
Zowel The New York Times als The Guardian publiceerde de laatste maanden essays over dat ‘de nerds heersen in onze cultuur’. Tussen ons en de medemens is een beeldscherm komen te staan. Fysieke uitstraling is irrelevant geworden nu iedereen zijn imago opbouwt op Facebook. We ontmoeten onze liefdes niet in de kroeg, maar op Tinder. Over meningen wordt niet heftig gedebatteerd, maar ze worden op Twitter geponeerd. Menselijk toeval wordt verdreven door de wetmatigheid van algoritmes. En bovendien, liefhebberijen die als typisch ‘nerds’ bekendstaan leveren al jaren de best bezochte bioscoopfilms op. De nerds hebben gewonnen.
In de Zomergasten van afgelopen zondag werd een vriendelijk sarcastisch filmpje van ene Vi Hart getoond, zo’n nerd die het dagelijkse toeval niet verdroeg. In dit geval: de ananas waar tekenfilmfiguur Spongebob Squarepants in woont klopte niet met een echte ananas, want de lijnen op een echte ananas zijn een Fibonaccireeks (1-1-2-3-5-8-13, et cetera) en die van Spongebob heeft dat niet. Vindt u zulke wiskundige fouten niet onverantwoordelijk? vroeg Hart de cartoonmakers spottend.
Nerds dus. Ze zijn de dominante partij geworden. En dus was het niet meer dan normaal dat Wilfried de Jong (hij had weer zijn diepgroene jasje aan, aah wat een mooi jasje is dat toch) na een half uurtje aan zijn Zomergast Ionica Smeets, wiskundemeisje, vroeg ‘Ben je een nerd?’
Dat was ze. Of tenminste, ze vertelde dat ze op haar zestiende al een eigen website had, wat op de middelbare school zeker het definitieve bewijs van het nerd-zijn is. Wat haar geen nerd-volgens-het-hardnekkige-cliché maakt was dat Ionica geen beeldscherm nodig heeft om contact te maken. Ze zat te stralen aan tafel, sprak enthousiast met een permanente glimlach. In volzinnen nog wel, met af en toe een ‘weetjewel’ tussendoor om op adem te komen.
Mijn eerste vraag was waarschijnlijk ‘Wie heet er nou in godsnaam “Ionica”?’ geweest, want daar moet toch een verhaal achter zitten. Of hoe het was op de middelbare school, als enige meisje met een wiskundeknobbel. Maar Wilfried werd niet heel persoonlijk; hij liet haar enthousiasme voor logica de vrije loop en dat pakte prima uit.
In zekere zin voldeed ze aan de verwachtingen die je bij een nerd kunt hebben, in de betekenis van: bijna alle fragmenten die ze toonde gingen over het verdrijven van toeval. Over patronen zien in alles wat willekeur lijkt. Of het nu een liedje van cabaretier Kees Torn was waarbij het publiek het laatste woord moest raden (steeds de Engelse vertaling van het één-na-laatste woord), of een BBC-documentaire over de werking van priemgetallen. Ionica toonde zich geobsedeerd door raadsels. Of liever: door oplossingen. Met dingen ‘die nu zo zijn en dat over duizend jaar nog steeds zo zijn’.
Daarmee zijn bèta’s – we zullen de komende jaren er ongetwijfeld meer meemaken in dit programma – in hun essentie andere Zomergasten dan de gebruikelijke, de filosofen, de schrijvers, kunstenaars, acteurs, mensen die scheppen en interpreteren, die ergens meer vrijblijvend over willen nadenken. Nerds willen weten. Voor mij maakte dat de avond soms meer leerzaam dan inspirerend: geregeld werd een fragment getoond dat eindigde met een pasklare conclusie. Het nodigde niet altijd uit om verder over door te denken. Al kon die zoektocht naar die conclusie dan wel weer spannend zijn.
Het gekke is, dat als ik dat zo opschrijf, ik mezelf nu achteraf ineens kritischer vind dan toen ik het keek en geen moment verveeld was. Door Ionica’s charme, haar enthousiasme, haar all round kennis. En pit ook, toen het erover ging hoezeer bèta’s een dedain meemaken van alfa’s, die elke dag gebruik maken van het werk van bèta’s maar er toch niets van willen weten. Alsof we met ‘intellectuelen’ altijd filosofen bedoelen en nooit eens wiskundigen. Een fragment uit De wereld draait door illustreerde dit perfect, waarin twee wiskundigen als exotische dieren werden behandeld. Smeets: ‘Leuk als je niks met wetenschap te maken wilt hebben, maar laat dan wel de helft van je kinderen jong doodgaan, want dat is wel hoe het vroeger was.’
En nee, abstract of droog werd het nimmer. Fijne fragmenten van Lena Dunhams Girls, Kurt Vonnegut over het bombardement op Dresden, Micha Wertheim over bluffen, Leo Vroman over de liefde en Baz Luhrmanns Strictly Ballroom zorgden daarvoor. En dan ook nog eens Moonrise Kingdom van Wes Anderson als keuzefilm. Het was een heel aangename avond.