Welke wijsheid heb je van je ouders meegekregen?
‘De wijsheid om de wereld met een open vizier te benaderen en uit te gaan van de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden.’
Wat zou je graag anders doen dan je ouders?
‘Ik kan oprecht zeggen: niks. Mijn ouders zijn altijd zeer maatschappelijk betrokken geweest, mijn vader eerst als beheerder van een sportpark en daarna bij de politie, mijn moeder in de zorg. Mijn vader is overleden, mijn moeder heeft een lichamelijke beperking. Ik heb veel waardering voor de manier waarop ze altijd hebben geluisterd naar de problemen van anderen en voor de positieve houding waarmee ze met tegenslagen zijn omgegaan.’
Wat is je grootste angst?
‘Veel verder dan die voor spinnen kom ik niet.’
Wat is je devies?
‘Er is niet één speciaal levensmotto waar ik elke dag mee opsta. Maar ik probeer wel de zaken altijd van een positieve kant te benaderen. In een kleine gemeente als de onze hebben we bijvoorbeeld veel éénpitters in dienst, mensen die één compleet dossier beheren en dan soms nog in deeltijd. Dat kun je als probleem zien, maar door binnen de gemeente onderling beter te netwerken en door samen te werken met andere kleine gemeenten is dat ineens veel minder problematisch.’
Wat is je dierbaarste bezit?
‘Mijn gezondheid. Omdat mijn vrijheid daarmee gepaard gaat. Dat heb ik van huis uit wel geleerd. Dat is niet zozeer omdat je dan afhankelijk bent van anderen, want dat ben ik nu ook als ik mijn huis wil laten schilderen. Als je niet meer gezond bent, kun je niet meer voor honderd procent zelf invullen hoe je wilt leven. Als wethouder vind ik het daarom zo belangrijk om mensen die hulp nodig hebben dat zelf te laten regelen en niet de overheid dat allemaal te laten doen.’
Wie zijn je helden?
‘Echte helden heb ik niet, maar er zijn wel mensen die me inspireren. Frits Bolkestein bijvoorbeeld, die heeft opvattingen en gaat daarvoor, ook als er weerstand tegen komt. Ik heb de meeste van zijn boeken gelezen.’
Van wie heb je het meest geleerd?
‘Ik kwam als 21-jarige in de raad en werd op mijn 23ste wethouder. Dan mis je een hoop levenservaring, maar ik heb veel mensen om me heen die me dingen leren. Mijn vroegere fractievoorzitter Ben Goutsmits, bijvoorbeeld. En ook de huidige burgemeester, Harrie Tuerlings, dat is een man met een dijk aan bestuurlijke ervaring.’
Gebruik je sociale media?
‘Ja, maar vooral om op een informele manier bereikbaar te zijn voor burgers. Zelf twitter ik niet veel, wie interesseert het dat ik aan mijn vierde kop koffie toe ben?’
Wat is je favoriete object?
‘Mijn vulpen, van mijn moeder en zus gekregen toen ik wethouder werd. Verder is die pen heel praktisch: ik maak er aantekeningen mee.’
Wat is de beste plek om te werken?
‘Ergens anders. Als ik gesprekken heb met burgers of instellingen wil ik bij hen aan tafel zitten, niet op mijn werkkamer.’
Wanneer wist je dat je de politiek in zou willen?
‘Al vroeg, maar vooral mijn jaar in de Verenigde Staten heeft eraan bijgedragen. Highschool-leerlingen hebben maximale vrijheid bij het inrichten van hun studie, hier in Nederland heb je die niet door de vier pakketten waartussen je moet kiezen. Hé, dacht ik toen ik terugkwam, daar wil ik iets mee doen. Ik kwam bij LAKS, het landelijk scholierencomité, en in 2005 ben ik ook lid geworden van de VVD. Toen werd ik lokaal benaderd, of ik hier in de gemeente iets wilde doen. Het werd de VVD, omdat die er als enige van overtuigd is dat de overheid geen geluksmachine is.’
Wat is je ideale baan?
‘Die heb ik niet. Ik wil geen onverwachte wendingen uitsluiten.’
Wat moet er veranderen in de wereld?
‘We moeten weer beseffen dat we ons eigen geluk moeten maken.’