Kevin is 29. En hij is ziek geweest, zó ziek dat er dagenlang water in zijn mond gespoten is en hij steeds naar buiten gebracht werd om te lopen, zijn darmen los te lopen. Kevin is erg mooi, maar misschien door zijn ziekte momenteel ook een beetje afwezig en afstandelijk. Hij stond toe dat ik zijn neusgaten streelde, heel kort, daarna trok hij zich terug en ging met zijn kont tegen de achtermuur staan. Een siddering trok door zijn flank. Ik bleef staan waar ik stond, ik dacht ‘ik zal je krijgen, Kevin’.

En toen gebeurde het: ik zag hem in slaap vallen. Eerst trok hij een schimmelig achterbeen op, waardoor z’n hele gewicht op het andere achterbeen kwam te rusten, en daarna sloot hij zijn ogen. Nooit eerder had ik een paard in slaap zien vallen. Hij werd snel weer wakker, er kwam van buiten ook erg veel lawaai: luide stemmen, piepende kruiwagenwielen, tractoren. Hij trok zijn kop een paar keer met een ruk omhoog, misschien om zichzelf wakker te schudden. Nog eens sidderden zijn flanken, en nog eens viel hij in slaap. Paarden doen hazenslaapjes. De koliek leek overwonnen, maar 29 is en blijft oud voor een paard.

Toen ik vertrok, uren later, na drank en warm voedsel voor alle groendagmedewerkers, zag ik dat iemand het licht in zijn stal had aangedaan. Op de fiets naar NS-station Heerhugowaard dacht ik aan de column van een paar weken geleden, waarin ik schreef over een paard dat keihard de andere kant op liep, en ik begon in gedachten aan deze column.

Ik kwam langs het bord met HOOI in Hensbroek, inmiddels zó oud dat er HOI staat, en ik bleef er niets van begrijpen. Willen ze nou hooi kopen of bieden ze het aan? Ga ik ooit nog eens aanbellen daar om te vragen hoe het zit?

Kevin had onverstoorbaar hooi staan eten, en een speciale lekkernij, bestaande uit grasdrogerijspul en haver. Hij at dat om en om, en zo nu en dan een gulp water. Daarna viel hij dus in slaap. Ik had er ook wel willen slapen.