‘I think of myself as an exceptional mind’, zegt de Amerikaanse wiskundige John Nash (86) over zichzelf in het korte, verfilmde – en nu blijkt laatste – interview dat de Noorse Academy for Science and Letters onlangs met hem hield ter ere van de aan hem toegekende Abel-prijs voor wiskunde. Vorige week kreeg hij, samen met een collega, deze gerenommeerde prijs uit handen van de Noorse koning. John Nash bleef met zijn vrouw Alicia (82) na de uitreiking nog een paar dagen in Noorwegen. Toen ze zaterdag van het vliegveld naar hun huis in New Jersey reden, vloog hun taxi uit de bocht. John en Alicia werden uit de auto geslingerd en waren op slag dood. Een dramatisch einde van hun toch al zo dramatische leven.
Aan het einde van de jaren veertig publiceert hij als jonge academicus aan de Universiteit van Princeton een briljant artikel van slechts twee pagina’s. Het is een doorbraak in de game theory, de dan jonge tak van wiskunde die zich bezighoudt met de manier waarop individuen, bedrijven of landen met elkaar in competitie gaan. In 1950 werkt hij deze theorie uit en laat zien dat het verlies van de een niet altijd het verlies van de ander is, dat er door samenwerking een evenwicht zal ontstaan waarbij elke speler winst kan boeken; het zogenaamde Nash equilibrium. Hij promoveert hierop – in 27 pagina’s – op zijn 21ste en hij is nog geen dertig als hij hoogleraar wordt op het Massachusetts Institute of Technology (mit). Op dat moment wordt hij beschouwd als een van de grootste wiskundigen.
‘Ik werd op de middelbare school gezien als de meest originele leerling’, vertelt Nash in het Noorse interview. John Nash is de klassieke nerd. Hij groeit op in West-Virginia waar zijn vader werkt als ingenieur en zijn moeder als lerares Latijn. In haar biografie A Beautiful Mind (1998) schrijft Sylvia Nasar dat hij op school wordt gepest, hij arrogant is en sociaal onaangepast. Zijn zusje zorgt ervoor dat hij nog wat contact heeft met leeftijdgenoten. Hij is ambitieus en streeft er al op jonge leeftijd naar om ‘iets nieuws, iets origineels’ te bedenken. ‘Ik ben competitief, in one way or the another’, vervolgt Nash in zijn recente interview. ‘Ik heb ervaren dat ik anders denk dan andere mensen.’
Al snel krijgt hij naast zijn hoogleraarschap bij het mit ook een baan bij Rand Corporation, de Amerikaanse denktank die zich ten tijde van de Koude Oorlog bezighoudt met het ontwikkelen van strategieën voor een komende atoomoorlog. Maar hij worstelt met zijn persoonlijke leven. Nasar beschrijft in de biografie hoe Nash een drietal affaires met mannelijke collega’s heeft op de universiteit, hoe hij na een korte romance in 1953 een zoon verwekt bij een verpleegster en hoe hij in 1954 wordt gearresteerd vanwege ‘indecent gedrag’ op het herentoilet, waardoor hij zijn baan bij Rand verliest. Als hij in 1957 trouwt met Alicia Larde, natuurkundige en een van de weinige vrouwelijke studenten in de klas van 1955 aan het Massachusetts Institute of Technology, lijkt zijn leven op orde te komen. Alicia valt voor Nash’s atletische, lange lichaam, gecombineerd met zijn heldenstatus, vertelt ze later aan biografe Nasar. ‘Hij was heel, heel erg knap en erg intelligent.’
Hun geluk duurt kort. Nash’s briljante geest keert zich tegen hem. Als hij 31 jaar oud is, Alicia is net zwanger van hun zoon, krijgt hij waandenkbeelden. Hij vertelt zijn collega’s dat geheimzinnige machten via voorpagina-artikelen met hem proberen te communiceren, dat hij als enige de code kent. Hij wijst een mooi aanbod van de Universiteit van Chicago af omdat hij keizer van Antartica gaat worden. Alicia laat hem opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis. Nash blijkt te lijden aan schizofrenie. Hierna gaat hij snel bergafwaarts. Talloze opnames volgen, even zovele behandelingen, hij ‘vlucht’ korte tijd naar Europa vanwaar hij cryptische ansichtkaarten naar familie en collega’s stuurt. Alicia probeert positief te blijven, zegt ze later tegen Nasar. ‘En ik probeerde om geen zelfmedelijden te hebben.’
De Oscar winnende film A Beautiful Mind (2002) over Nash en zijn ziekte, waarin Russell Crowe prachtig de rol van John Nash speelt, Jennifer Connelly die van Alicia, laat pijnlijk zien hoe het werkt als iemand niet meer ‘echt’ van ‘onecht’ kan onderscheiden. In de film blijft Alicia bij hem, in het echt scheidt ze na zes jaar van hem. Ze blijft wel voor hem zorgen, neemt hem later ook in huis. Ze werkt als computerprogrammeur en onderhoudt daarmee hem en hun zoon. Hij dwaalt in die jaren als een schim over de campus van de Universiteit van Princeton, laat overal raadselachtige formules achter op schoolborden. Medicijnen bieden soms verlichting, maar na 1958 publiceert Nash niets meer.
Dan, dertig jaar na het begin van de ziekte, is het plotseling voorbij. Later zegt hij zelf dat hij simpelweg besloot ‘to return to rationality’. John Nash begint weer wiskundige problemen aan te pakken. In 1994 krijgt hij de Nobelprijs voor economie voor zijn ideeën over speltheorie en het Nash-evenwicht. Hij en Alicia hertrouwen in 2001. ‘We dachten dat dat een goed idee was’, stelde Alicia later. ‘We zijn immers het grootste deel van ons leven samen geweest.’
De Abel-prijs die vorige week aan John Nash in Oslo is uitgereikt, wordt gezien als een erkenning voor zijn grote wiskundige prestatie. ‘Ik denk graag aan mezelf als een genius’, zegt hij in het interview dat het Noorse Abel-comité opnam. ‘Maar later realiseerde ik me dat dat betekenisloos is.’
Beeld: Phil MCauliffe/Polaris