In de schilderijen van Neo Matloga (1993) regeren tegelijk het rumoer en de stilte. In zijn huiselijke taferelen lijkt alles in beweging: penseelstreken geven een doodgewone zitbank de schwung van een kolkende massa, kledingstukken druipen in stroompjes verf van een lichaam af. En ook de mensen in de huizen lijken volledig op te gaan in de waan van de dag. Matloga beplakt zijn schilderijen met fragmenten van foto’s, een techniek die zich met name concentreert op hun ledematen en vooral hun gezichten die als maskers van losse onderdelen – een groot en een klein oog, een neus die wijkt naar links en lippen die zich tuiten – de aandacht opeisen. Met hun monden uit het lood en wilde armzwaaien, getooid met juwelen en sigaretten, lijken ze druk met elkaar te converseren, maar kijk nog eens en je ziet dat ze geen van allen bestaan, niet meer zijn dan een samengeraapt hoopje mens. Ondanks hun bewogen verschijning zijn ze uiteindelijk stil. Ze staan bevroren in een moment alsof we terugkijken in de tijd, wat in zekere zin ook zo is want Matloga baseert zich voor zijn schilderijen, die ook nog eens hoofdzakelijk zijn opgebouwd uit zwart, wit en grijs, op herinneringen aan zijn jeugd in Limpopo, Zuid-Afrika.

Na een opleiding in Johannesburg voltooide Matloga De Ateliers in Amsterdam en momenteel verdeelt hij zijn tijd tussen Limpopo en zijn studio in Amsterdam-Noord, waar zijn collageschilderijen titels dragen in zijn moedertaal, het Sepedi. Matloga was een van de winnaars van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst 2018 en hij is de kersverse winnaar van de ABN Amro Kunstprijs. In zijn nieuwe werk, ter gelegenheid van die prijs zowel te zien in het Dutch Heritage Museum (voorheen de Hermitage) als in de Kunstruimte van de bank, komen de figuren op zijn schilderijen opnieuw dicht bij elkaar, rond een keukentafel, in een café, op het strand. Het zijn intieme ontmoetingen tussen vrienden of familieleden,

momenten in het dagelijks leven van zwarte mensen, precies de categorie die, zo zegt Matloga, altijd buiten het blikveld van films en televisie viel.

Bij Matloga zijn de mensen tegelijk samen en alleen. Intrigerend is het schilderij Joyce le Tumelo, waarin twee mensen zich omdraaien voor een spiegel en het verknipte gezicht van de één ons in de spiegel nog een keer aankijkt. Voor Matloga is de collage een politieke keus, het vervormen van een zwart gezicht een manier om vooroordelen en een racistische blik als een boemerang terug naar de toeschouwer te sturen. ‘Het proces van snijden, opnieuw configureren en collageren van de anatomie van een gezicht is mijn manier van proberen te identificeren met de racistische blik, waarbij ik de onderdrukkende macht wegneem.’

Matloga’s mensen lijken volledig op te gaan in de waan van de dag

Zijn woorden resoneren in een intense serie portretten van losse hoofden voor een witte achtergrond. Twee hoofden zijn herkenbaar als bronzen beeld uit Benin, waarvan één een oor met een oorbel kreeg opgeplakt en twee menselijke ogen, als een masker dat een masker opnieuw tot leven wekt. De verwrongen gelaten doen denken aan die van Francis Bacon, maar waar Bacons gezichten uitdrukking moesten geven aan zielenroerselen, gaan ze bij Matloga ook over de beelden in de hoofden van de ander. Along came your eyes, de titel van de tentoonstelling in het Dutch Heritage Museum, gaat niet alleen over zijn geknipte en geplakte ogen, maar ook over de ogen die in de galerij over de doeken gaan.

In de Kunstruimte in het hoofdkantoor van de bank, op de Zuidas, exposeert hij samen met de Zuid-Afrikaanse fotograaf Singarum J. Moodley (1922-1987), die tijdens het apartheidsregime een fotostudio had in Pietermaritzburg. Mensen die onderdrukt werden vonden in de studio een uitlaatklep tot zelfexpressie. Het zijn vrolijke, stoere, serieuze en soms uitbundige portretten waar bergen leed achter schuilgaat.

Van Matloga treedt hier een collageschilderij buiten zijn oevers, met een echte formicatafel en dito stoelen die op een podium voor een schilderij staan opgesteld. De geschilderde figuren zitten zo daadwerkelijk aan tafel, ook al zijn ze veel te groot voor de stoeltjes en zouden hun enorme handen en grote monden nooit fatsoenlijk van de delicate koffiekopjes op tafel kunnen drinken. De onderlinge dynamiek is groot, er wordt gerookt, geflirt en één figuur is opgestaan en houdt zijn hand wat dreigend in de lucht, als in een verhit gesprek. Mooi is het beeld van twee gevouwen handen dat Matloga tot het middel van een vrouw op een stoel maakte, als in gebed of in een omhelzing van een onzichtbare ander.

Het bankwezen trekt de hele dag aan de keukentafel voorbij.

Neo Matloga, Along came your eyes, t/m 22 oktober in het Dutch Heritage Museum, Amsterdam. Singarum J. Moodley en Neo Matloga, We just want to be closer, t/m 29 september in de ABN Amro Kunstruimte