Kom bij de Landmacht en je maakt het allemaal mee. Spanning en sensatie, dynamiek en variatie. Kom bij de Landmacht en kies voor ‘ander werk, een ander leven’. Dit motto keert talloze malen terug in de promotiefilm die de Koninklijke Landmacht vandaag vertoont in het Banen Informatiecentrum in Amsterdam. De ruimte is omgetoverd tot een ware legerplaats. Etalagepoppen, in legergroen gestoken, staan voor een wegwijzer met de richtingen Zagreb, Split, Srebrenica en Busovaca. Daar kun je allemaal naar toe, als je bij de Landmacht zit. Want, zo meldt een groot informatiebord, ‘de landmacht is een veelzijdig en modern bedrijf’, waar ‘goed opgeleide mensen’ werken met ‘geavanceerde techniek’.
Een tankbataljon racet over het videoscherm. Er komt een jongen in beeld met een pluk gras op zijn hoofd en een telefoon in de hand. Schuilend achter een struik roept hij in de hoorn dat er ‘dringend versterking nodig is’. In de filmzaal slaat een groepje jonge mensen de telefonist gespannen gade. Zij zijn naar binnen gelokt door de posters die hen op praktisch iedere bushalte voorhouden dat ze bij de Landmacht welkom zijn. ‘Zet ’m op, scoor een job!’ fleemt op die billboards een spontaan meisje, dat met haar blauwe baret en enorme oorbellen de Krijgsmacht Nieuwe Stijl representeert.
YVONNE (24) ZUCHT als de film laat zien hoe boeiend het werk bij de militaire administratie is. Ja, dat lijkt haar wel wat. Waarom? ‘Nou, gewoon’, zegt ze. ‘Alles op zich, het leger lijkt me gewoon tof.’ Ze werkt nu bij Albert Heijn en wil weleens wat anders. ‘Ik wou als kind al bij de politie en dit is eigenlijk net zoiets.’
Soekai (22) heeft zich voornamelijk verveeld tijdens zijn dienstplicht, die hij bij de luchtmacht vervulde. Toch is hij hier vandaag om zich weer aan te melden voor het leger. ‘Ik vind het gewoon kicken, die voertuigen en dat schieten enzo’, licht hij toe vanonder zijn baseballpet. ‘Ik wil eigenlijk bij de luchtmobiele brigade want daar zitten de flinkste jongens, maar daar is geen plaats meer. Nu wil ik wel chauffeur worden. De hele dag een beetje heen en weer rijden is niet zo vermoeiend.’
De tengere Nadir (17) moet ‘rustig worden’, vertelt zijn broer die hem vandaag vergezelt. ‘Hij heeft niks te doen en hij moet leren zich te beheersen. En in het leger leer je dat gewoon.’ Roy (18) is, zo zegt hij, ‘dol op uniformen en rangen’, en de vrienden Peter en Rodney, beiden 17 jaar oud, willen graag hun eigen geld verdienen. Ze zijn gestopt met school en in het leger leer je schieten - dat is ‘onwijs mooi’, ‘en het betaalt nog ook’.
Defensie heeft mensen nodig. Veel mensen. Het publicitaire offensief moet daar ruchtbaarheid aan geven. Omdat volgend jaar april de laatste lichting dienstplichtigen opkomt, moeten voor 1998 25.000 mensen binnengehaald zijn. Zodoende zijn er alleen al bij de Landmacht voorlopig elk jaar zesduizend banen te vergeven. Geen banenplan dat daar tegenop kan, ook al omdat hier nauwelijks ingangseisen zijn.
‘In de overgang naar een beroepsleger hebben we twee soorten werknemers nodig’, doceert kapitein Van der Waal, hoofd van het Amsterdamse Banen Informatiecentrum. ‘Ongeveer zevenhonderd beroepsmilitairen, zoals we die altijd gekend hebben en die tot hun vijfenvijftigste in het leger blijven. En daarnaast 5300 BBT'ers, Beroepsmilitairen voor Bepaalde Tijd. Die hoeven alleen maar tussen de 17 en 27 jaar te zijn en gezond van lijf en leden. Verder moeten ze minimaal lagere school hebben en de Nederlandse nationaliteit. Dat is alles.’
Deze ‘BBT'ers’ kunnen uiterlijk tot hun dertigste levensjaar bij de landmacht blijven - mits ze de selectie doorkomen natuurlijk. Die bestaat uit een psychologische test, een lichamelijk onderzoek en een antecedentenonderzoek. ‘Dat is om te kijken hoe crimineel je bent - daar merk je niks van’, aldus Van der Waal.
DE UITVERKORENEN wacht een baan van minstens tweeeneenhalf jaar, waarin ze een militaire opleiding en een ‘functieopleiding’ krijgen, om vervolgens als soldaat (‘Denk maar aan Tour of Duty’), kok of ziekenverzorger (‘Denk maar aan MASH’) op de kazerne hun ‘militaire taken’ te moeten verrichten. Een soldaat van twintig jaar krijgt daar maandelijks 1886 gulden bruto voor, exclusief toeslagen en vergoedingen, en mag in de tijd van de baas ook nog studeren. ‘En iedereen gaat automatisch een half jaar in het buitenland goed doen’, benadrukt Van der Waal. ‘Een uitzending in het kader van VN-taken is verplicht. Wie dat weigert wordt oneervol ontslagen.’
Om maar voldoende onder de aandacht te brengen dat de Landmacht tegenwoordig ‘s lands meest veelzijdige werkgever en een van de grootste opleidingsinstituten’ is, gaat de Landmacht naar de mensen toe. Er worden groen-gevlekte pennen en folders uitgedeeld op scholen, bij drive-in shows en festivals. ‘Overal waar we mensen kunnen bereiken die werkloos zijn of over hun toekomst nadenken’, zegt Van der Waal. ‘Ik ben ook naar de Arbeidsbureaus gegaan en heb gezegd: “Eigenlijk heb ik alleen maar mensen nodig tussen de 17 en 27. Als die bij jullie in de bakken zitten, kunnen ze bij ons aan het werk.” Daarmee loop je het gevaar dat je een heleboel langdurig werklozen aantrekt, maar die krijgen ook een kans. Ze kunnen bij ons hun marktwaarde vergroten door een opleiding te volgen. En de losers worden er in de keuringen vanzelf uitgezeefd.’
Van der Waal wordt onderbroken door een stelletje dat even binnenloopt in het Informatiecentrum. Een stoere, blonde jongen komt in gezelschap van vriendin en pitbull een afspraak maken voor een gesprek. ‘Dinsdagochtend half tien?’ stelt Van der Waal voor. De twee kijken elkaar wat paniekerig aan. ‘Eh…’ De kapitein begrijpt al hoe laat het is. ‘Twaalf uur dan?’ vraagt hij. ‘Ja, dat is vroeg zat’, klinkt het opgelucht.
DE WERVING VAN beroepsmilitairen verloopt naar wens, zo kon staatssecretaris Gmelich Meijling van Defensie de kamer onlangs berichten. Bij de landmacht wordt rond de negentig procent van de doelstelling gehaald: in 1994 konden 3736 BBT'ers worden aangenomen. Zij weten allemaal dat ze een half jaar uitgezonden zullen worden voor ‘humanitaire hulp’, maar niemand heeft het over idealen. ‘Nou’, snuift Bauke Snoep, voorzitter van de Algemene Federatie van Militair Personeel (AFMP). ‘ik heb niet de indruk dat hier de creme de la creme van de Nederlandse samenleving op afkomt. Daar waarschuw ik al een paar jaar voor, maar ik voel me een eenzaam roepende in de woestijn.’ Defensie heeft zich zomaar op de banenmarkt gestort en daarbij de kwaliteit ondergeschikt gemaakt aan de kwantiteit, zowel bij de werving als tijdens de opleiding van BBT'ers. ‘Ik vind dat men nadrukkelijker moet kijken naar vooropleiding, sociaal milieu en met name naar crimineel verleden, want ik heb mij laten vertellen dat er ondanks dat antecendentenonderzoek nog wel eens typen tussendoor slippen. Maar als mijn leden - beroepsmilitairen die zich met mij zorgen maken - constateren dat bepaalde mensen het eigenlijk niet aankunnen en uit de opleiding verwijderd zouden moeten worden, wordt er van bovenaf soms gezegd: niet doen, want er mag niemand meer afvallen. Dat gebeurt echt!’
Snoep is geen eenzaam roepende; er zijn meer mensen die hun hart vasthouden en de vorming van het beroepsleger kritisch volgen. ‘Er was afgesproken dat alle opleidingsniveaus zo veel mogelijk vertegenwoordigd zouden zijn binnen de nieuwe krijgsmacht’, zegt Marcel van het Hof van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen. ‘Dat is duidelijk niet gelukt. Op deze manier is het leger geen goede afspiegeling meer van de maatschappij.’
Kamerlid Leonie Sipkes van GroenLinks sprak de staatssecretaris daar onlangs op aan. Sipkes: ‘Ik ben vanaf het begin beducht geweest voor Amerikaanse toestanden, waarbij alleen mensen die geen ander uitzicht meer hebben in het leger gaan. Maar volgens Gmelich Meijling hebben ook hoger opgeleiden belangstelling voor de krijgsmacht, en daarmee bleek hij mensen met mavo en havo te bedoelen. Ik heb toen gezegd: laten we nou wel de gangbare terminologie gebruiken - normaal bedoelen we daarmee een hbo- of universitaire opleiding.’
Ook Jan Marijnissen van de Socialistische Partij wijst op de situatie in de Verenigde Staten. ‘De werving daar richt zich vooral op jongens uit het getto, en ik vrees dat ook hier het kanonnevlees vooral geworven zal worden onder jongeren met problemen en weinig toekomstverwachtingen, die anders heel moeilijk aan bestaanszekerheid kunnen komen.’
Toen twee jaar geleden de discussie over een beroepsleger nog in volle gang was, sprak generaal buiten dienst Jan Tjassens in Vrij Nederland onverbloemd over het ‘gevaar van een Rambo-leger’: ‘Op een vrijwilligersleger komen kanslozen af. Dat kan uit het schuim der natie gaan bestaan.’ Is die voorspelling aan het uitkomen? Sergeant Jansen, een van de voorlichters in het Amsterdamse informatiecentrum: ‘De praktijk is dat hier verschrikkelijk veel mensen komen die geen diploma hebben en al twintig keer zijn afgewezen bij sollicitaties. Dat is jammer, want wij willen graag een werkgever zijn waar mensen echt voor kiezen. Maar voor het gros dat hier binnenkomt is het bij gebrek aan beter, niet omdat ze beroepsmilitair willen worden.’
HET OPLEIDINGSNIVEAU en bevattingsvermogen van een BBT'er zijn beduidend lager dan die van een dienstplichtige, luidt de klacht vanuit ‘het veld’. Een gevleugelde uitspraak onder officieren is dat je “met LTS-zwakstroom en drie danslessen” al wordt aangenomen. De afdeling Gedragswetenschappen van de Koninklijke Landmacht deed recentelijk een onderzoek naar het profiel en de ‘kwaliteit’ van BBT'ers. Daaruit kwam naar voren dat zij jonger en inderdaad lager opgeleid zijn dan de gemiddelde dienstplichtige: het grootste deel heeft een vooropleiding op vbo-niveau of lager. Verder blijkt hun motivatie hoger, maar hun fysieke conditie en uithoudingsvermogen lager. En dan spreken de onderzoekers nog van een ‘risico met betrekking tot de uitzendgeschiktheid van de BBT'er’, vanwege een soms ‘problematische sociale achtergrond’.
Het kost al met al meer tijd en inspanning om BBT'ers dingen te leren, om ze, zoals Snoep van de AFMP zegt, ‘de elementaire beginselen van kaart en kompas bij te brengen’. Maar is dat ook erg? Brengt dat dan hogere risico’s met zich mee? Nee, niet per se, zegt Snoep: ‘Je kunt een relatief lage vooropleiding best compenseren door er een langere opleiding aan vast te plakken. Maar dat gebeurt niet; de opleiding in het leger is nu nog gerelateerd aan de vooropleidingniveaus van vroeger. Dat zou nog niet zo erg zijn wanneer je als soldaat alleen wat op de Veluwe moest harrewarren, maar ik vraag me af of men voldoende voorbereid wordt op uitzending naar een brandhaard in Verweggistan. Dan moet je geen vraagtekens hoeven plaatsen bij de operationele inzetbaarheid, de weerbaarheid en het incasseringsvermogen van je mensen.’
DAT HOEFT OOK helemaal niet, is het weerwoord van J. Koopmanschap, psycholoog en hoofd van het bureau Selectie Onderzoek van de Koninklijke Landmacht. ‘Wij kijken of iemand Joegoslavie-geschikt is.’ Koopmanschap wenst nadrukkelijk niet te spreken van ‘laag opgeleid’, maar van ‘voldoende opgeleid’. Om niet te bezwijken onder hoge druk, zegt hij, heeft iemand een minimale intelligentie nodig. ‘En die meten we.’ Hij pakt er een intelligentietest bij waarin vragen staan als: ‘Hoeveel kwartjes kosten zes potloden van vier kwartjes per stuk?’ En in de psychologische test moeten de kandidaten hun mening geven over uitspraken als ‘Het stoort mij als vrouwen alleen in een cafe zitten’, waarmee de ‘rigiditeit’ wordt gemeten, en: ‘Ik vind het leven vaak zinloos’, wat iets zegt over iemands stabiliteit. Koopmanschap: ‘Van de honderd kandidaten vallen er gemiddeld 35 af op het psychologisch onderzoek, en ongeveer tien procent op het lichamelijk onderzoek. Dus globaal gaat de helft door.’
De krijgsmacht nieuwe stijl is geenszins een vergaarbak van ‘kanslozen’, garandeert Koopmanschap. ‘Ik denk dat veel mensen niet aan de bak komen omdat andere bedrijven absurd hoge eisen stellen. Door de diploma-inflatie wordt de markt afgeroomd. Wij kijken naar de minimale eis. Ik vind het ongehoord om een VWO'er te nemen als mavo voldoende is. Negentig procent van onze mensen hoeft alleen het kanon te laden en van A naar B trekken. Als ze dingen moeten uitrekenen hebben we daar een computer en een rekencentrum voor.’
En trekt de nieuwe, wervende en wervelende Krijgsmacht nu ook veel Rambo-typen? ‘Die komen waarschijnlijk niet door de selectie heen. In het psychologisch onderzoek prikken wij daar zo doorheen.’
HIJ IS NET TERUG uit voormalig Joegoslavie. Zijn naam en legerplaats wil hij absoluut niet in de krant, laten we hem Eric noemen. Hij werkte zes maanden als gewondenverzorger, en maakte een lichting BBT'ers mee van de Luchtmobiele Brigade, de ‘Rode Baretten’ die volgens de wervingscampagnes zo'n spannend bestaan hebben dat er voor de komende anderhalf jaar al genoeg aanmeldingen zijn. Eric: ‘In de geneeskundige troepen was de sfeer goed en het werk dat wij daar deden was mooi, maar bij de infanterie heerste een totaal andere mentaliteit. Daar liepen van die jochies rond van achttien jaar die zich heel puberaal en macho gedroegen. Wij hoorden daar toen ook die geruchten over kinderen die met snoepjes het mijnenveld ingelokt werden. Dat kan ik niet bevestigen, maar ik heb wel gezien dat sommige Nederlandse jongens zich misdroegen tegenover de bevolking. Als ze bijvoorbeeld op patrouille door de dorpjes kwamen, gingen ze een beetje lopen fokken door drie vingers op te steken naar de moslims - het Servische teken. Op een gegeven moment waren de moslims het getreiter spuugzat en dat heeft wel tot incidenten geleid.’
Volgens Eric waren de Rode Baretten niet goed voorbereid op hun taak. ‘De opleiding die ze krijgen bij de Luchtmobiele Brigade is niet gericht op humanitaire hulpverlening. Ze leren vooral lekker vechten en worden gedrild in het schieten. Ze zijn dus opgeleid tot infanteristen maar moeten daar voor de VN de vrede bewaken. Het leek wel of zij dat helemaal niet begrepen. En het zijn natuurlijk nog kinderen! Er kwamen er weleens binnen die gewond waren en dan zag ik op hun kaart dat ze bijvoorbeeld in 1976 geboren waren.’
Nee, Rambo-typen willen we niet, klinkt het keer op keer, maar ondertussen speelt de wervingscampagne van de Landmacht daar wel op in. ‘Ik heb dubbel gelegen toen ik die posters zag met Zet ’m op, scoor een job’, zegt Marcel van het Hof van de Vereniging Van Dienstplichtige Militairen (VVDM). ‘Er wordt gedaan alsof je een absoluut wervelend bestaan krijgt, maar de gemiddelde BBT'er zit gewoon op een kazerne en ook voor hem bestaat de dag, net als voor een dienstplichtige, vaak uit verveling en uit weinig nuttig werk.’
Volgens Bauke Snoep is er gewoon sprake van misleiding: ‘Men belooft de BBT'er van alles en nog wat als hij maar zijn handtekening zet. Maar de beloften met betrekking tot huisvesting, rijbewijzen, opleidingen en het verlengen van contracten blijkt Defensie in veel gevallen niet na te kunnen komen door gebrek aan geld of tijd. Men moet daar vooral zo mee doorgaan, dan valt de werving over twee jaar als een kaartenhuis in elkaar vanwege de slechte reclame die Defensie zichzelf hiermee bezorgt.’
Voorlopig zal er alleen maar meer legergroene spanning en sensatie op de beeldbuis worden vertoond, nu het zo goed als zeker is dat er een soap-serie komt over de landmacht. Deze week werd bekend dat de firma Endemol aan zo'n tv- serie werkt, naar analogie van Medisch Centrum West. Het ministerie van Defensie heeft laten weten wel wat in de soldatenserie te zien: ‘Omdat die aantrekkingskracht kan hebben op de duizenden beroepsmilitairen die de Krijgsmacht moet zien aan te trekken, en om het imago op te poetsen.’
Kanonnevlees
Het leger heeft mensen nodig. En dat zullen we weten ook. Vanaf elk bushokje lachen de frisse en toch hippe meisjes en jongens je toe. ‘Zet ’m op, scoor een job!’ Wat voor job? ‘Wij kijken of iemand Joegoslavie-geschikt is.’
EEN PAAR DAMESHANDEN met verzorgde, vuurrood gelakte nagels liggen losjes op het roer. Moeiteloos manoeuvreert de knappe blondine haar legergroene vaartuig door het kanaal. Zij is een van de ‘kunstenaars van de Koninklijke Landmacht’, vertelt de voice-over bij de film. Zij beheerst de ‘kunst op het water’. Waarop ingezoomd wordt op een groepje duikers (die de ‘kunst onder water’ beoefenen), en vervolgens op weer andere jonge mensen die onder begeleiding van een spannend muziekje flinke staven dynamiet op deuren plakken en bruggen opblazen - ‘de kunst van het vernielen’.
www.groene.nl/1995/25