Op de valreep voor de deadline van dit stukje maakte Rob van Essens De goede zoon grote indruk op mij: een volstrekt eigenzinnige roman en wat mij betreft een hoogtepunt in Van Essens oeuvre. En van dit jaar, dus.

De naamloze goede zoon uit de titel is een man van zestig die net zijn honderdjarige moeder heeft begraven. Twintig jaar lang is hij iedere week bij haar langs gegaan, haar aftakeling een film afgespeeld in slow-motion. Nu vertrekt hij op een roadtrip naar ‘het zuiden’, daartoe overgehaald door Lennox, een vriend met wie hij veertig jaar eerder bij het Archief werkte. Ze hebben een missie te vervullen die te maken heeft met het verleden, een ontvoeringszaak en een kunstmatig geïnsemineerd geheugen. Niet dat dit er allemaal erg veel toe doet; het gaat hier overduidelijk meer om de reis dan om de bestemming.

En wat een reis! Moeiteloos laat Van Essen verleden en heden in elkaar overlopen, waarbij het heden een nabije toekomst is die wordt bevolkt door rokende robots en zelfrijdende, ouwehoerende auto’s. Er zijn regenzones die tijdenlang aanhouden, er is een basisinkomen dat voor een diepe lethargie, een stijgend museumbezoek en een overschot aan pelgrimages bij de middenklasse heeft gezorgd. Voor het overige komen we niet erg veel te weten over de stand van zaken; veel belangrijker dan het scheppen van een geloofwaardig, dystopisch toekomstvisioen (een genre dat in 2018 meer dan ooit aan populariteit en volume won) is het gemis van het verleden, de verwondering over het voorbijglijden van de tijd, geleidelijk maar genadeloos, tot je ineens deel uitmaakt van een generatie die de wereld niet meer begrijpt.

Het universum dat Van Essen in zijn roman schept is absurdistisch maar toch ook weer volkomen vanzelfsprekend. Zijn meanderende, associatieve zinnen zijn verslavend, en ondanks de ondergeschiktheid van een plot (bij vlagen een parodie op een plot) wil je steeds weten hoe het verder gaat, hoe het zit, hoe al deze vreemde figuren zich verder voortbewegen door dit vreemde universum.

Absoluut hoogtepunt vormt het langgerekte, therapeutische gesprek dat de hoofdpersoon voert met auto Jérôme, dat zowel hilarisch als diep ontroerend is. Alleen daarom al kan ik dit niet genoeg aanraden, dus haast u in godsnaam naar de boekhandel.