
Een groep bevriende Londenaren – een gezin, een stelletje en een alleenstaande – besluit een lang augustusweekend door te brengen in een oude molen langs de kust van Norfolk. Wat volgt zijn taferelen die doen denken aan de ongemakkelijke Dogma-film Festen van Thomas Vinterberg. Er komt van alles ter sprake, van jeugdtrauma’s tot geheime verlangens. Tegen het einde van de tragikomische roman Bank Holiday Monday van Henry Sutton heft een van de hoofdpersonages een glas wijn. ‘Well cheers everyone’, zegt hij ironisch, ‘to Bank Holidays.’ Hierop mompelt een ander personage: ‘Bank Holidays…’
Er is geen vakantiedag ter wereld met een slechter imago dan de Bank Holiday. Afgezien van de Kerst- en Paasdagen genieten de Engelsen drie zogeheten bankvakanties: de Early May Bank Holiday, de Spring Bank Holiday (eind mei, rond ons Pinksteren) en de Summer Bank Holiday (eind augustus). ‘Genieten’ is een groot woord, getuige veel voorkomende krantenkoppen als ‘Bank Holiday to bring huge jams’, ‘Torrent rain during Bank Holiday’ en ‘Train strike on Bank Holiday’. Met andere woorden, als het niet regent staan er wel files of staken de spoorwegen.
De Bank Holiday is wettelijk vastgelegd in de hoogtijdagen van het Victoriaanse tijdperk, om precies te zijn in 1871. Het is het geesteskind van de sociaal-liberale politicus, bankier en cricketliefhebber John Lubbock, een verre voorvader van het enige boeddhistische Hogerhuislid, Eric Lubbock. Deze vooruitstrevende Victoriaan was van mening dat bankklerken wat meer vrije dagen moesten hebben, al was het maar om zijn lievelingssport te beoefenen of te bekijken. Voor 1834 waren er liefst 33 feestdagen, maar omdat er hard gewerkt moest worden bleven er vier over: Allerheiligen, Kerstmis, Goede Vrijdag en May Day, dat voor de opkomst van het socialisme een heidens volksfeest was.
Voortaan zouden de banken op Paas- en Pinkstermaandag sluiten, alsmede een maandag in augustus. Critici spraken over georganiseerde luiheid en wezen erop dat het grote aantal vrije dagen, bedoeld om het gepeupel koest te houden, had geleid tot de val van het Romeinse Rijk. Het Britse wereldrijk zou eveneens uiteenvallen, maar daar hebben die paar extra vrije dagen weinig mee te maken. In zijn hilarische boek Cream Teas, Traffic Jams and Sunburn: Yhe Great British Holiday wijst Brian Viner erop dat de Amerikanen aan de vooravond van wat ‘de Amerikaanse Eeuw’ zou worden een weekend van twee dagen invoerden. De Britten volgden rap.
In het Verenigd Koninkrijk profiteerden vooral badplaatsen als Margate, Blackpool en Brighton van de ‘St Lubbock’s Days’. Er ontstond een nieuw fenomeen: de Bank Holiday Romance. Flaneren over de boulevard, happen in een suikerspin en een vluchtige kus op de kop van de pier. De besteding van deze extra vrije dag zou voortaan het tijdsgewricht weerspiegelen. Zo was het strand van Brighton tijdens de Bank Holidays begin jaren zestig het decor van veldslagen tussen rivaliserende jongeren, de mods en de rockers. Rond dezelfde tijd ontstond het Notting Hill Carnival, een van oorsprong Jamaicaans straatfeest dat is uitgegroeid tot het hoogtepunt van de nazomerse Bank Holiday.
De populariteit van de auto heeft ertoe bijgedragen dat de Bank Holiday symbool kwam te staan voor misère, met name op de wegen van en naar de kust. ‘Er is eigenlijk niets aangenaams aan een Bank Holiday-file’, schrijft de publicist Viner, ‘maar het is bij de Engelse manier van leven gaan horen, net als de klokslag van Big Ben, vlapoeder van Bird, Coronation Street en de afscheidsscène van de film Brief Encounter, en daardoor heeft het onvermijdelijk iets geruststellends. Het maakt deel uit van ons landschap.’
Kenmerkend zijn ook de lichtelijk excentrieke evenementen tijdens de Bank Holidays. Van het heuvelopwaarts sjouwen van zware wolzakken in Tetbury tot een voetbalwedstrijd in het ondiepe Windrush-riviertje in Bourton-on-the-Water. Een hoogtepunt is de jacht op een ronde kaas die de steile Cooper’s Hill, Gloucestershire, af dendert. Het is sinds enkele jaren een ‘illegale’ wedstrijd, omdat de autoriteiten het te gevaarlijk achten. De deelnemers wijzen echter op hun onvervreemdbare recht om op een dag waarop de banken gesloten zijn achter een Double Gloucester aan te hollen.
Maar hoeveel van die kaasrenners kennen de naam John Lubbock nog? De Bank Holidays zijn een anachronisme geworden in een maatschappij die van God los is en waarin werknemers recht op vakantie hebben. Wie weet waar Pinksteren voor staat? De Early May Bank Holiday is ook betekenisloos geworden. In 1978 had de Labour-regering bepaald dat 1 mei, de Internationale Dag van de Arbeid, een vrije dag moest worden. De eerste editie viel inderdaad op 1 mei – het regende die dag – maar de werkgevers bepaalden dat het voortaan de eerste maandag zou zijn. Immers, wanneer 1 mei toevallig op een donderdag valt, neemt men die vrijdag ook vrij.
In The Daily Telegraph pleitte de commentator Philip Johnston ervoor om die Early May Bank Holiday weer naar voren te schuiven, naar 23 april, de verjaardag van de nationale beschermheilige Joris. Anders dan de Nederlanders, de Amerikanen, de Fransen, de Ieren en de Schotten hebben de Engelsen geen nationale feestdag. Het is immers ongemanierd om een feest voor jezelf te organiseren en bovendien is Engeland nooit bezet geweest, zodat er geen reden is om een bevrijdingsdag te vieren. Nog altijd is de animo om op 23 april, eventueel in combinatie met de verjaardag van de koningin (20 april), feest te vieren uiterst gering. Goede wijn behoeft geen krans.
De Bank Holidays zijn oefeningen in stoïcisme. In de file staan, de enkel verstuiken tijdens de kazenjacht, picknicken in de druilerige regen, bezoekjes aan schoonfamilie, meubelboulevard, dat soort dingen. Keep calm and carry on, luidt het devies. Maar voor hoe lang? De Bank Holidays dreigen te verwateren en het gevaar komt, hoe kan het ook anders, uit commerciële hoek. Ten bate van een betere dienstverlening openden NatWest en Barclays in mei van dit jaar hun deuren tijdens de Bank Holidays, voor het eerst sinds 1871. Het zal het begin van het einde vormen van een anachronisme waarmee de Engelsen een haat-liefde-verhouding koesteren. Net als met hun banken.
Beeld: (1) Poster van het Britse ministerie van Informatie in 1939