
Niets is moeilijker dan uitleggen waarom iets saai is. Saai is ultiem subjectief. Saaiheid is, net als schoonheid, ‘in the eye of the beholder’. Bij wat voor mij de meest spectaculaire Zomergasten-aflevering ooit zou kunnen zijn, zouden alsnog mensen ongetwijfeld ‘Zzzzzzzomergasten’ twitteren.
Maar een programma als Zomergasten kent een getrapte formule die elke vorm van saaiheid zou moeten ondervangen. Ongeacht de gast, ongeacht de fragmenten – en ongeacht de kijker. De gast kiest tv-clips uit die hij/zij geweldig vindt of vreselijk, die hem/haar inspireren of doen gruwelen, die hem (etc) herinneren aan iets dat hij (inderdaad) ooit had of hoopt ooit te hebben. Mocht je die fragmenten saai vinden, dan is het aan de interviewer om dieper te graven, ervoor te zorgen dat de van tevoren bedachte anekdotes openbreken en er een levendig gesprek ontstaat waarbij de gast meer van zichzelf laat zien dan hij/zij misschien zou willen. Maar wat nu als er bij de gast niets te graven valt? En wat nu als de gast fragmenten toont die niets noemenswaardigs bij hem losmaken?
De gast deze week was een zij: Saskia Noort, thrillerauteur, de meest succesvolle die we in Nederland hebben rondlopen. Wat mij altijd voor Noort heeft ingenomen, is de nuchterheid waarmee ze in interviews over haar eigen werk spreekt. Nee, ze maakt geen hoogstaande literatuur, en ja, ze werkt inderdaad binnen een format. En daar is ze heel goed in. De paar keer dat ze bij tv-programma’s in een debat belandde over ‘echte literatuur’ versus ‘commerciële romans’ (waarbij zij de tweede categorie vertegenwoordigde) was ze ruimhartig; niet geborneerd dat ze niet bij de eerste categorie hoorde, maar ook niet geborneerd over het feit dat zoveel literaire maar commercieel miskende schrijvers haar wegzetten als plat en commercieel. Ze maakte wat ze maakte, vond je het mooi, prima; zo niet, dan niet. Het is een nuchterheid die mij aansprak omdat zoveel schrijvers met een pathetiek over het schrijverschap spreken die ze niet waarmaken. Alsof het een hogere roeping is, alsof het altijd alleen maar een lijdensweg is, die altijd tot een diepere waarheid zal leiden.
Maar die nuchterheid is een gevaar, blijkt nu, wanneer het op Zomergasten aankomt. Noort schrijft nu eenmaal het soort commerciële lectuur waar inhoudelijk al niet heel diepgravend over te discussiëren valt; en ze is vervolgens heel nuchter over haar schrijverschap, waardoor ook dat onderwerp geen dieper gesprek oplevert. Veel hing dus af van haar fragmenten en de verhalen die die bij haar losmaakten. En daar werd het pijnlijk. Een beetje alsof je naar een meester kijkt die een leerling ondervraagt die zijn huiswerk niet heeft gedaan. Interviewer Wilfried de Jong deed zijn best en Saskia Noort was sympathiek, maar nergens kreeg je het idee dat ze ooit daadwerkelijk was meegesleept door de fragmenten die ze liet zien. Het leek alsof het fragmenten waren die ze louter als mediaconsument tot zich had genomen, fragmenten die aansloten bij wie ze was en bij wat ze zelf maakte, maar niet fragmenten die haar leven hadden veranderd, haar anders over dingen hadden doen nadenken, of haar enorm geïnspireerd hadden om een specifiek boek te schrijven. Tenminste, zo legde ze het niet uit.
Ze liet een fragment zien uit Kijken in de ziel, waarin psychiaters over angst spraken; een interview met Ferdi E. die vertelde dat hij Gerrit Jan Heijn dan wel vermoord had, maar het ‘te privé’ vond daarna door diens kleding te gaan; een nieuwsitem over de geflipte ontvangst van Bret Easton Ellis’ American Psycho; een deel van een portret van John Irving, die schrijven met worstelen vergeleek; een scène uit Capote, waarin de beroemde schrijver Truman Capote van de eerste non-fictie-misdaadroman op bezoek ging bij de moordenaars in zijn boek.
Na elk fragment viel een korte stilte; nergens had Noort automatisch een verhaal bij. Ze zei gefascineerd te zijn door ‘de slechte kant van ons mensen’, maar bij Ferdi E. had ze weinig méér op te merken dan dat ‘dit toch echt wel een psychopaat was’ (ik zou hebben ingezoomd op het wel vermoorden, maar niet door z’n spullen willen gaan; zo’n fijn menselijk detail dat je als fictieschrijver niet snel zou kunnen verzinnen). Toen Wilfried aan haar vroeg of ze bijvoorbeeld wel eens een moordenaar als research in de gevangenis had opgezocht, zoals Capote, zei ze Nee. Ze had eigenlijk amper contact met misdadigers gehad, om daarna haar opmerking over slechte mensen tegen te spreken en te zeggen dat ze meer in slachtoffers geïnteresseerd was. Nu is die tegenstrijdigheid geen probleem (heel menselijk), maar waarom dan een fragment van Capote laten zien?
Het dieptepunt was een stuk uit een documentaire over de totstandkoming van Fleetwood Mac’s Rumours. Noorts enige toevoeging: ‘Lekkere plaat.’
Had Wilfried het beter kunnen doen? Misschien. Hij begon niet of nauwelijks over haar werk, terwijl sommige fragmenten dicht tegen onderwerpen in haar romans aan zaten. Wie weet, het had een breekijzer kunnen zijn. Nu bleef hij te veel hopen op een anekdote die er niet kwam, een inzicht dat uitbleef.
Net als ik. Ik had niet het idee dat ik na drie uur Saskia Noort beter had leren kennen, een inzicht had gehoord dat ik zelf niet had kunnen bedenken, of een fragment had gezien dat een nieuwe deur naar haar boeken had geopend. Ik vond het saai. Maar saaiheid is subjectief, zo zeggen ook de kijkcijfers; Saskia Noort zorgde voor de best bekeken aflevering tot nu toe.