Voor het genieten van misdaadfictie, geschreven of verfilmd, is een talent vereist. Het mijne is klein. Wie voor de meeste plots te dom is, ontwikkelt balorige onverschilligheid inzake de vraag wie de schurk is en waarom. Natuurlijk draait het om meer dan ontknoping en natuurlijk is dit een stupide generalisatie in de geest van ‘ik houd niet van poëzie en Aziatisch eten’, want het ene gedicht of maal is het andere niet.
Dus waag ik soms een poging. Zo werd het kerstreces gevuld met The Killing, een Deense politieserie op dvd, en de Zweedse verfilming van de Millennium-bestsellers (KRO). De Denen (wereldwijd en ook hier bejubeld) bleef ik trouw tot over de helft van twintig (!) afleveringen, met sympathie voor de prettig gewone rechercheur Lund en haar ingehouden obsessie; met respect voor spel, karakters, sfeer, styling en schets van uiteenlopende milieus; met antropologische nieuwsgierigheid naar wat verwant maar toch heel anders is; en per keer vastgehouden door een onverwachte wending. Maar gaandeweg ontstond het gevoel dat twintig uren er beter twaalf hadden kunnen zijn; dat de wendingen minder verrassend werden. Goed bereid voedsel maar te veel en te vaak achtereen (voor de liefhebber juist nooit genoeg).
De Zweedse kaskraker in boekwinkel en bioscoop leverde een extremere reactie op. Ook hier vakkunde, maar na bijna vier uur hogeschool in seksuele perversie, sadisme, psychische beschadiging, politiek extremisme en Absoluut Kwaad liet ik delen twee en drie voor wat ze zijn. Doe mij maar een dramaserie over een arme linkse journalist die dit soort pillen schrijft, doodgaat voor ze wereldroem en kapitalen opleveren en van wie de familie, met wie hij gebroken had, zich enthousiast ontfermt over de erfenis zonder zijn levensgezellin (helaas niet officieel gehuwd) er zelfs in te laten delen. Bloedstollend en waar gebeurd. Ook geleerd dat Zweeds beduidend mooier klinkt dan Deens.
Op dus naar 2012 met meteen al bejubelde Amerikaanse series: Homeland (BNN) op zondag en Breaking Bad (VPRO) op maandag, beide Nederland 3. Want de dramaserie bloeit en triomfeert, in crime en daarbuiten. Toch geldt mijn tip iets totaal anders: Niet zonder jou van Peter en Petra Lataster. Prijsverzamelende documentaire over Peters bejaarde ouders Ger Lataster (schilder) en Hermine van Hall (fotograaf) in de laatste maanden van Hermine’s leven. Beginnend met Gers 88ste verjaardag, thuis, waarop tango gedraaid en gedanst wordt - het echtpaar aandachtig toekijkend - taart gegeten en gezongen; eindigend met een poging van Ger, kort na Hermine’s dood, weer te schilderen. Dat is door zijn lichamelijke conditie al langer een hele onderneming (met nog altijd prachtig resultaat), maar deze keer kan hij het emotioneel niet aan, huilt en zegt tegen zijn troostende zoon: ‘Daar kan geen mens tegenop schilderen.’
Geen scenarioschrijver die dat evenaart. Steeds vaker gaan documentaires over de maker zelf of diens naaste omgeving. Dat vereist koorddansen tussen nabijheid en distantie, tussen intimiteit en voyeuristisch vertoon. De Latasters leggen een meesterproef af, alle vier. De ouders die bereid zijn naast ‘de kinderen’ ook Peters camera- en geluidsman Tom d'Angremond toe te laten in hun steeds zwaarder wordende leven, niet alleen in keuken, kamer, tuin en atelier maar ook in slaap- en badkamer: ‘Hollywood in Sloterdijk’, zeggen ze lachend. ‘De kinderen’ die dat leven vastleggen in een film die liefdevol en respectvol is, en tegelijk genadeloos - de genadeloosheid van de natuur. De film bevat beelden uit de tijd dat de hoofdpersonen in de kracht van hun leven waren. Irritaties mogen door vergeetachtigheid en doofheid toegenomen zijn, zoetsappig en kritiekloos is deze liefde nooit geweest. Dat maakt het extra indrukwekkend.
Petra Lataster-Czisch, Peter Lataster, Niet zonder jou. Holland Doc, Human, donderdag 12 januari, 22.55 uur, Nederland 2