
Het werk Untitled van Donald Judd is een kleine negentig centimeter hoog. Dat maakt het rechthoekige volume bevattelijk voor het oog. Het is de hoogte, ongeveer, van het aanrecht in een keuken of de werkbank in een timmerwinkel. Dat betekent dat het ding zich niet opdringt. Ook verder is het niet enorm groot: net iets meer dan 150 centimeter in het vierkant. Geen kubus dus – juist geen kubus dus maar een constructie van scherp gezaagde vlakken plywood die het volume van ruimte definiëren en samenvatten. De bovenkant is open. Dat zie je al als je het ding van wat afstand bekijkt. Het intrigeert dat het van boven open is. Je ziet, in licht en schaduw, stukken van de binnenkant. Als je dan dichtbij bent en, over de rand, in het volume kunt kijken, zie je dat er vloer in ligt – maar hoger dan de bodem waarop het hele ding staat. In de ruimte van het volume heeft Judd een horizontale deling gemaakt waardoor onze waarneming van de ruimtelijke samenhang van Untitled ineens verandert. Vanaf een afstand leek het ding een bak. Voor het gemak werd die in het museum zo genoemd. Als je erin keek, zag je een plotselinge ondiepte. Eerst is onduidelijk hoe ondiep eigenlijk. Pas bij meting blijkt dat de vloer de ruimte van het volume precies in tweeën deelt. Natuurlijk: dat is de minst artistieke en de meest eenvoudige deling. Het meest minimal art als je wilt. De onderste helft van de vorm is onzichtbaar, maar omdat de bovenste helft open is (het verloop daar van wanden en hoeken glashelder) kun je je het onzichtbare deel goed voorstellen.

Zo heeft dit werk vreemd genoeg een buiten- en een binnenkant. Buitenom is het werk circa negentig centimeter hoog. Van binnen is het veertig centimeter diep. De platen plywood waarmee het volume is samengevoegd zijn ongeveer twee centimeter dik. Daarom is het interieur van het volume navenant ook kleiner in omtrek dan de buitenkant. Als je eenmaal weet van die kleine maatverschillen begin je ze ook te zien. De waarneming van een kunstwerk wordt dan preciezer en fijnzinniger. Dat moet ook. Deze bak van multiplex (om het ding eens plat te benoemen) is met evenveel geduld uitgekiend en gemaakt als een ingetogen stil schilderij van Vermeer. Zijn kunst vinden de meeste mensen betoverend en fluwelig van toets. Mijn bewering is dat Untitled van Judd in zijn detaillering net zo verfijnd is en dat wij het geduld moeten hebben het werk zo, stukje bij beetje, te zien. Het plywood, dat van Oregon pine is, heeft bijvoorbeeld een zacht glanzende kleur. Dat hout absorbeert het licht zodat ook de verschillen tussen licht en donker in dit werk (vorm en interieur) veel minder scherp zijn dan bij werken van Judd van strak, glad metaal. Eigenlijk zijn al zulke verschillen en hun visuele effecten uiteindelijk materieel van aard – ook die subtiele maatverschillen waarover ik het daarnet had. Je ziet ze en je moet ze langzaam proeven.
Vorige week heb ik doorgebracht in het ontroerende gezelschap van een aantal schitterend sonore schilderijen van Ellsworth Kelly die in wezen gaan over rechte lijnen en hoeken en gekromde lijnen die samen nieuwe vormen maken van kleur. Blue Panel bijvoorbeeld is precies wat het is: een paneel van strak gespannen linnen over een excentriek spieraam. Iets meer dan twee meter van punt naar punt. Hoe maak je een puntige scheve vierhoek die nergens op lijkt? Kelly heeft die gezien en steeds preciezer geformuleerd en toen mat blauw geschilderd (de kleur als perzik zo teer) omdat het ding ook zweeft als een hoekige wolk. De kleur hangt daar als een enkele klank in de stilte: omdat ze van hoek naar hoek door de vier lijnen wordt vastgehouden, op een manier die vooral voorzichtig is.
Zulke delingen (recht of horizontaal) als in Untitled zijn essentieel in het idioom van Judds werk – net zoals bij Mondriaan een abstracte compositie met een rechte lijn begint die, ergens in het vlak, dan haaks door een andere lijn wordt gekruist. Daarna gaat de opbouw stap voor stap verder. Bij Kelly zijn het rechte en kromme lijnen. Dat nu zoals zo vaak Mondriaan weer opduikt, is niet zomaar. Neem me niet kwalijk. In zijn werk is een nieuw begin gevonden voor de fundamenta van de kunst. Van die fabelachtige abstractie is het eind nog lang niet in zicht.
PS: Het werk van Judd (uit Eindhoven) is tot begin oktober nog te zien in mijn tentoonstelling Opwinding in het Stedelijk Museum. Blue Panel van Kelly, uit het Whitney Museum in New York, hangt vanaf 11 september in Ellsworth Kelly: Bloemlezing, een expositie in het Museum Voorlinden in Wassenaar
Beeld: (1) Donald Judd, Untitled, 1974-76. Hout, 91,4 x 152,5 x 152,5 cm (Peter Cox / Collectie van Abbemuseum, Eindhoven) (2) Ellsworth Kelly, Blue Panel I, 1977. Olieverf op doek, 266,4 x 143,7 cm (Whitney Museum of American Art, New York)