De oervormen van zintuiglijk bedrog (deftig trompe-l’oeil geheten) in het theater werden ooit aangericht door aan touwen te trekken, het liefst aan veel touwen tegelijk. Je keek bijvoorbeeld naar een paleiszaal en in één oogopslag veranderde die in een rotspartij, straat of bossage. Wie wil zien hoe dat werkte moet op internet ‘Kamertoneel Baron van Slingelandt uit 1781’ intikken en het filmpje opvragen. Je hoort de oh’s ah’s uit de zaal er als het ware bij. Daarin toont zich de kinderlijke onschuld die teweeg wordt gebracht door een kettingreactie aan verrassingen. Toneel- en theaterpubliek wil van jongs af aan bedrogen worden, als deel van het spel, het is een van de afspraken die bij toneel horen, het is de afspraak die illusie heet.
Boukje Schweigman, die bewegingstheater maakt, is volgens mij dol op de zintuiglijke slagkracht van dat bedrog. Voor de constructie ervan werkt ze al jaren samen met Theun Mosk, vormgever, ruimte-maker eigenlijk. Zij is Dionysos, hij haar Apollo. De nieuwe voorstelling van dit duo heet Spiegel. Ze ging afgelopen zomer in première op het festival Boulevard in Den Bosch. Volgende week gaat de landelijke tournee van start. Overigens minder geschikt voor mensen die bang zijn in het donker. Want daar begint het mee. Duisternis. Stemmen van heel ver. Dreigende dreunen die aanzwellen en wegebben. En een muur waar je met z’n vijftienen tegenaan zit op een soort kerkbank. Ieder kijkt in een peilloos donkere ruimte. Ergens anders turen nog eens vijftien toeschouwers in dezelfde afgrond. Dat ontdek je overigens pas aan het eind. En nee, met een peepshow heeft het niks te maken. De kijkers delen met z’n dertigen hetzelfde ruime ‘venster’ op dit hermetisch zwart. De twee lichamen die uiteindelijk te zien zijn (van Toon Kuijpers en Marinke Eijgenraam) volvoeren in dat donker gat een bewegingsspel dat weliswaar zeer erotisch oogt maar twee geheel andere zaken als inzet heeft. Eerst het geheim van de zwaartekracht. Dan het geheim van de vloeibare krachtlijnen die schuilen in een spiegelbeeld.
Het mysterieuze, of zo u wilt: de grap, van Spiegel is dat die geheimen ongeveer op de helft van de voorstelling kort na elkaar worden onthuld. De kijker krijgt dan opeens een deel van the tricks of the trade te zien. Ik zat tussen twee middelbare Brabantse heren die niet de indruk wekten graag bij de neus genomen te worden. Ze wasemden meteen na die onthulling de houding uit: aha, is dát de knol die hier voor een citroen wordt verkocht!? Schweigman Mosk en hun performers pakken het publiek daarna onmiddellijk alle zekerheden met zachte maar dwingende hand af, het spel met de op z’n kop gezette zwaartekracht en de fluïde spiegels bereikt zodoende pas echt het stadium waarin de pupillen van de kinderlijke verwondering worden geopend. En eerlijk is eerlijk, dan weet je niet meer wat je ziet. De dans van lichamen in water en lucht schakelt fijnzinnig van ontroering naar acrobatische slapstick. Als de makers aan het eind hun trucjes in extenso openbaren, levert dat een korte deceptie op, daarna blije verwondering. We kijken pas dán ook recht in het gezicht van die vijftien andere vrolijk vermaakte kinderen, onze publieke wederhelften.
Toen Spiegel voorbij was, wilde ik meteen nog een keer.
Spiegel is te zien van 26 september t/m 13 oktober in de dependance van het Amsterdamse Theater Frascati WG op het terrein van het vroegere Wilhelmina Gasthuis en daarna t/m 15 november door het hele land. Inlichtingen: schweigman.org en viarudolphi.nl