Een half jaar is zijn album al uit, maar nu is hij dan toch eindelijk écht doorgebroken. Jebroer, de artiestennaam van ex-verhuizer Tim Kimman uit Leiden, debuteerde drie jaar geleden met Gouden tranen, een album dat niet alleen muzikaal, maar ook inhoudelijk verrassend breed was. Het stond stijf van de bravoure, maar was tegelijk ronduit kwetsbaar, vooral wanneer Jebroer over familieverbanden zong. Over zijn toen nog naderende vaderschap, en over zijn eigen vader en moeder: ‘Mijn vader was er vaak niet/ Mijn moeder was er altijd/ Ik hou van hun allebei/ Maar ik kan meer bij mijn mama kwijt’.

Maar al kwam zijn tweede album Elf11 al een half jaar geleden uit, nu pas is Jebroer aan de top waar hij al met Gouden tranen hoorde. De reden: het slotnummer van dat album, en de rel die het in april opleverde. Een bijna ouderwetse rel: een optreden van Jebroer op een festival in Hardinxveld werd door de organisatie afgezegd na klachten over de tekst van dat nummer Kind van de duivel. Het was allemaal van een haast aandoenlijke kneuterigheid, met nieuwsberichten vol bijna nostalgische zinsneden als ‘vanwege de ontstane commotie’, ‘Feestweek-organisator Stichting Het Vierspan’ en ‘er wordt gezocht naar een vervangende artiest’.

Jebroer © atbookings.com

In de wereld buiten Hardinxveld was het nummer een rel noch een hit, maar werd het al snel het laatste. Terecht: het nummer lijkt nog het meest op een moderne en onbesuisde versie van André Manuels Kraaien. Manuel zong: ‘De kraaien op het land/ Zwart als de raven/ Zullen schateren op de dag/ Dat deze jongen wordt begraven/ De stoet vanuit de kerk/ Tegen al mijn wensen in/ Een laatste avond in de kroeg/ Maar de familie had geen zin/ ’t Zijn zulke brave burgermensen/ Grijze mussen, berelaf’. Jebroer rapt: ‘Ik hoef geen speech/ Ik hoef geen bloemen/ Gooi drank en drugs over mijn kist/ Alles wat ik wou in het leven was dit/ Fak it/ Hoop dat je deze draait op mijn begrafenis’.

De begrafenis als viering van het leven, en het hedonisme mee in het graf. Wat het nummer onweerstaanbaar maakt is niet alleen de tekst, maar ook de doordenderende beat die eronder ligt. Lomp en effectief – want ja, jaren-negentigicoon Paul Elstak, die een hele generatie alles bracht wat hun ouders tot ver buiten Hardinxveld vreesden.

De twee hebben nu een vervolg op het nummer gemaakt: Engeltje. De flirt met religie, dood en hedonisme is vergelijkbaar (‘Er is maar één iets waar ik in geloof/ En dat ben ik zelf’), de sound is vergelijkbaar, de beat is vergelijkbaar. Het nummer is, kortom, een monument voor de schaamteloosheid. Maar lékker dat het is! Ronduit hilarisch kitsch – let wel, in de beste zin van het woord – zijn het pianoriedeltje en het kinderkoor (Vlaams ook nog, waardoor het nóg onschuldiger klinkt) die na twee minuten opduiken om thema en refrein te herhalen, om snel daarna volledig te worden weggevaagd door het geweld van de beat. Om het nog maar even te benadrukken: onschuld houdt nooit stand.


Jebroer, Elf11 (album) en Engeltje (single), Cloud 9 Music