Deze problemen zijn een constante in ons bestaan en die problemen zullen er blijven, voor een klein, onafhankelijk weekblad met intellectuele pretenties, tot het moment dat wij door ABN-Amro zijn opgekocht of met Elsevier Magazine zijn gefuseerd.
Zo ver is het echter nog lang niet.
Omdat onze abonnees in feite ook onze leden zijn, de leden van de Gideonsbende BV, plegen wij elk jaar op deze plaats zonder omwegen te beschrijven hoe het met De Groene gaat, zonder gesentimentaliseer of cijfermatig gemarchandeer. Een deel van deze taak kunnen wij deze keer aan de Volkskrant delegeren. De Groene heeft geen klagen, meldde dit dagblad een paar weken geleden. Het gaat sowieso niet zo slecht met de opinieweekbladen, hun gezamenlijke oplage is het afgelopen jaar met vier procent gestegen. Wij citeren: ‘Uit de jaarlijkse rapportage van de Nederlandse Uitgeversbond blijkt dat deze groei vooral de verdienste is van De Groene Amsterdammer.’
Dames en heren collega’s, graag gedaan!
Deze groei (rond acht procent) danken wij op onze beurt aan het Bedrijfsfonds voor de Pers, dat zo vriendelijk was ons onder strikte voorwaarden een substantieel bedrag te lenen. Wij hadden het Bedrijfsfonds uitgelegd dat er ons inziens werkelijk een methode was om een bevredigender oplage te bevechten: meer pagina’s, een bescheiden redactionele versterking benevens een budget om, via advertenties, onze betrekkelijke onzichtbaarheid in de kiosken te bestrijden. Zie, het zijn geen loze woorden gebleken, blijkens die voornoemde oplagestijging. Want vergis u niet, lezer, een groei met acht procent is hoogst ongewoon, althans bij de meer serieuze bladen.
Voordat u overigens gaat veronderstellen dat de Groeneredactie zich inmiddels met geleaste Mercedessen naar de werkplek begeeft: het geld waaraan wij onze huidige oplage (13.959 stuks) te danken hebben, is inmiddels, zoals de bedoeling was, uitgegeven, zodat wij, redactie en administratie, nog dagelijks met stroeve mond onze centen tellen.
Dus is het nog even te vroeg om onze jaarlijkse donatiecampagne af te blazen. Zal het ooit zo ver komen dat De Groene het zonder aanvullende steun van zijn lezers kan stellen? Frank en vrij gesproken: wij denken eigenlijk van niet, althans zolang de heilstaat, waar wij allen naar streven, op zich laat wachten.
Dus blijven wij rond Kerstmis bedelen. Om een bedrag waarmee Olivier B. Bommel, heer van Bommelstein, zijn pijp pleegt aan te steken, maar dat voor ons, bewoners van de Veste aan het Westeinde, van groot belang is. Het levert De Groene jaarlijks precies dat bedrag op waarmee het blad zich uit de gevarenzone weet te houden en stelt ons bovenal in staat om ons sociale tarief, dat wij een paar jaar geleden hebben uitgevonden, overeind te houden. U kent, lezer, de spelregels: de materieel wat meer gezegenden onder u doneren een extra centje, zodat wij de materieel wat minder gezegenden onder u - studenten, bijstandtrekkers, modale schlemielen - de krant tegen kostprijs kunnen toesturen.
Denkt u dat u, bovenop het niet onaanzienlijke bedrag dat wij voor een abonnement vragen, nog vier tientjes kunt missen (meer mag ook, de brutalen hebben de halve tijdschriftenmarkt)? Het is een verantwoorde investering, want u krijgt er heel wat voor terug. Dat is ten eerste Martin van Amerongens in januari te verschijnen boek Zijn bliksem, Zijn donder, een cultuurhistorisch essay over Bachs Mattheüs Passie - en dus de trait d'union par excellence tussen de Kerst en de Paas. Daarnaast ontvangt elke donateur het door Opland ontworpen Groenecertificaat, dat u gratis en voor niks aan een vriend of familielid cadeau mag doen, waarvoor hij of zij De Groene een kwartaal lang, ook gratis en voor niks, in de bus krijgt. Verder hebben wij iets bedacht rond het magische getal honderdtwintig (nadere uitleg volgt). U krijgt binnenkort een kaart in de bus waarmee u ons kunt machtigen elke maand een tientje van uw rekening af te schrijven (maakt honderdtwintig), waarmee u in staat wordt gesteld iemand een vol jaar lang De Groene te laten lezen. Ook daarvoor krijgt u dat boek over de Mattheüs Passie ten geschenke, want als wij eenmaal aan het uitdelen zijn, weten wij van geen ophouden.
Dat voornoemde getal honderdtwintig hebben wij niet voor niets ter sprake gebracht. Want De Groene Amsterdammer viert in 1997 zijn honderdtwintigjarig jubileum, liefst in het gezelschap van zo veel mogelijk lezers. Daaromtrent hebben wij allerlei spectaculaire plannen bedacht die de gebruikelijke jublileumvieringen - glas wijn, toastje met gerookte zalm - verre te boven gaan. Storm zal het lopen! U, goede, getrouwe, gulle, goedgeefse, Groene-abonnee, hebt straks, in oktober 1997, vanzelfsprekend voorrang.
REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN DE GROENE AMSTERDAMMER De Groene tijdens de feestdagen Dit is de laatste Groene van deze jaargang. De komende twee weken zullen wij niet verschijnen. Het eerstvolgende nummer van De Groene zal uitkomen op 8 januari 1997.