WAT DOE JE als journalist wanneer je papieren en een e-mailwisseling in de schoot krijgt geworpen waaruit blijkt dat een Tweede-Kamerlid door officiële instanties ter verantwoording wordt geroepen voor betrokkenheid bij de vermoede ontvoering van de drie minderjarige kinderen van haar partner uit diens eerdere relatie?
Het is een vraag die zich opdringt in de affaire rondom het Tweede-Kamerlid van GroenLinks, Mariko Peters. Betrokkenheid bij een ontvoering is onvergeeflijk, zeker ook voor een Kamerlid. Maar is het vermoeden van een ontvoering, zonder dat de journalist meer weet van de zaak, voldoende om te publiceren? Zou er een aanleiding kunnen zijn waarom de vader de kinderen niet terug wil laten gaan naar de moeder? Deze vragen stellen, is niet ze beantwoorden, maar aan journalisten om te overwegen voordat ze iemands privé-leven op straat gooien. Omdat wie tegenwoordig in opspraak raakt al schuldig wordt bevonden voordat het tegendeel is bewezen.
De wetenschap dat je als journalist gebruikt wordt, in dit geval in een strijd tussen de ouders van de kinderen, kan niet buiten beschouwing blijven voordat tot publicatie wordt overgegaan zonder de andere kant van de zaak, hier die van de vader, te kennen. Welk algemeen belang is zo dringend dat iemand door de publicatie alleen al aan de schandpaal wordt genageld voordat er meer helderheid en duidelijkheid is?
Kamerlid Peters reageert in de media op de beschuldigingen over de betrokkenheid bij een mogelijke ontvoering kort: het is niet waar en het is privé. Dat eerste zou kunnen kloppen, maar is vooralsnog niet duidelijk. Het tweede volgt in de optiek van Peters logisch op het eerste, maar roept de vraag op of het - als er eenmaal informatie op straat ligt - houdbaar is als summiere reactie.
De journalistieke redenering echter dat iemand moet reageren als een privé-zaak naar buiten wordt gebracht, is discutabel. Die redenering kan niet alleen deel gaan uitmaken van de vrijbrief om altijd maar te publiceren, maar ook leiden tot de reactie dat er wel iets te verbergen zal zijn. Terwijl het zwijgen voor het Kamerlid en haar partner in dit geval als reden zou kunnen hebben de ruzie tussen de twee ex-echtgenoten niet verder in de media te willen uitvechten, mede vanwege de kinderen.
De andere aantijging aan het adres van Peters die door de e-mails nu op tafel ligt, is de mogelijke belangenverstrengeling: Peters gaf - als Nederlands diplomaat in Afghanistan - advies over een subsidieaanvraag voor een project van haar huidige partner, met wie zij toen - gezien de intieme bewoordingen van de uitgelekte mails - mogelijk al een relatie had. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zoekt dat nu alsnog uit. Mocht dat onderzoek negatief voor Peters uitpakken, dan kan ze niet anders dan opstappen als Kamerlid. GroenLinks zelf legt de lat voor het gedrag van Kamerleden immers hoog. Dat deze nasleep hoogstwaarschijnlijk ook deel uitmaakt van de wraak van een ex is eveneens een goed onderwerp voor een discussie over journalistieke ethiek.
Redactioneel
Journalistieke ethiek
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2011/32
www.groene.nl/2011/32