Hondenfluitjes zijn fluitjes die alleen de hond hoort. Door zijn veel grotere gehoorbereik hoort de hond tonen die wij niet horen. Het fluitje is alleen voor hem bedoeld. In de politiek is het de metafoor geworden voor gecodeerde boodschappen die in politieke toespraken zijn verstopt en alleen begrepen kunnen worden door hen die erin zijn ingewijd.
Zo geformuleerd is het een term die van toepassing is op alle betekenisrijke codes die politici gebruiken, ongeacht of ze nou links of rechts, kosmopolitisch of nationalistisch zijn. In de politieke praktijk wordt de term echter alleen gebruikt om uitlatingen mee aan te duiden van rechtse, nationalistische politici.
Donald Trump is er het voornaamste voorbeeld van. Volgens de sociaal-liberale critici van de Amerikaanse president staan zijn tweets en speeches er vol van. Trump grossiert in het gebruik van gecodeerde taal, van woorden die volgens de goede verstaander iets anders suggereren dan er letterlijk wordt gezegd. Ze suggereren de suprematie van de witte Amerikaan, het onpatriottische karakter van de hoogopgeleide, politiek correcte sociaal-liberaal, en de vaderland ondermijnende eigenschappen van latino’s en zwarten. Het internet wemelt van de voorbeelden. En voor de linkse Trump-watcher is alles wat de man zegt of doet, of niet zegt of doet, een hondenfluitje voor racisme.
Wat dat betreft is het met het hondenfluitje net zo vergaan als met nepnieuws. Het zijn de abjecte, rechtse nationalisten die zich eraan bezondigen. En dat suggereert twee dingen. Ten eerste dat het termen zijn die niet politiek neutraal zijn en dus worden gebezigd door journalisten en commentatoren die ondanks hun zelfbeeld van objectiviteit en onpartijdigheid zelf niet politiek neutraal zijn maar zich, juist door het gebruik van dit soort termen, presenteren als woordvoerders van de status quo. En ten tweede dat politici van de gevestigde, verstandige middenpartijen zich er niet aan bezondigen. Alleen racisten en populisten zijn kennelijk ‘honden’. De stemmers op neoliberale middenpartijen zijn edelere dieren.
Het is flauwekul. Mits je tenminste bereid bent je ideologische oogkleppen af te zetten. Gelogen wordt er aan beide kanten evenveel. Wie herinnert zich nog Rutte’s verkiezingsbeloftes? Duizend euro zouden we allemaal krijgen. En er zou geen cent naar zuidelijke EU-lidstaten gaan. Wie weet nog dat D66 is opgericht om u, burger, meer zeggenschap te geven en het vermolmde partijkartel een verjongingskuur te geven? Wie herinnert zich nog dat de PvdA, die nu puur symbolisch prins Bernhard jr. een onroerendgoedbelasting wil opleggen, in 2013 massaal de motie van PVV’er (en ex-fiscalist bij Ernst & Young) Roland van Vliet ondersteunde, die het kabinet opriep meer ernst te maken met het bestrijden van de aanduiding door derden van Nederland als belastingparadijs.
Opnieuw struikelt er niemand over de sociaal-liberale honden-fluitjes die verstopt zitten in de speech die de kersverse lijsttrekker van D66, Sigrid Kaag, afgelopen weekend gaf. Wat de kranten haalde was de on-Nederlandse aanval op het ‘linkse’ blok dat zich in de aanloop naar de aanstaande verkiezingen van maart 2021 aan het vormen is. Kaag zei: ‘Wij buigen niet voor radicale socialisten die uit de euro willen.’ En bedoelde: wij gaan niet in een coalitie zitten met partijen die het neoliberalisme, dat de hoogopgeleide Nederlander en het exporterende Nederlandse grootbedrijf zoveel zegeningen heeft gegeven, afzweren. En hoopte daarmee de ideologisch lenigere partijen – en dan druk ik me uiterst vriendelijk uit – als de PvdA en GroenLinks te herinneren aan hun eigen neoliberale uitstapjes. En zei dus eigenlijk: aandeelhouders, bij ons zijn jullie economische belangen in net zulke goede handen als bij de VVD. Een loepzuiver hondenfluitje wat mij betreft.
Er zat er nog een in. Kaag zei: ‘Wat Nederland nodig heeft is gematigdheid.’ En bedoelde: wat Nederland nodig heeft is bestendiging van een status quo die leuk is voor hoogopgeleiden en die midden- en laagopgeleiden steeds meer in de kou laat staan. En dat vereist dat de teugels van het openbaar bestuur stevig in handen worden gelegd van de academisch geschoolde technocraten waar D66 bij uitstek de politieke representant van is. Ze zei dus eigenlijk: wat Nederland nodig heeft, ben ik.
Liegen en politiek zijn helaas steeds meer synoniem geworden. Hondenfluitjes en nepnieuws gebruiken ze allemaal. Rechts en links. Nationalistisch en kosmopolitisch. Nieuw en gevestigd.