Had niet iemand me geattendeerd op dit boek, dan had ik het niet gezien. Sterker nog: ik zou er zelf niet graag mee gezien worden, de kaft, de titel, dit belooft erger dan chicklit te zijn. Zonde, want dan had ik een scherpe roman gemist over moeilijk benoembare gevoeligheden.
Alix Chamberlain is een New Yorkse jonge vrouw, uit een welgesteld milieu, die als we haar leren kennen net de stap heeft gezet om te verhuizen naar Philadelphia. Zoals Reid hierover schrijft, is het de stap van Amsterdam naar Haarlem (ik weet dat de VS meer oppervlak beslaan dan Nederland). Zo sust ze zichzelf in ieder geval; dat ze zó weer in New York is als ze wil, en dat het nog steeds redelijk stedelijk is met de benefits van ruimte en groen. Haar wat oudere man kan lokaal televisiepresentator worden, en zijzelf is niet echt aan een plaats gebonden met haar werk; ze is een soort influencer en wil haar eerste boek gaan schrijven. Voor haar twee jonge kinderen vindt ze een oppas: de slechts iets jongere Emira, die niet weet wat ze met haar leven moet, en nog steeds in een soort jeugdige stand blijft hangen van uitgaan met haar vriendinnen. De roman wordt verteld vanuit het wisselende perspectief van Alix en Emira, waarbij het feit dat de eerste wit is en de tweede zwart, een steeds pregnanter lading krijgt.
Ik vond een paar dingen heel bijzonder aan deze roman. Allereerst de manier waarop wordt beschreven hoe Alix ondanks zichzelf een soort feministisch boegbeeld wordt. Ooit schreef ze toevallig een goed geslaagde sollicitatiebrief voor iemand, want ze was nu eenmaal goed met brieven, en voor ze het wist was ze een spokesperson voor een beweging: #letherspeak. Daarnaast kan deze schrijfster heel goed een wederzijds ongemak tussen wit en zwart treffen, zonder dat dit een doel op zich lijkt. Emira doet alle moeite het geen ‘probleem’ te laten zijn, dat ze zwart is en voor een witte familie werkt, maar haar nieuwe witte vriendje probeert haar uit alle macht op andere ideeën te brengen. Een belangrijke verhaallijn is dat Alix en het vriendje van Emira ooit high school sweethearts waren, een relatie die niet ongelukkiger had kunnen eindigen. Ook dat had iets met al dan niet vermeend racisme te maken. Dat is nóg een kracht van deze roman: de ‘echte’ kwesties verbleken bij eventuele wit-zwartproblematiek. In het hart van de roman gaat het om de onvoorwaardelijke liefde van Emira voor haar oudste oppaskind, de bijna-verliefdheid die Alix voelt voor haar oppas, én het nooit verminderde verdriet van Alix over het verlies van haar eerste vriendje. Reid heeft een goed oog voor kleine liefde en groot verraad, het vertelplezier spat van de bladzijden. De huidskleur van haar personages speelt een rol, maar ook niet meer dan dat.
Ik ben toch even gaan kijken hoe dit boek is uitgegeven in Amerika. Of het er dan intelligenter uitziet. Such a Fun Age klinkt al iets ironischer, maar toch. Ik snap die titel niet, of zou age op ‘tijdperk’ slaan? Met leeftijd heeft dit boek in ieder geval niet zoveel te maken, niet meer dan dat leeftijd altijd wel iets is. Ook voor de Amerikaanse uitgave is gekozen voor een vrolijk pictografisch beeld, zij het wat ingetogener dan de Nederlandse versie. Ik weet het niet. Het is jammer als deze roman vanwege de ordinaire make-up verkeerde verwachtingen wekt, misschien zelfs helemaal geen. Ik vond het niet de best geschreven roman, wel krankzinnig levendig, maar in zijn onhandigheid veel biedend om te onthouden. Er zit ook een echt goeie clou in bijvoorbeeld. Ik hou nooit zo van ontknopingen, maar deze is goed. Voorstelbaar. En werpt een droevig licht op alles wat je ervoor hebt gelezen. Hoe je kunt vasthouden aan je eigen boze versie van wat er gebeurd is, omdat het leven zonder een beetje armetierig wordt.