Een bericht in het avondblad van vorige week: de Duitsers zijn slecht, heel slecht. Althans volgens Donald Trump, in gesprek met EU-voorzitter Donald Tusk en commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. Trumps gave om het politieke persoonlijk te maken is onovertroffen. Want hij heeft het niet over de karaktereigenschappen van onze oosterburen, maar over hun exportbeleid, blijkt uit het vervolg van het gesprek. ‘Kijk maar naar de miljoenen auto’s die ze verkopen. We zullen daar een eind aan maken.’ Wat Trump wil is niet uitzonderlijk. De VS vechten al jarenlang handelsrelletjes uit, vorig jaar nog over Apple. De manier waarop Trump vecht is wel uitzonderlijk. Ruziemaken en beledigen is zijn vak. Niet mooi, wel effectief. Waar een andere politicus over strategische sectoren en kunstmatige voordelen zou beginnen, heeft Trump het over slechte mensen waar hij iets aan gaat doen. Kijk, dat is duidelijk. Les voor de oude politici: druk je helder uit.

Natuurlijk zijn Trumps woorden over the top en ongehoord. Waarom werd hij niet al lang geleden weggelachen, om te beginnen thuis in de voorverkiezingen? Omdat zijn tegenspelers nog steeds geen alternatief voor zijn rauwe populisme hebben ontwikkeld, of dat zelfs maar willen. In het absurdistische gesprek in Brussel wierp Juncker naar verluidt tegen dat ‘alle landen toch van vrijhandel profiteren’.

Je moet maar durven. Even voor de context: Jean-Claude Juncker was van 1995 tot 2013 premier van Luxemburg, een belastingparadijsje ten zuiden van België. Belastingontduikers en echte criminelen konden er tot 2015 ongestoord hun miljoenen kwijt, reden voor de OESO om het land op een zwarte lijst te plaatsen. Onlangs bleek uit LuxLeaks-documenten dat Juncker EU-inspanningen om ontduiking door multinationals tegen te gaan blokkeerde en deals rond kreeg waarbij bedrijven minder dan één procent belasting betaalden. Pas toen Juncker premier-af was, veranderde er iets. Het bankgeheim werd in Luxemburg in 2015 opgeheven.

Van de Europese verdeeld- heid profiteert Trump

Juncker had het intussen hogerop gezocht. Hij was sinds 2005 voorzitter van de Eurogroep, de baan die Jeroen Dijsselbloem nu bezet. De juiste man op de juiste plaats, want ook de EU weet hoe banken en andere multinationals gefaciliteerd moeten worden – alles in het belang van de vrijhandel die goed is voor alle landen natuurlijk. De liberalisering van Europese kapitaalmarkten, de afzwakking en afschaffing van overheidsinvloed op kapitaalstromen, de groei van megabanken met megawinsten, de huizenbubbel, de consumptie-boom en de crash, de redding van foute banken, daarna het draconische bezuinigingsbeleid: Juncker heeft het allemaal als minister en daarna Eurogroep-voorzitter zien gebeuren of zelf gedaan. Nooit een waarschuwing dat hier gedonder van zou komen, altijd het beleid verdedigd.

Als dank voor bewezen diensten werd hij in 2014 voorzitter van de Europese Commissie. In die hoedanigheid diende hij de populist uit Amerika vorige week van repliek. Maar Juncker is het vleesgeworden neoliberalisme. Trump is een product van het Luxemburgse businessmodel dat Juncker thuis en op Europees niveau gepromoot heeft. Clinton vertegenwoordigde hetzelfde model, en was even ongeloofwaardig. Juncker heeft bovendien gewoon ongelijk. Volledige vrijhandel, het beleid dat Trump nu aanvalt, werkt voor te veel mensen niet. We zijn nog op zoek naar een nieuw evenwicht waarin we de voordelen van globalisering combineren met een sociale economie. Zolang we dat nog niet hebben, en zolang we in een jaren-negentigdiscours rond vrijhandel blijven hangen, heeft Trump vrij spel.

En zolang zitten we met de ongemakkelijke situatie dat we steeds weer moeten kiezen tussen twee kwaden. Aan wiens kant sta je: Juncker of Trump? Macron of Le Pen? Rutte of Wilders? Als dat echt de keus is, dan kies ik Juncker, Macron en Rutte. Maar wat een stel. With such friends, who needs enemies? Zij vertegenwoordigen nu juist de neoliberale ideeën – of in Rutte’s geval het gebrek aan ideeën – dat ons de huidige malaise invoerde. Want verkijk je niet op Macron. We zijn reuze opgelucht dat hij Le Pen tegenhield, maar ook Macron heeft geen wezenlijk andere ideeën dan Juncker. Steun aan dit trio en hun geestverwanten zal tijdelijk en halfhartig zijn, en bij gebrek aan een verhaal dat overtuigt. Jean-Luc Mélenchon in Frankrijk of Emile Roemer hier hebben het niet in huis. Bernie Sanders had het misschien gekund.

Yannis Varoufakis verwoordde dit halfslachtige sentiment onlangs in een essay getiteld: Congratulations, President Macron – Now We Oppose You. Van die verdeeldheid profiteert Trump. Met heldere, schokkende taal herinnert hij ons er steeds weer aan dat onze leiders vastzitten in het oude discours, en dus vooralsnog met de mond vol tanden staan.