Het enthousiasme is enorm, zo jubelt het ministerie van Justitie. ‘Weerstanden zijn er nauwelijks meer’, vertelde een voorlichter op het NOS-Journaal. ‘Hooguit een procent van de bevolking ziet het niet zitten. De rest vindt het juist prima.’
Het zal vanwege de enorme geestdrift van het volk zijn dat er nu al weer plannen zijn om de identificatieplicht verder uit te breiden. Eerder deze week werd het voornemen geopperd om ook om identificatie te vragen bij de aankoop van krasloten. Want stel je voor dat een of andere illegaal aan de haal gaat met de hoofdprijs van dit nieuwe filiaal van het nationale gokbedrijf. De ellende zou niet te overzien zijn. De nieuwe minister van Justitie Aad Kosto verklaarde enige maanden geleden al dat illegalen ‘geen enkele clementie’ van hem te verwachten hebben.
De illegalen, de nieuwe joden, dienen slechts op te krassen, en de legitimatieplicht is daarbij proefondervindelijk het beste instrument.
Is er vijftig jaar na D-Day dan geen enkele hoop meer voor de privacy-minnende burger? Dat staat nog te bezien. Dat ene procent van de Nederlandse bevolking dat nog steeds niet heeft ingezien dat legitimatieplicht de beste garantie is voor het behoud van de verzorgingsstaat, is getalsmatig misschien verwaarloosbaar, qua macht en invloed is het toch een niet te verwaarlozen groep.
Dat bleek toen dagblad De Telegraaf in een lucide bui verleden week besloot om de naleving van de legitimatieplicht te toetsen in het hol van de leeuw, de Tweede Kamer zelf. Alle fracties werden steekproefsgewijs gecontroleerd op een geldig persoonsbewijs, en het resultaat was meer dan schokkend. Meer dan de helft van de kamerbevolking kon volgens de nieuwe wet gelijk mee naar het politiebureau.
De fracties van PvdA, VVD, D66 en GroenLinks bleken volgens het bericht het meest nalatig, ook al hadden de eerste drie partijen indertijd enthousiast hun ja-woord gegeven aan het voorstel. ‘Aan die onzin doe ik niet mee’, zei de nieuwe VVD- parlementarier Anne Lize van der Stoel parmantig tegen het Telegraaf-controleteam. Collega’s uit andere partijen kwamen met de slappere smoes dat ze ‘het vergeten’ waren.
Van twee dingen een: of de kamer is sinds de laatste verkiezingsronde zodanig van gezindheid veranderd dat het onverwijld met een wetswijziging moet komen om de legitimatieplicht naar goed Nederlands gebruik als een ongewenst exoticum uit te wijzen, of de volksvertegenwoordigers dienen zich voortaan te onthouden van het maken van wetten waaraan ze zelf ook niet willen of kunnen voldoen.
Als er helemaal niets gebeurt, moeten de parlementariers niet vreemd staan te kijken indien ze op een dag na een door Aad Kosto geredigeerde controle-actie aan de kamerpoort collectief worden opgepakt en als ongeidentifeerd object over de grens worden gezet.
Redactioneel
Kamer kan zich niet identificeren.
Happy days are here again. Sinds 1 juni geldt in Nederland, net als tijdens de Tweede Wereldoorlog, weer een identificatieplicht. Op het werk, bij de bank, in het voetbalstadion en bij zwart rijden in het openbaar vervoer moet men een paspoort of het nieuwe, door de gemeente verstrekte Ausweis kunnen overleggen, zo is bepaald door de Tweede Kamer.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1994/23
www.groene.nl/1994/23