
Ik weet niet of ik het moet zeggen, of ik weet eigenlijk niet of ik het kán zeggen zonder dat het op opscheppen lijkt, maar ik weet dus altijd wie het gedaan heeft.
Ik zag het eerste seizoen van The Killing en ik wist meteen dat dat smoezelige rechterhandje van de rouwende vader het meisje had vermoord. Ik zag het tweede seizoen en dacht meteen: die politieagent is niet te vertrouwen. Bij het derde seizoen wist ik zo ongeveer al dat de secretaris van het scheepsbouwbedrijf de dader was, terwijl de introtitels nog in beeld moesten komen.
Ik had nog amper iets van John Le Carré gelezen (inmiddels heel veel; hij is een schrijver die niet te imiteren is, maar waar je veel van kan leren; elk hoofdstuk verzint hij een nieuwe manier om informatie aan te lezer te openbaren, heel leerzaam als je aan een plot werkt) toen ik de verfilming van zijn spionnenroman Tinker, Tailor, Soldier, Spy zag, maar ik wist meteen dat Colin Firth de verrader was.
Het heeft weinig met intuïtie te maken, hoor, maar met de interne logica van de whodunnit. De dader is, om te beginnen, altijd een personage aan de rand van het verhaal. Iemand die wel vaak genoeg in beeld komt dat je zijn gezicht onthoudt, maar verder weinig aandacht afdwingt. Dus het rechterhandje, dus de secretaris. Daarnaast kun je er vergif op innemen dat wanneer er onder de verdachten een te succesvolle acteur zit (een acteur ja, geen actrice – waarom hebben vrouwen het nooit eens gedaan?, daar hoor je feministen nooit eens over; maar goed, ook dat hoort dus bij de interne logica), de producenten gebruik willen maken van zijn bekendheid. Ik wist dat Colin Firth de verrader was, ómdat het Colin Firth was. Een acteur, net een Oscar op zak, die te beroemd is om hem niet de rol van verrader te geven.
De lengte van een serie bepaalt ook wie het gedaan kan hebben: als een serie twintig afleveringen lang is, dan is het personage dat ze vanaf aflevering drie verdenken niet de dader, want bij een thriller horen plot twists te zitten en de detectives kunnen niet de zeventien resterende afleveringen op het juiste pad zitten. En dus wist ik dat het bij The Killing 1 niet de populaire leraar was, of de politicus die niet kon verklaren waar hij de nacht was dat Nina Brik Larssen (uit m’n hoofd) vermist raakte. Wat weer wel kan is dat een personage dat in de eerste twee of drie afleveringen verdacht was en daarna weer wordt vergeten op het eind toch wel vieze handen heeft, net als je hem als kijker bijna bent vergeten. Dus het rechterhandje.
Maar verdomd, ik keek Broadchurch en ik wist het eens niet.
Broadchurch is een Britse serie, begin dit jaar uitgezonden in Engeland, inmiddels een groot succes in de VS (deze zomer schreef Nina Polak erover inDe Groene Amsterdammer; waarom het (nog) niet in Nederland wordt uitgezonden is een klein raadsel). De setting is bekend: klein dorpje aan het strand, hechte gemeenschap, waar op een dag het lichaam van het jongetje Danny wordt gevonden. Het onderzoek komt in handen van twee detectives, eentje uit het dorp zelf, die iedereen kent en vertrouwt, en een detective van buitenaf, die iedereen wantrouwt en op zijn beurt door iedereen gewantrouwd wordt (de altijd voortreffelijke David Tennant). Samen vormen ze het voor de hand liggende odd couple dat door het dorp heen gaat, met iedereen spreekt: de tabloids die er bovenop springen, een priester die gebruik maakt van de onzekerheid om mensen weer zijn kerk in te krijgen, de halvegare die zegt boodschappen te krijgen van Danny uit het hiernamaals, de boze bewoners die een kioskhouder belagen omdat hij een strafblad zou hebben voor seks met minderjarigen, de rouwende familie.
Wat er allemaal beter is aan Broadchurch dan aan zoveel andere thrillers: de acteurs krijgen veel meer ruimte, ze spelen niet binnen de beperkingen van het genre. Bij, bijvoorbeeld, The Killing zijn alle personages nors. Hier zijn ze menselijk, warm, onredelijk – het is jammer dat ik mijn favoriete scènes niet kan uitleggen zonder de plot te verpesten – zozeer dat wanneer de dader wordt onthuld het totaal niet aanvoelt als een fijn louterende ontknoping, maar wat mij betreft het meest hartverscheurende televisiemoment van het jaar opleverde, omdat je voelt hoe zeer een familie wordt stukgeslagen.
En wie het heeft gedaan? De interne logica van Broadchurch is moeilijk uit te leggen zonder iets te verklappen, maar het heeft ermee te maken dat het perspectief van de detectives altijd bij de dader ligt – motief, complot, et cetera – en het hier veel meer bij het slachtoffer blijkt te liggen. Meer zeg ik niet.
In ieder geval: met of zonder piet, Sinterklaas komt er weer aan en ik heb nu al weer drie keer de dvd-box besteld. Acht afleveringen, moet in één guur winterweekend te doen zijn.