Fictie om de werkelijkheid beter weer te geven, daar beriep RTL zich op. Voor hun nieuwe realityshow Klasse, over het leven op een middelbare school, hadden ze het Christelijk Lyceum Veenendaal niet alleen volgehangen met camera’s maar er ook vijf nepleerlingen geplaatst. Acteurs dus, of ‘expertleerlingen’ volgens RTL, om door hun ogen een ‘beter beeld’ te krijgen ‘van wat zich werkelijk afspeelt op school’. Kennelijk waren de echte leerlingen niet echt genoeg.

Dat reality-tv grotendeels scripted is weet iedereen. Bij het eerste seizoen van Big Brother was het nog genoeg om mensen zich intens te zien vervelen, maar drieduizend vergelijkbare shows later moet er wat te beleven zijn.

We weten het en toch maakt het niet uit. We weten dat de ruzies zijn uitgelokt, dat de strijd wordt aangedikt, dat de schokkerige beelden van twee vreemdgangers op Temptation Island zijn vastgelegd door een cameraman die naast hen staat. We weten dat zij weten dat wij het weten. En toch houden we thuis op de bank onze suspension of disbelief gewillig in stand. Waarom?

Kayfabe, leerde ik uit het Groene-artikel ‘Worstelend ten onder aan het eigen gelijk’ van Coen van de Ven. Ik kende het woord niet, maar wat een gemis! Soms heb je van die woorden waar zoveel nuance in zit dat in één klap duidelijk wordt hoe ontoereikend taal doorgaans is. Zoals mijn favoriet, het Finse kalsarikännit, hetgeen zoveel betekent als: dronken worden terwijl je in je onderbroek alleen thuis zit. Of het Japanse irisu: doen alsof je niet thuis bent als iemand aanbelt. En kayfabe (Engels) dus, ‘de overtuiging dat een opgevoerde act alsnog waarachtig en authentiek is’.

De term komt uit het Amerikaanse show-worstelen met helden als Hulk Hogan en Andre the Giant, of tegenwoordig Charlotte Flair en The Fabulous Moolah. Alles eraan is nep maar dat kan de miljoenen fans niet schelen. Sterker nog: ze prefereren een nep- boven een echt gevecht, aldus tvtropes.org. Een nepgevecht is immers snel, vermakelijk en bevat bovendien een verhaal. Een groots verhaal, met een moraal erin, over niets minder dan de eeuwige strijd tussen goed en kwaad. Daarom voelt de act voor fans ook zo waarachtig aan, omdat er een essentie wordt blootgelegd, precies zoals dat in alle grote verhalen gebeurt.

Alles eraan is nep maar dat kan de miljoenen fans niet schelen

Wie de werking van macht wil begrijpen heeft nu eenmaal meer aan Shakespeare’s Richard III dan aan een direct-cinema documentaire over het Haagse Binnenhof. En wie politici wil geloven schort zijn disbelief beter op.

Voor zijn fans is Donald Trump kayfabe, schreef socioloog Nick Rogers in The New York Times (aangehaald door Coen van de Ven). Trumps leugens doen er niet toe, het gaat zijn fans om de emoties die de leugens losmaken: die voelen wel degelijk waarachtig aan. De vergelijking is niet nieuw, eerder gebruikte professor politicologie William P. Stodden kayfabe ook al om de populariteit van Trump te verklaren. Alleen legt hij het accent net even anders. Volgens Rogers bewijst Trump dat emoties (het gevecht) het tegenwoordig winnen van feiten (het gevecht is nep). Stodden daarentegen stelt dat feiten slechts een wapen zijn binnen het gevecht. Het hoort allemaal bij kayfabe. Politieke tegenstanders en journalisten trekken met de zoveelste factcheck immers ook weer lezers en kijkers en bedienen zo hun eigen fanbase. In deze show komt de ene partij gewoon gewapend met feiten, noem hem Albert the Professor, en de andere met emoties, Mr. Id, maar ze bevinden zich in dezelfde arena. Waar het publiek zich aan vergaapt is het spektakel van de strijd. En tot dusver zit de Professor in de verdediging.

Mij lijkt het inderdaad een fout om emotie tegenover feiten te zetten. Of fictie tegenover werkelijkheid. Om te denken dat die tegenwoordig nog te scheiden zijn. We bevinden ons in een post-truth-tijdperk, zoals al vaak is geconstateerd, en dat geldt niet alleen voor de politiek of journalistiek maar voor de hele cultuur. Een cultuur waarin reality-tv en influencers ons echte levens presenteren die niet bestaan (maar waar we ons eigen leven wel aan spiegelen). Waarin meisjes op de gephotoshopte beelden van sterren willen lijken, of mensen zich tot plastische chirurgie wenden om er meer als hun gefilterde selfie uit te zien (selfie-dysmorphia). Een cultuur waarin gamers uren in virtuele werelden spenderen, waarin augmented reality Pokemon Go-spelers door de straten drijft, waarin trollen offline brave huisvaders zijn: wie kan hierin nog een grens trekken tussen echt en onecht?

Fictie wordt voortdurend werkelijkheid, en andersom. De vraag die ertoe doet is: is het kayfabe? Willen we erin geloven?

Na alle ophef is Klasse inmiddels van de baan. Het waren de echte leerlingen die via sociale media ontdekten dat hun nieuwe klasgenoten nepprofielen hadden. Ze voelden zich bedrogen en weigerden het spel nog langer mee te spelen. RTL had het kunnen weten. Kayfabe vereist spelers die een onuitgesproken verbond smeden met zowel elkaar als met de kijkers. Het is als bij een goochelshow: niemand denkt dat de goochelaar echt kan toveren, wat bewondering wekt is de slimheid van de truc. Hetzelfde geldt voor reality-tv of politiek. Breng de fictie overtuigend, maak ons deelgenoot van het verbond, dan gaan we er wel in mee. Uiteindelijk willen de meeste mensen tenslotte niets liever dan een goed verhaal.