Veel interviews heeft de Ierse singer-songwriter Damien Rice rondom de release van zijn tweede studio-album 9 niet gegeven: Rice is er nooit vies van geweest een beetje mysterie rond zijn persoon te creëren. Geen interviews, nauwelijks tv-optredens en een summier rijtje tourdata op de site: Rice laat liever zijn gitaar spreken. Zijn debuut, O (2003) brak bij het grote publiek door toen de magistrale, pikzwarte ballad The Blower’s Daughter werd opgenomen in de soundtrack van de film Closer. Rice werd in één klap zowel de lieveling als de rebel binnen het immer groeiende groepje gevoelige-Britse-jongens-met-gitaar. Met James Blunt en David Gray deelt hij de gevoelige poëzie en het hoge, hese stemgeluid; tegendraads is hij door zijn afkeer van publiciteit en door de duistere thematiek en rauwe emoties van zijn nummers, in duidelijk contrast met het meer gelikte geluid van zijn genregenoten. Rice zingt boos en verdrietig, wild en wanhopig, genadeloos en smekend. De liefde is het centrale thema in al zijn nummers, in typisch horten-en-stoten-gitaarspel en dito zang, die van bijna fluisteren ineens konden overspringen in een woeste kanonnade van geluid en geschreeuw.

Nu is er dan 9, ook geen vrolijke bedoening. Onder begeleiding van de spookachtige stem van zangeres Lisa Hannigan en de sonore cello van Vyvienne Long zingt Rice veel pijn van zich af. Opnieuw is het emotionele vampirisme dat door iedere relatie spookt het thema, opnieuw bezorgen het kwetsbare akoestische gitaarspel en de trillende, schorre stem de luisteraar een brok in de keel. Het levert prachtige ballads op, zoals Dogs, Elephant en The Animals Were Gone. Toch is 9 een minder krachtige plaat dan O. Rice’ debuut was wild, woest, obsessief en doordrenkt van intense Schmerz om de tot mislukking gedoemd lijkende liefde. Als O een wanhoopskreet was, dan is 9 de verwerking van de kater. Minder explosief, bedachtzamer, minder verrassend. 9 is daardoor niet per se een minder goede plaat. Daarvoor vormen debuut en opvolger te veel een geheel, en daarvoor snijdt de zielenpijn van Rice te veel door merg en been.

Is dat allemaal ook langer houdbaar? O en 9 zijn prachtige platen, maar een wat vrolijker Rice mag best. Dat hij ook dat kan zijn, toont Coconut Skins, het enige niet-pikzwarte nummer van de cd.

Damien Rice, 9. 14th Floor Records. Concert op 20 maart, 013 Tilburg (uitverkocht)