Claire Foy als Emily en Benedict Cumberbatch als Louis Wain in The Electrical Life of Louis Wain © The Searchers

Met katten heeft deze film over Louis Wain (1860-1939) niets te maken. Ook zien we geen biografisch verhaal over de Edwardiaanse schilder, beroemd om zijn cartooneske, antropomorfe studies van katten, die geobsedeerd was door elektriciteit. De Engelse regisseur Will Sharpe haalde een soortgelijke ‘truc’ uit in zijn serie Landscapers (jammer genoeg niet te zien in Nederland): een true crime-verhaal over een moordend echtpaar dat allesbehalve over true crime gaat. De clue ligt in beide gevallen in Sharpe’s visie op vormgeving. Door het manipuleren van het filmbeeld, op het avant-gardistische af, plaatst hij de kijker in het hoofd van zijn personages om een crisis bloot te leggen: een worsteling in de verbeelding met een onvergeeflijke werkelijkheid.

Wain was kansloos in de Britse klassenmaatschappij. Hij werd verliefd op een kindermeisje, en dat deed je niet als heer. Zijn schilderijen werden een rage, waardoor de kat als huisdier een statussymbool werd, maar door zijn gebrek aan interesse in wereldse dingen zoals auteursrechten en financiële zekerheid raakte hij aan lager wal. De film verbeeldt hoe Louis in zijn hoofd leefde. Hij geloofde dat het bestaan – en zijn kunst – werden ‘gestuurd door elektriciteit’. Je kunt zeggen, die is gek, maar Wain ving een bepaalde menselijkheid, een toewijding aan liefde en verbeelding, in zijn werk die niet in de echte wereld mogelijk was.

In The Electrical Life of Louis Wain is het beeld pijnlijk gedetailleerd, bijvoorbeeld in een begrafenisscène in de regen waarin je iedere druppel in slow motion kunt zien, of wanneer Wain, in de ban van een psychose, het tijdens een storm halfnaakt op een rennen zet terwijl bliksemschichten en zware, loodkleurige wolken bijna getekend lijken. Zijn nachtmerries, die hij al sinds zijn kinderjaren heeft, zien we door een rond gat, alsof we door een telescoop naar aan zwijgende film kijken: op de woeste zee dreigt Louis in een gammel bootje te verdrinken.

Benedict Cumberbatch vertolkt de rol van Wain alsof het hem geen enkele moeite kost. Dat geldt ook voor Claire Foy als zijn geliefde en latere echtgenoot Emily. Tijdens het kijken naar die twee in actie – hun relatie is allesbepalend – realiseer ik me eens temeer hoe je toch kunt genieten van Engelse acteurs. Ze lijken wel allemaal een klassieke opleiding te hebben waardoor ze Shakespeare zo uit hun mouw kunnen schudden. Ze spelen zonder een enkele keer een slag te missen – een feest om naar kijken.

Ook is er een vertellersstem, vaak vervelend in een film, maar hier juist prettig, omdat die van Olivia Colman is, momenteel te bewonderen in The Lost Daughter, maar die juoist in Landscapers dé prestatie van haar indrukwekkende carrière levert. Eveneens heerlijk is het om de zanger Nick Cave te zien in de rol van de schrijver H.G. Wells die in een korte, ironische scène de kern raakt: ‘Louis Wain eigende zich de kat toe. Hij vond een kattensamenleving uit. Een hele wereld. Katten die er niet uitzien als Louis Wain-katten of die niet leven als Louis Wain-katten schamen zich dood.’

Vanaf 19 januari te zien via Premium Video on Demand bij Ziggo, KPN, Pathé Thuis, PICL en iTunes