Het moet de droom zijn van miljoenen mensen wereldwijd en voor de negentienjarige Kiowa Roukema uit Purmerend kwam hij uit – hij scoorde een nummer 1-hit in Amerika met Old Town Road. Of eigenlijk is het niet zijn hit, die staat op naam van de voorheen onbekende Amerikaanse rapper Little Nas X (nog een droom die uitkwam), maar Kiowa, of Young Kio zoals hij zich noemt, leverde er wel de beat voor. Het was een beat die hij op zijn slaapkamer maakte en online voor dertig dollar verkocht. Pas toen het nummer al een hit was begreep hij wat ermee was gebeurd.

Daar had het bij kunnen blijven, weer zo’n verhaal over een jonge creatieveling die wordt uitgebuit terwijl een ander er met de winsten vandoor gaat, maar het liep anders. In dit geval werd er met terugwerkende kracht een nieuwe overeenkomst gesloten waardoor Young Kio nu in de royalty’s deelt en alsnog goed aan zijn beat verdient. En daarmee kwam mijn eigen droom ook een klein beetje uit.

In het diepst van mijn gedachten ben ik nu eenmaal geen God, maar een anarchist. Daar geloof ik dat de mens van nature geneigd is om het goede te doen. Dat hem geen wetten en regels hoeven te worden opgelegd om hiervoor te zorgen, maar dat hij zelf begrijpt wat eerlijk is en wat niet. Laat hem vrij, zorg ervoor dat macht zich niet kan concentreren en de wereld wordt een betere plek.

Misschien zoals nu gebeurt in een gedeelte van Karthoum, de hoofdstad van Soedan, waar rebellen een ministaatje hebben gesticht. Ik las erover in een Facebook-post van een vriendin van een vriendin, een vrouw die in Karthoum woont. Governing without government heette haar bericht. Ze beschreef hoe burgers momenteel samenwerken om de straten schoon te houden, hoe geld en voedsel wordt ingezameld en uitgedeeld, dat er grote schermen zijn opgehangen om samen voetbal te kijken, dat er gezongen wordt en gedanst, en dat dit allemaal georganiseerd wordt door een groep zonder leiders, ‘without infighting, ego or provocation. Instead humor, cooperation, unity and solidarity are the order of the day.’

In het diepst van mijn gedachten geloof ik dat dit altijd mogelijk zou zijn. Maar hoe het nu, twee weken later, in Karthoum is weet ik niet.

Ooit bestond er voor een anarchist geen gedroomdere plek dan internet. Een wereld zonder leiders, zonder wetten en regels, met alleen een ongelimiteerde hoeveelheid vrijheid, kennis en creativiteit. Inmiddels vormt datzelfde internet waarschijnlijk het beste bewijs dat de mens absoluut niet geneigd is tot het goede. Met alle trollen, complottheorieën, pesterijen en ongebreidelde haat lijkt er eerder een oorlog van allen tegen allen te zijn losgebroken. Maar ja, het internet is dan ook al lang niet meer zo vrij als vroeger. Door grote bedrijven als YouTube en Facebook uiten we ons tegenwoordig in een vast format, Google bepaalt waar onze zoektocht toe leidt, allemaal gedijen ze bij ophef, want ophef genereert clicks – het loont om woede en angst te voeden.

Wie Steal This Film nu kijkt zal verbaasd zijn over het naïeve optimisme van toen

Een anarchist ziet met andere woorden mogelijkheden om de schuld voor alle online kwaadaardigheid nog niet bij de mens zelf te leggen. Zodat hij stiekem kan blijven dromen.

Het is een droom zoals die bijvoorbeeld verbeeld wordt in de tweedelige documentaire Steal This Film (2006). Centraal daarin staat de downloadsite ThePirateBay waar je vroeger met één muisklik gratis toegang had tot alle muziek, films en boeken. Diefstal noemde de entertainmentindustrie dat, maar zoals Steal This Film laat zien werd de uitvinding van de boekdrukkunst, de videorecorder en cassettebandjes ook al diefstal genoemd. Nieuwe technieken vragen gewoon om nieuwe businessmodellen en een nieuw businessmodel was nu dus ook vereist.

Met de komst van internet is het delen van informatie nu eenmaal niet meer te stoppen, zo betoogt Steal This Film. En dat is mooi, want door het kopiëren, delen en gebruiken van bestaande informatie kunnen mensen zelf weer nieuwe dingen creëren. Dat is hoe de menselijke cultuur zich altijd ontwikkeld heeft. Dankzij internet echter kan voor het eerst iedereen meespelen.

Voortaan zouden mensen geen willoze consumenten meer zijn, zo was het idee, maar zelf gaan produceren. Met als uiteindelijk resultaat niets minder dan een heel nieuw economisch systeem – een echte sharing-economy van informatie, creativiteit en winsten.

Zoals bekend liep het anders. Met hulp van nationale overheden lukte het de entertainmentindustrie om sites als ThePirateBay neer te halen en inmiddels is er inderdaad een nieuw businessmodel ontwikkeld met bijvoorbeeld streamingdiensten als Spotify en Netflix waarin de winsten als vanouds voornamelijk naar grote bedrijven vloeien. Wie Steal This Film nu kijkt kan enkel verbaasd zijn over het naïeve optimisme dat destijds heerste.

En toch is niet alles verloren. Het verhaal van Young Kio laat zien dat er online nog steeds ruimte bestaat buiten de greep van grote bedrijven waar onbekende mensen vanuit onbekende slaapkamers voortbouwen op elkaars creativiteit. En soms doen ook bekende mensen daaraan mee. De muzikant Moby bijvoorbeeld, in de jaren negentig was hij een superster, tegenwoordig mag iedereen zijn muziek gratis gebruiken, ook de nieuwe muziek die hij maakt.

Het is nog steeds mogelijk om winsten te delen en niet alles om geld te laten draaien. Je moet er alleen zelf voor kiezen.