
De roman The White Tiger, waarmee Aravind Adiga in 2008 de Man Booker Prize won, gaat over een Indiase jongen uit de allerlaagste kaste die het schopt tot chauffeur voor een rijke, criminele familie. Eenmaal aan de ‘top’ ontdekt hij het volgende: je kunt wel ontsnappen aan een leven van armoede, maar je lotsbeschikking sluit een goed, moreel leven permanent uit.
Dit lijkt nog het meest op een slechte grap: hoe armer, hoe dommer. Ook Netflix’ filmversie van het boek focust hierop. De verteller en hoofdpersoon, Balram (Adarsh Gourav), legt uit: in India leef je als arme in een kippenhok, en je enige uitzicht in het leven is op het moment dat je eruit wordt gehaald, opdat je hoofd kan worden afgehakt en wat van je overblijft in de pan belandt.
Dit zien we vervolgens verteld in kleuren en geuren: op een markt ergens in India vliegen de kippenkoppen eraf en scheurt de slager het vlees vervolgens in stukken om te worden verkocht aan mensen die metaforisch gesproken precies hetzelfde lot boven het hoofd hebben hangen. Erger nog – laat het verhaal zien – arme mensen van lage komaf bezitten per definitie niet de mogelijkheid verstandige besluiten te nemen. Daar kunnen ze niets aan doen, blijkt in The White Tiger: de correlatie tussen armoede en domheid is vernietigend definitief. De enige weg uit de vicieuze cirkel zijn verzen van de dichter Mohammed Iqbal die Balram zich herinnert uit zijn jeugd. Die komen erop neer dat de slaaf alleen de ketens van zich kan afwerpen wanneer hij of zij schoonheid in het leven herkent.
Of dit Balram beschoren is, moet blijken. Hij begaat vele fouten, maar een ervan tekent zijn leven. Aan het begin van de film zien we hem als succesvolle internetondernemer in Bangalore, ogenschijnlijk ontsnapt aan het ‘bloedige kippenhok’. Langzaam, in flashbacks, blijkt hoe hij chauffeur wordt voor Ashok (Rajkummar Rao) en diens vriendin Pinky (Priyanka Chopra Jonas). De vader van Ashok runt een crimineel bedrijf dat maandelijks een zak met geld laat bezorgen bij een corrupte regeringsfunctionaris in Delhi. Ondertussen heeft Ashok een vaag plan om iets met outsourcing te gaan doen, maar hij blijft vooral rijkeluiszoon. Wanneer de auto waarin hij, Pinky en Balram zitten ’s nachts bij een ongeluk betrokken is, slaat de sfeer om – van zwarte comedy naar tragedie. Opeens is dat beeld van de kippenslagerij allerminst grappig.
Ik vermoed dat The White Tiger, geregisseerd door Ramin Bahrani die een paar jaar geleden Ray Bradbury’s klassieker Fahrenheit 451 schappelijk verfilmde, het verhaal van de roman getrouw volgt. Maar de film stelt teleur als het gaat om de visuele vertaling van Adiga’s tekst. Nergens is er een verrassende camerabeweging of een innovatief belichte scène. De montage is er alleen om het verhaal voort te laten bewegen, niet om bijvoorbeeld meer te laten zien van de innerlijke strijd van de personages. Zo blijft de film ondanks het sterke verhaal rechtlijnig, en uiteindelijk wel erg saai. Vroeger heette zo’n werk made for television, dat wil zeggen cinema van de tweede rang.
Nu te zien op Netflix