
Een paar minuten nadat ze uit de metro in Teheran stapte, zat de Iraans-Koerdische Mahsa Amini in een busje naar het politiebureau. Amini was op familiebezoek toen ze op 13 september werd gearresteerd door de zedenpolitie. Haar hijab zou haar onvoldoende hebben bedekt, haar broek was ‘te strak’. ‘Ik kom uit een andere stad en heb mijn kleding en hoofddoek aan, laat me gaan’, riep Mahsa Amini volgens haar broertje Keyaresh voordat ze met vijf andere vrouwen werd gearresteerd. Volgens ooggetuigen en de andere vrouwen in het busje werd ze daar al geslagen. Nog even had ze telefonisch contact met haar familie. Na een ‘heropvoedingssessie’ in het politiebureau, zei ze tegen hen, zou ze weerworden vrijgelaten.
Twee uur later gierde een ambulance naar een nabijgelegen spoedafdeling. Amini lag in coma en was volgens het ziekenhuispersoneel al hersendood. Op sociale media circuleerden foto’s van haar in het ziekenhuisbed. In haar mond een ademhalingsbuis, door haar neus een slangetje, verband om haar nek, een wirwar van slangetjes rond haar bovenlichaam. Vrijdag overleed ze. Volgens haar vader had Amini geen enkele ziekte, de politie zegt dat ze is overleden aan een hartkwaal of epilepsie. Haar vader vroeg de lijkschouwer nog naar de blauwe plekken op haar benen, zijn vraag bleef onbeantwoord. Een CT-scan van haar hoofd toont een botbreuk, een bloeding en hersenoedeem, schrijft The Guardian. Als deze resultaten worden erkend, zijn ze onbetwistbaar. Amini is overleden door klappen op haar hoofd.
De Iraanse autoriteiten probeerden tevergeefs de familie Amini onder druk te zetten om de begrafenis in haar geboortestad Saqqez, de noordwestelijke hoofdstad van de provincie Koerdistan, ’s nachts plaats te laten vinden, om rellen te voorkomen. Haar vader volhardde. Alle familieleden zouden zijn dochters begrafenis moeten kunnen bijwonen, bij daglicht.
Een foto van Amini’s begrafenis gaat rond, het is zaterdagmiddag. Aan de rand van haar graf zijn bruine en zwarte leren schoenen te zien, vol stof, staand op afgescheurde stukken karton. In haar graf ligt haar moeder, haar handen voor haar ogen, haar lichaam tegen haar in doeken gewikkelde dochter aangedrukt. Na de begrafenis trokken vrouwen in Saqqez hun hoofddoeken af. Op haar graf staat: ‘Je bent niet gestorven, je naam zal een code zijn.’
Uit protest tegen haar dood hielden winkeliers in verschillende Iraans-Koerdische steden maandag een algemene staking. In haar dagelijks leven werkte Amini in een bazaar in Saqqez. Ze las graag en was net toegelaten tot de universiteit in Tabriz. Tijdens haar bezoek aan Teheran wilde ze studiespullen kopen. Op een foto is nog te zien hoe ze in de metro zit, met een flesje water tussen haar handen geklemd kijkt ze glimlachend naar de camera. Om haar hoofd draagt ze een zwarte hijab en op haar polsen na is haar lichaam bedekt.
Een filmpje van een breeduit glimlachende Amini gaat rond op sociale media. Ze draagt een lange rode glitterjurk en haar lippen zijn in dezelfde kleur gestift. Amini danst vrolijk, in haar ene hand wappert een zakdoek, met haar andere houdt ze haar lange jurk van de vloer. Haar zwarte lange haren deinen mee op de muziek. Honderden reacties volgen met hartjes, rozen en tranen in emoji-vorm, afgewisseld met condoleances voor haar naasten en de roep om gerechtigheid.
De dood van de jonge Amini, slechts vier dagen voor haar 23ste verjaardag, is symbool komen te staan voor vrouwenonderdrukking in heel Iran. ‘The Handmaid’s Tale is geen fictie voor ons als Iraanse vrouwen. Het is de realiteit’, tweet journalist en activist Masih Alinejad. Sociale media worden overspoeld met filmpjes van vrouwen die hun hijab in brand steken, hun haren afknippen en woedend de straat op gaan. Op Twitter is een filmpje te zien van studenten van de Universiteit van Teheran die scanderen: ‘Jij bent de volgende als je niets doet’, terwijl ze door de straten trekken. In een volgende video is het donker, in de straat hangt een oranje gloed. De inhoud van omgekieperde containers staat in brand, de stoplichten knipperen rood. Een auto probeert zich stapvoets een weg te banen door de meute die roept: ‘Dit is onze laatste waarschuwing!’
Sinds Amini’s dood circuleren steeds meer bebloede beelden van zwaargewonde en zelfs overleden jonge vrouwen en mannen. Met het epicentrum in Amini’s thuishaven, de provincie Koerdistan. Steeds meer Iraniërs sluiten zich aan bij de demonstraties, een uitlaatklep voor frustraties over de regering. Iran Human Rights schat dat het dodental door de protesten is opgelopen tot meer dan vijftig, maar internet-black-outs en problemen met de in Iran populaire apps WhatsApp en Instagram bemoeilijken het delen van informatie en onderlinge communicatie.
‘Amini’s gezin wordt gevraagd om met een videoboodschap de demonstranten op te roepen de protesten te beëindigen’, vertelt Amini’s oom telefonisch tegen De Groene Amsterdammer. ‘Dat blijven ze weigeren.’
De naam Mahsa Amini is niet alleen een trending hashtag geworden. Regeringsleiders, journalisten en activisten spreken zich wereldwijd uit tegen de onderdrukking van vrouwen in Iran. In New York weigerde de Brits-Iraanse cnn-journalist Christiane Amanpour uit solidariteit een hoofddoek te dragen tijdens een interview met de conservatieve Iraanse president Ebrahim Raisi. Het interview werd afgeblazen, terwijl Raisi het Westen hypocrisie verwijt. ‘Ook in het Westen komen mensen om door politiegeweld.’
Leuzen als ‘dood aan de dictator’, ‘ik zal degene doden die mijn zus heeft vermoord’, maar ook het Koerdische ‘jin, jiyan, azadi’ (‘vrouw, leven, vrijheid’) klinken door heel het land. ‘Leven’, Jhina, Amini’s Koerdische naam, leeft voort.