Het was nog geen woensdag en ik was al naar twee historische rechtszaken geweest. Zo’n soort week. Op dinsdag verscheen Evan Gershkovich, correspondent voor The Wall Street Journal, voor het eerst in het openbaar sinds hij werd gearresteerd voor spionage. Hij zat in een glazen kooi, de rode sporen van handboeien als armbanden om zijn polsen.

Een dag eerder had Vladimir Kara-Moerza zijn vonnis aangehoord voor drie vergrijpen, waarvan het zwaarste hoogverraad: 25 jaar cel, de hoogste straf ooit voor een oppositiepoliticus. Dat hij in drie toespraken in het buitenland de Russische autoriteiten had bekritiseerd, betwistte hij niet. Maar wel dat hij met zijn woorden het Westen had geholpen de Russische veiligheid te ondermijnen.

De rechter, wiens eigen naam figureert op de Magnitsky-lijst waarvoor Kara-Moerza lobbyde, gaf hem gelijk. En ook de wet. Die voor hoogverraad en spionage zijn wat Russen ‘rubberen wetten’ noemen: zeer vaag geformuleerd waardoor ze meerekken met de politieke realiteit.

Juristen legden mij uit dat iedere Rus voor een gesprek met een buitenlander een hogere straf riskeert dan voor het plegen van een moord. Zelfs als er geen sprake is van het delen van geheime informatie. Russische parlementariërs vonden dat niet rekbaar genoeg en stemden onlangs voor het verhogen van de maximale straf voor verraad, van twintig jaar tot levenslang. Er wordt gemompeld over de doodstraf − daarna, kunnen we aannemen, is de rek er wel uit.

De ‘informatieoorlog’ is voor het Kremlin geen simpele beeldspraak. Vanuit Russische optiek heeft een sterke staat niet alleen een monopolie op geweld, ook op informatie.

Eerder deze maand hield Maria Lvova-Belova, beschuldigd door het Internationaal Strafhof (ICC) van het deporteren van Oekraïense kinderen, een lange persconferentie. Gekleed in onschuldig wit herhaalde ze dat Rusland de kinderen had gered. Beklaagde ze zich over het gebrek aan feiten in de ICC-aanklacht. En deed ze de berichten over Oekraïense kinderen in heropvoedingskampen af als een complottheorie.

Een dag later stak ze hetzelfde verhaal af via een videoverbinding bij de VN-Veiligheidsraad. Westerse diplomaten boycotten haar toespraak en blokkeerden de uitzending ervan op VN-kanalen. Rusland sloeg terug en beloofde in de toekomst ook uitzendingen te dwarsbomen. De Amerikaanse VN-ambassadeur Linda Thomas-Greenfield legde uit dat Lvova-Belova geen podium moest krijgen ‘om desinformatie te verspreiden en te proberen haar afschuwelijke acties in Oekraïne te verdedigen’.

Volgens de Economist Intelligence Unit is het aantal landen dat naar Rusland leunt toegenomen van 29 tot 35, voornamelijk dankzij Afrikaanse landen die zich een jaar geleden nog als neutraal positioneerden. Moskou weet de boodschap bij deze landen thuis te brengen, met of zonder een VN-uitzending.

In het perscentrum van staatsagentschap Ria Novosti bezocht ik een panelgesprek met als thema ‘westerse misdaden tegen kinderen in conflictgebieden’. Met vier andere journalisten. Een camera legde het vast. Het begon met een powerpoint over het koloniale verleden van de VS, Canada en Australië en het geweld tegen inheemse kinderen. Binnen tien minuten was er al de vergelijking met nazi-concentratiekampen.

Daarna kwamen de buitenlandse experts aan bod, bekend om hun complottheorieën. Een Amerikaanse Irak-veteraan vertelde over de chaotische evacuatie van honderden kinderen uit Afghanistan die nu vastzaten in Amerikaanse opvangcentra zonder tolk. Een Brit sprak vanuit Syrië over de Witte Helmen, die gesponsord door Navo-landen handelden in kinderen en organen.

En tot slot verkondigde Sonja van den Ende, ‘onafhankelijk Nederlands journalist’, een warrig verhaal over kindermisbruik door vredestroepen, migrantenkinderen die in de prostitutie belandden in Europa, Marc Dutroux die Afrikaanse kinderen misbruikte, vermoordde en doorverkocht aan het Belgische en Nederlandse koningshuis, ‘veel gevallen’ van Oekraïense jongetjes en meisjes die in Europa zouden zijn verdwenen, drieduizend vermiste kinderen rond de toeslagenaffaire.

Van den Ende’s conclusie was dat dit alles bewees dat het het ICC aan morele autoriteit ontbreekt, omdat westerse landen nooit zouden worden berecht voor hun misdaden in het Midden-Oosten en Afrika.

De Irak-veteraan hield zich opvallend stil, het lot van de Afghaanse kinderen leek hem oprecht aan te gaan. Onder zijn te korte broekspijpen staken zijn sokken uit; donkerblauw, met plaatjes van drankjes. Vrolijke, onschuldige sokken. Kinderlijk bijna.