Vroeger, toen we nog boterhammen, aardappels en groente aten, thee, water en ranja dronken, fysieke arbeid verrichtten, niet uren achter de pc of de tv zaten, waren dikke mensen een uitzondering. Dat ene kind in de klas was net als Dik Trom, een stoute goeierd. Met het groeien van de welvaart begon het grote consumeren, nam de Body Mass Index toe en ontstond er een industrie rondom het tegengaan van overgewicht.

‘Je lot is een keuze. Als dik-zijn ook een keuze is, dan is afslanken dat ook’, predikte een van de eerste dieetgoeroes ter wereld, Jean Nidetch, in de jaren zestig. Deze Amerikaanse huisvrouw richtte in 1963 de Weight Watchers op met een programma om via een streng dieet én fysieke activiteit in groepsverband te werken aan de slanke lijn. Haar idee kwam voort uit pure frustratie. Ze kampte vanaf haar prille jeugd met dikte. Lag het toen aan haar moeder die haar troostte met snoep en een extra toetje, later besefte ze dat haar volle omvang kwam door haar obsessie met vlees en koekjes.

Haar leven verliep volgens het standaardpatroon van miljoenen huisvrouwen. Ze werd voor de oorlog geboren in het lower middle class-gezin Slutsky in Brooklyn New York. Haar vader was taxichauffeur en haar moeder manicure. Na de middelbare school volgde ze een aantal cursussen en ging werken in het bedrijfsleven, waar ze haar aanstaande echtgenoot Mortimer Nidetch tegen het lijf liep. Ze trouwde, hield op met werken en kreeg twee zoons. Met haar knappe frisse gezicht waar een blond suikerspinkapsel boven torende, zag ze er ‘goed’ uit. Maar: na twee bevallingen was ze zoetjesaan dichtgegroeid, ze kon niet meer de modieuze mantelpakjes dragen die de borsten boven een wespentaille goed deden uitkomen. Toen op een dag in de supermarkt een vriendin haar vroeg wanneer de baby kwam, besloot ze aan de lijn te gaan.

Dat werd een eenzame martelgang zonder resultaat. Grapefruits als ontbijt en lunch. Vasten. Pillen. Mengsels van olie en melk – uiteindelijk woog ze in 1960 ruim honderd kilo. Pas toen ze zich liet opnemen in een medische kliniek lukte het haar om in tien weken dertig kilo kwijt te raken. Ze at vis, groente en fruit, sloeg nooit een maaltijd over en ging sporten. Dát vond ze interessant: je moet hulp hebben. Maar net als een alcoholverslaafde geheime drankvoorraden aanlegt voor nachtelijke impulsen verstopte zij in de wasmand koekjes, marshmallows en chocolade. Die psychologie – jezelf voor de gek houden – vormde naast het elke dag tellen van eten in punten de basis van het concept.

Ze startte een groep van lotgenoten die iedere week in haar appartement bijeenkwam. Ze prezen elkaar de hemel in als het streefgetal was gehaald. En zeiden licht bestraffend ‘wat jammer nou’ als de weegschaal aangaf dat het niet was gelukt. Spoedig was haar appartement te klein. In 1963 lanceerde ze samen met haar man en een bevriend echtpaar – allen ooit te dik – de Weight Watchers. In 1978 verkochten zij het bedrijf aan Heinz voor 72 miljoen dollar, maar Jean Nidetch bleef het gezicht van het succes. Zij was een superster geworden die in talkshows optrad, lezingen gaf, boeken schreef en ook veel geld schonk aan kinderen in achterstandswijken. Ondanks de ruime concurrentie blijft de Weight Watchers wereldwijd populair.

In Amerika is inmiddels driekwart van de bevolking te dik

Maar wat heet succes? Ernstig overgewicht is een volksziekte geworden. Uit cijfers blijkt dat ongeveer veertig procent van de Nederlandse bevolking overgewicht heeft. Tien procent lijdt aan een ernstige vorm ervan, obesitas. In Amerika is inmiddels driekwart van de bevolking te dik. De epidemische groei van gewichtstoename zette vanaf de jaren tachtig in en kon niet langer meer weggezet worden als een esthetisch probleem, als ‘dik zijn is lelijk’.

Artsen en fysiotherapeuten zagen de ernstige gevolgen van zwaarlijvigheid toenemend in hun spreekkamers, zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, onvruchtbaarheid, artrose van heupen, enkels en knieën en depressiviteit. Ondertussen hadden medische ingrepen, zoals een maagverkleiningsoperatie, en gezondheidsadviezen van diëtisten vaak een beperkt effect. De oorzaak – een vicieuze cirkel van te veel, slecht eten, te weinig bewegen en complexe hormonale en neurologische processen – blijkt vele malen moeizamer te genezen.

De World Health Organization (who) wees daar vorige maand nog op in een rapport over overmatig suikergebruik in relatie tot overgewicht, tandbederf en gezondheidsproblemen. Wereldwijd wordt er te veel suiker geconsumeerd, en die suikers komen niet alleen binnen via producten waarvan het zo klaar is als een klontje dat ze de oorzaak zijn van overgewicht, zoals koekjes, snoep en frisdrank. De voedingsmiddelenindustrie stopt ook corn syrup in blikgroente, sauzen, soep, vleesproducten en brood om voedsel ‘lekker’ te laten smaken. Bewerkt voedsel is stiekem steeds zoeter geworden.

En er is nog een andere trend ontstaan waar Nidetch in interviews vaak haar hoofd over schudde: dikke mensen hebben zich in Amerika geëmancipeerd. Ze willen niet meer lelijk zijn of worden geassocieerd met de klassieke slechte deugden – onmatigheid, gemakzucht en luiheid. Deze beweging eist militant aanpassingen op, bijvoorbeeld brede stoelen in openbare ruimtes en in het vliegtuig. Er is een markt voor ontstaan: winkelketens verkopen modieuze lijnen rond ‘maatje 58’. Er zijn extra sterke producten te koop zoals fietsen met krachtige frames en een kolossaal zadel.

In het bejaardenhuis in Florida bleef Nidetch vasthouden aan haar adagium dat afvallen een keuze is: realistische doelen stellen, en met hulp van groepsdruk er tegenaan gaan. Volgens haar komt elk pondje door het mondje. Zelf bracht ze discipline op tegen haar obsessie met koekjes en vlees. Ze stierf gezond als een slanke den.