Goochelkunstenaar De Grote Splendini (Woody Allen) gro ssiert in hyperbolen: ‘Echt, jullie zijn de beste! Een fantastisch publiek! Ik houd van je, echt! Gezegd met het grootst mogelijke respect: je bent een prachtig mens!’ En als klap op de vuurpijl: ‘Je bent een prachtig exemplaar van je ras!’ Ook heeft Splendini, beter gezegd Sid Waterman van Brooklyn, New York, geen last van gevoelens van twijfel. Immers, hij is een geboren ‘Hebreeër’, maar inmiddels is hij overgestapt naar ‘het narcisme’. Lichamelijk blijft hij in vorm, vervolgt De Grote Splendini, want ‘mijn angst werkt als een soort van aerobics’.

Woody Allen is op dreef in zijn nieuwe film Scoop. Het script is wonderbaarlijk luchtig, zonder aan diepgang in te boeten. De karaktertekeningen zijn inspirerend, zodat zelfs de schurk tot diep in het verhaal op de sympathie van de kijker kan rekenen. Het verhaal draait om Splendini/Sid, die tijdens een optreden in Londen de mooie Sondra Pransky (Scarlett Johansson) uit het publiek haalt om te participeren in zijn verdwijnact. In het midden van haar ‘verdwijning’, in de kast van Splendini, verschijnt opeens een spook, de overleden journalist Joe Strombel (Ian McShane). Strombel geeft een primeur door aan Sondra, namelijk dat de beroemde rijkeluiszoon Peter Lyman (Hugh Jackman) in werkelijkheid de gevreesde Tarotkaart-seriemoordenaar is. Samen met Sid gaat Sondra op onderzoek uit, waarna ze als een blok valt voor de verleidelijke Peter.

De lichtvoetige toon van Scoop en de chemie tussen Allen en Johansson máken de film. Net als in Allens donkerder Match Point van vorig jaar laat de beeldschone Johansson opnieuw zien dat ze wel degelijk kan acteren. En nog belangrijker: dat ze past in de acteerstijl in Allens films, dat wil zeggen een combinatie van frenetieke actie, nerveuze maniertjes en fijnzinnige, komische timing en ritme. Deze elementen zijn cruciaal in de thrillerachtige komedies in Allens oeuvre, films als Broadway Danny Rose (1984), The Purple Rose of Cairo (1985), Manhattan Murder Mystery (1993) en The Curse of the Jade Scorpion (2001).

In deze films spelen kleinkunstenaars vaak een belangrijke rol. Danny Rose was bijvoorbeeld een agent voor een scala aan lager wal geraakte goochelaars, zangers en acteurs; en in Jade Scorpion zijn de personages onderworpen aan Zoltan, een tovenaar die C.W. Briggs (Allen) in zijn greep heeft. Leuk is tevens de verwijzing in Scoop naar Jade Scorpion: Sondra gebruikt de naam ‘Jade Spence’ als ze undercover gaat en verliefd raakt op Peter.

Is de goochelact voor Allen een metafoor voor het creatieve proces, voor het tot stand komen van een kunstwerk? Het lijkt erop, want in Scoop is Splendini de schepper, de drijvende kracht achter het verhaal én de personages. De grappen over kleinkunst Amerikaanse stijl in Londen, net als in Match Point de setting van de film, zijn hilarisch. Nooit zou hij in Londen kunnen wonen, zegt Sid. Vanwege het taalprobleem. Bovendien, wat te denken van het rijden aan de verkeerde kant… En er is een prachtige scène waarin Sid in een piepklein autootje op de snelwegen rond de Britse hoofdstad scheurt, angstig en nerveus als altijd.

Wie Woody Allen zo ziet, zo magnifiek en prachtig en beduidend ouder geworden, realiseert zich steeds meer de irrelevantie van beschouwingen waarin wordt opgemerkt dat deze cineast de laatste jaren zelden of nooit meer het niveau van zijn gouden tijdperk, eind jaren zeventig, bereikt. Feit is dat Woody Allen net als Alfred Hitchcock en Stanley Kubrick bijna een genre op zich is geworden. En net als deze regisseurs heeft Allen welbeschouwd nog nooit een echt slechte film gemaakt. In ieder geval ontstijgt hij steeds meer in kwantitatieve zin de Hitchcocks en Kubricks. Want traditiegetrouw is Scoop nauwelijks in de bioscoop of Allens volgende film wordt alweer gemonteerd. Volgens de filmdatabase imdb.com is de titel: Untitled Woody Allen Summer Project (2007). Inderdaad: het maakt volstrekt niets uit wat de titel is of waar het werk over gaat. Het is een Woody Allen-film. Dat zegt alles.

Te zien vanaf 19 oktober