtssysteem erkennen, maar doelbewust specifieke wetten overtreden om de rechtvaardigheid ervan ter discussie te stellen. In het geval van de klimaatactivisten gaat het over de legitimiteit van de fossiele industrie. Dat energiemaatschappijen straffeloos kunnen doorgaan met het oppompen van olie of het opgraven van kolen is volgens hen het bewijs dat onze wetten aan herziening toe zijn.

‘We worden nog wel eens afgeschilderd als mensen die het leuk vinden om te rellen, maar dat is echt onzin’, zegt Hanneke van Code Rood. ‘Ten eerste: we rellen niet, we protesteren. En we doen dit niet voor ons plezier, maar uit noodzaak. De wet overtreden is legitiem, want deze bedrijven zijn zo schadelijk dat het illegitiem is dat de wet hen beschermt.’ Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan, merkte Hanneke toen ze deelnam aan de blokkade van de kolenoverslag in de Amsterdamse haven. ‘Rationeel kon ik mijn beslissing prima rechtvaardigen, maar emotioneel was het ingewikkelder’, vertelt ze in een koffiezaak op Utrecht Centraal. ‘Je groeit op in een samenleving die gebouwd is op het idee dat burgers zich aan de wet dienen te houden. Dat heb je volledig geïnternaliseerd. Het was bijna een identiteitskwestie: ben ik iemand die de wet breekt? Het was een drempel in mijn hoofd waar ik me overheen moest zetten. Daar hebben we het binnen de beweging ook veel met elkaar over. Voor iedere actie leggen we duidelijk uit wat de risico’s zijn en vragen we hoe ver mensen willen gaan. Deelnemers moeten zich bewust zijn van de mogelijke consequenties.’

‘We hebben geprobeerd om netjes te vragen of ze willen ophouden met het verwoesten van de planeet, maar het heeft niet geholpen’

Na enig intern beraad zette Hanneke de stap over de mentale drempel en marcheerde ze samen met honderden medeactivisten naar de kolenoverslag, voortgestuwd door de opzwepende beat van drummers (‘ik begrijp nu waarom legers drumbands hadden’). Ze knipten een hek door en bezetten het terrein. De enorme zwarte kolenbergen maakten de fossiele economie in één klap tastbaar, zegt Hanneke: ‘Ik realiseerde me plots wat een on-ge-loof-lijk zware strijd dit is. Ik ben nu drie keer naar Ende Gelände geweest en daar merk je helemaal hoe machtig het fossiele systeem is. Je voelt je echt een nietig mensje. Het is bijna onvoorstelbaar hoeveel er moet veranderen. Daar kan ik soms moedeloos van worden.’
Als tegengif voor die moedeloosheid kijken de klimaatrebellen graag naar voorbeelden uit het verleden. Naar bewegingen die eveneens een zware strijd voerden en uiteindelijk, tegen alle verwachtingen in, als winnaar uit die strijd kwamen en ervoor zorgden dat de wereld een betere plek werd. Neem de suffragettes, die net zo lang bleven demonstreren totdat vrouwen kiesrecht kregen. Of kijk naar Rosa Parks, ook een ‘nietig mensje’ dat in verzet kwam tegen een onrechtvaardig systeem en eigenhandig de Amerikaanse burgerrechtenbeweging een beslissende zet gaf.

‘Die radicale manier van denken, rebellerend tegen de status quo, is altijd de bron van vooruitgang geweest’, schrijft Eva Rovers in Practivisme. In dat boekje, met als ondertitel Een handboek voor heimelijke rebellen, geeft Rovers praktische tips voor mensen die de wereld willen veranderen (‘koester je woede’) en gaat in op de filosofie van de opstand. Opstandigheid is volgens haar een middel om te ontsnappen aan de wanhoop die een mens kan overvallen wanneer hij geconfronteerd wordt met diepgeworteld onrecht. Hoe kun je nu in je eentje een systeemverandering teweegbrengen? Door samen met gelijkgestemden een vuist te maken, luidt het antwoord van Rovers.

Al heeft niet iedere collectieve opstand evenveel kans op succes. Acht jaar geleden ontbrandden overal ter wereld Occupy-protesten, aangewakkerd door mensen die pleinen bezetten en droomden van een andere wereld. Zij waren de 99 procent en wilden een einde maken aan het kapitalisme dat enkel werkte voor de één procent. Maar zonder heldere agenda bloedden de demonstraties na een tijdje dood en kwam er van de gedroomde systeemverandering weinig terecht. De les die hieruit getrokken kan worden, schrijft Rovers, is dat een goede voorbereiding en een helder plan cruciaal zijn.

De klimaatrebellen hebben die les ter harte genomen: Extinction Rebellion heeft een uitgekiende routekaart voor politieke verandering, vertelt Miriam. ‘Bij burgerlijke-ongehoorzaamheidsacties kan de overheid twee dingen doen: ze kan de demonstranten hun gang laten gaan, maar dan zullen alleen maar meer mensen zich aansluiten. Of ze kan het protest onderdrukken, maar dat zorgt voor media-aandacht en meer sympathie voor de actievoerders. We brengen de overheid in een onhoudbare positie. Uiteindelijk zal ze zich gedwongen voelen om met ons te onderhandelen.’

Anticiperend op dat scenario heeft XR alvast een wensenlijst geformuleerd. De actiegroep wil dat de overheid de waarheid vertelt over klimaatverandering, dat wil zeggen: erkennen dat we in een klimatologische noodtoestand verkeren. De CO2-uitstoot moet in 2025 tot nul zijn gereduceerd (ter vergelijking: de Nederlandse klimaatwet stelt als doel dat de broeikasgasemissies in 2030 met 49 procent zijn teruggebracht ten opzichte van 1990). En er moet een ‘Burger-Kamer’ komen die toeziet op de implementatie van een ‘Deltaplan Klimaat’ en zorgt dat de transitie rechtvaardig verloopt. Dat laatste is de meest ingewikkelde eis, vindt Miriam. ‘Extinction Rebellion wil zich nadrukkelijk niet verbinden aan een politieke partij en probeert de links-rechts-tegenstelling volgens mij juist te overstijgen. De eerste drie eisen zijn vrij concreet, maar een begrip als “rechtvaardigheid” is natuurlijk aan interpretatie onderhevig.’

Aangezien de overheid de enige is die deze eisen kan inwilligen, richt XR haar pijlen uitsluitend op politici: zij hebben de morele verplichting om zorg te dragen voor de bevolking en de macht om wetten uit te vaardigen die olie en kolen in de grond houden. De activisten van Code Rood kiezen een andere strategie: zij zien de fossiele industrie als de vijand van de planeet, die met hand en tand bevochten moet worden. ‘Natuurlijk hebben we niet de illusie dat het probleem opgelost is als we één steenkolencentrale platleggen, maar we richten de schijnwerpers wel op de vervuilers’, zegt Hanneke. ‘Zo willen we het debat op scherp stellen. We hebben geprobeerd om netjes te vragen of ze willen ophouden met het verwoesten van de planeet, maar het heeft niet geholpen. Nu zeggen we: tot hier en niet verder. Ja, de strijd verhardt.’

Gendarmenmarkt, Berlijn, 27 april. Extinction Rebellion-demonstranten houden zich voor dood © Christoph Soeder / dpa / AFP / ANP

Die verharding baart veiligheidsdiensten zorgen, want wat gebeurt er als politici en directeuren doof blijven? Nu zijn de acties nog vrolijk en vreedzaam, maar wat is de volgende stap in het radicaliserende klimaatprotest? In het meest recente dreigingsbeeld signaleert de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat er de afgelopen tijd ‘veel actie wordt gevoerd om zorgen over het milieu kracht bij te zetten. Vaak ging het daarbij om activisme, maar soms ook om buitenwettelijke vormen van protest.’ Vooral de situatie in Groningen, waar Code Rood samenwerkt met boze gedupeerden van de nam, wordt nauw gemonitord. Eind vorig jaar vertelde een oud-aivd-analist in Dagblad van het Noorden dat zijn voormalig werkgever waakzaam is voor extremistische milieuclubs rondom het ‘aardgasdossier’. Ook zegt een aantal klimaatactivisten dat een inlichtingentak van de politie hen heeft geprobeerd te werven als informant.

De activisten die ik sprak voor dit stuk zijn er stellig over: geweld is voor hen uit den boze, de actieconsensus van zowel Code Rood en Extinction Rebellion laat daar geen twijfel over bestaan. Ook zien ze geen aanwijzingen dat mensen in de klimaatbeweging daar anders over denken. Toch wil Hanneke gewelddadige acties niet bij voorbaat principieel veroordelen. ‘In de Tweede Wereldoorlog gebruikte het verzet ook geweld. Nu vinden we dat allemaal logisch, maar destijds waren er vast genoeg mensen die daar anders over dachten. Het is niet zo zwart-wit. Ik kan me bijvoorbeeld best voorstellen dat lokale actiegroepen in Nigeria uit protest pijpleidingen van Shell vernietigen. Is dat gewelddadig? Ik zou het zelf niet doen, maar ik ga het niet veroordelen.’

Ook socioloog Kees Schuyt vindt vreedzame acties niet per definitie ethischer dan gewelddadige. ‘Er is geen absolute grens te trekken tussen geweldloosheid en geweld in de zin dat de eerste “goed” en de laatste “slecht” zou zijn’, schrijft hij in Recht, orde en burgerlijke ongehoorzaamheid. Toch geeft hij redenen waarom vreedzaam verzet doorgaans de voorkeur verdient. Zo ‘houdt geweldloosheid het gesprek open’, heeft het ‘tactische voordelen’ en kan het gebruik van geweld leiden tot een negatieve spiraal die ‘de grens van humaniteit naar beneden verlegt’.

Misschien nog wel het belangrijkste argument voor geweldloosheid is dat het simpelweg een stuk effectiever is dan een gewelddadige opstand. In hun artikel Why Civil Resistance Works analyseren onderzoekers Erica Chenoweth en Maria J. Stephan meer dan driehonderd conflicten tussen 1900 en 2006. Vreedzaam protest is veel vaker succesvol, luidt hun conclusie. Dat komt doordat ‘gewone’ burgers sneller geneigd zijn om zich aan te sluiten bij geweldloze acties. En hoe groter het draagvlak, hoe groter de druk op de overheid. Niemand zal bovendien gek opkijken als ordetroepen een gewelddadig protest met harde hand de kop in drukken, maar hardhandig optreden tegen vreedzame betogers kan juist averechts werken.

Vooralsnog blijven de confrontaties in Nederland behoorlijk beschaafd. Iedere actie van Extinction Rebellion wordt vooraf met de politie kortgesloten en ook Code Rood is niet uit op een fysieke veldslag. Toch belandde Egbert Born drie jaar geleden na een bezetting van de Amsterdamse kolenterminal in de cel. Hij werd dezelfde avond al weer vrijgelaten, maar twee jaar later viel er opeens een brief op de deurmat. De zaak werd geseponeerd, las hij, maar wel op voorwaarde dat hij zich twee jaar lang niet schuldig zou maken ‘aan enig strafbaar feit’. Ook mocht hij zich niet ‘op enige andere wijze misdragen’.

‘Wat houdt dat in hemelsnaam in?’ zegt Born. ‘Het voelde alsof ze mijn demonstratierecht wilden inperken. Waarom komen ze anders met zo’n vage voorwaarde?’ Met hulp van juridisch collectief Pilp ging hij in beroep en werd hij in het gelijk gesteld. ‘Gelukkig maar’, zegt Born, want hij is voorlopig nog niet klaar met demonstreren en heeft zich ook aangesloten bij Extinction Rebellion. ‘We hebben telkens nieuwe manieren nodig om de aandacht te trekken voor het klimaat. Er gebeurt nog steeds te weinig. Als de overheid wil voorkomen dat het protest escaleert, moet ze gewoon aan de bak met serieus klimaatbeleid.’


De naam van Hanneke is gefingeerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend, evenals de achternaam van Miriam