We need to talk about Jesse. Het laatste seizoen van Breaking Bad is net op dvd verschenen, ik heb alles weer voor de tweede keer teruggezien en ik ben nog steeds niet klaar met de belangrijkste vraag in de hele serie: hoe zit het nou tussen Jesse en Walt? Wat willen die twee nu van elkaar? Ziet Walt Jesse als een zoon, ziet Jesse Walt als de vader die hij nooit gehad heeft? Waarom steunt Jesse Walt zo lang, terwijl Walt zo duidelijk niets geeft om Jesse’s belangen?

(Het is moeilijk voor te stellen dat u echt niet weet waar Vince Gilligan’ Breaking Bad over gaat, aangezien het een van de meest in het oog springende tv-series van de laatste vijf jaar was, maar oké, in een notendop: bij een slungelige scheikundeleraar in Albuquerque, New Mexico wordt longkanker ontdekt en om de kosten van de chemotherapie te kunnen betalen sluit hij, Walter White, zich aan bij een oud-leerling die hij toevallig tegen het lijf loopt, Jesse, en helpt hem crystal meth te brouwen – iets waar hij zo goed in blijkt dat hij prompt uitgegroeid tot een enorme drugslord, terwijl hij dit voor zijn gezin en zijn schoonbroer Hank, een politieagent, probeert geheim te houden.)

Het zijn, voor mij, de belangrijkste vragen van de serie omdat Jesse meer dan wie ook het emotionele centrum van Breaking Bad was, veel meer dan Walt. Walt was altijd de schijnbeweging van de makers, de valstrik: elke kijker begint met sympathie voor de slungelige Walt, die ongetwijfeld doet wat hij doet voor zijn familie. Maar als de afleveringen voorbij gaan ontdek je dat hij alle moorden en alle drugsdeals niet voor zijn familie doet, hij kan er niet mee ophouden, zijn plannen worden steeds groter – de onvermijdelijke conclusie is dat Walt geen liefhebbende vader was die door omstandigheden vreselijke dingen moest doen, maar dat die rol van liefhebbende vader nooit zijn meest echte ik was, dat hij zichzelf pas vond in de rol van drugslegende Heisenberg (zijn nom de guerre) – het maakte van Breaking Bad een van de zeldzame series waarbij je als kijker je uiteindelijk tegen de hoofdpersoon keert, iets wat bijvoorbeeld bij The Sopranos nooit gebeurde. Tony Soprano was wat hij was, vanaf de eerste aflevering. Walter White voel je als kijker langzaam bij je vandaan glijden, de schaduwen in.

Jesse was al die tijd Walters portret van Dorian Gray – de stoere, I-don’t-care-high-school-dropout, maar Jesse is uiteindelijk de echte kindervriend, de echte familieman, de enige persoon die mentaal aan de uitspattingen van Walt onderdoor gaat, zijn wroeging voelt en zijn schuldcomplex op zich neemt. Jesse komt juist uit de schaduwen, het licht in.

En dus zat ik over vooral Jesse na te denken, toen ik de allerlaatste aflevering weer keek. Al vlug in de aflevering zit een klein poëtisch fragment: in een zonverlichte kamer werkt Jesse aan een kistje, hij schaaft het hout, hij wrijft er liefdevol over. Het is warm, iemand die iets maakt waar hij van houdt – en vervolgens wordt Jesse weer uit zijn droom gerukt en zit hij vast aan een ketting in het laboratorium (Walt heeft Jesse meegegeven aan een groep neonazi’s die hem als een slaaf gebruiken om de hoge kwaliteit meth te koken die Walt hem heeft geleerd). Het is een verwijzing naar een eerdere aflevering, uit seizoen drie, waarin Jesse bij een praatgroep van drugsverslaafden vertelt over een handvaardigheidsvak dat hij volgde op school. Hij kreeg de opdracht een houten kistje te bouwen, vertelt hij, dus dat deed hij zo snel mogelijk, zodat hij dan de rest van de lessen kon spijbelen. ‘Is dat het beste dat je kan?’ zei de docent. Yeah bitch, dacht Jesse, dus geef me mijn zes min zodat ik met mijn vrienden kan gaan blowen. Maar Jesse dacht er nog eens over na, en begon een tweede kistje, en een derde, en een vierde, net zo lang totdat hij het allermooiste in zijn handen had wat hij ooit had gemaakt:

‘I built it out of Peruvian walnut with inlaid zebrawood. It was fitted with pegs, no screws. I sanded it for days, until it was smooth as glass. Then I rubbed all the wood with tung oil so it was rich and dark. It even smelled good. You know, you put nose in it and breathed in, it was… it was perfect.’

(Het is ook grappig hoe die kleine scène eindigt. De therapeut vraagt wat hij met het kistje heeft gedaan, Jesse zegt dat hij het aan zijn moeder heeft gegeven, de therapeut zegt dat het nooit te laat is, dat hij zich voor cursussen kan opgeven op de universiteit, waarop Jesse ineen bits zegt dat hij het kistje helemaal niet aan zijn moeder heeft gegeven, maar het heeft geruild voor wiet – ik kies ervoor dat laatste niet te geloven; volgens mij zegt Jesse het alleen omdat hij opeens schrikt van hoe eerlijk en kwetsbaar hij was, en vlug over wiet begint om weer stoer te doen, zijn pantser omhoog. Enfin.)

Ik denk dat dat kistje datgene was dat Jesse aan Walt bond: Jesse maakte zijn middelbare school niet af, belandde in de drugswereld waarin hij nooit de alpha man was. Totdat hij Walt opnieuw ontmoette, die van hem de meest getalenteerde crystal meth-kok van de VS maakte. ‘Apply yourself’, zegt Walter in een van de eerste seizoenen tegen zijn leerlingen. Pas jezelf toe, verspil je tijd niet, doe er iets mee. Via Walt kan Jesse zichzelf ‘toepassen’ zoals hij het nergens anders zou kunnen, via Walt kan Jesse iets uit de kan halen zoals hij dat sinds het kistje niet meer heeft gedaan.

Breaking Bad is een serie van causaliteit, zoals dat hoort bij scheikunde: alles heeft gevolgen. Jesse betaalt de prijs voor zijn talent. Het is hartverscheurend. Het is onvergetelijke tv.


Seizoen 5 (deel 2) van Breaking Bad is net verschenen op dvd, € 34,99

Beeld: Aaron Paul als Jesse Pinkman en Bryan Cranston als Walter White in Breaking Bad (AMC).