
Lee Bains en zijn band The Glory Fires stonden vorig jaar op de eerste editie van Once In A Blue Moon, een festival in het Amsterdamse Bos, waar americana, blues, folk en andere rootsmuziek centraal staan. Lee Bains stond in de kleine tent, direct na het optreden van veteraan David Crosby in de grote. Hij kon pas beginnen toen Crosby klaar was. Maar die was nog lang niet klaar. Nog een nummer, nog een solo. En Bains maar wachten, voor een steeds ongeduldiger publiek, dat inmiddels ‘Ouwe lullen moeten weg’ inzette. Bains smoorde het gemor door naar zijn microfoon te lopen voor het statement ‘You gotta respect mister Crosby, y’all’. Om vervolgens aan de zijkant van het podium weer te wachten op zijn beurt, vol zichtbaar ongeduld.
Het was een mooi beeld, door dat ongeduld om zelf te spelen in combinatie met het bewustzijn dat ook muziek op momenten als deze een hiërarchie kent, waarin ervaring bepalend is.
Bains komt uit Alabama, en hij hoeft zijn mond maar te openen om dat zuiden te laten horen – al bevat zijn stem veel soul, al zijn lettergrepen kennen een knauw. Hij maakt ook muziek die bol staat van zuidelijke invloeden, met gelijke delen country, blues en rock. Vergeleken met zijn vlammende liveoptredens klinken zijn albums wat flets; het is hem nog niet gelukt zijn live-energie in een studio te vangen. Daarom is zijn beste album zijn recentste: een livealbum. Zo moet hij klinken, dampend en imperfect. Op zijn livealbum Live At The Nick wordt bovendien veel duidelijker wat Bains onder die cowboyhoed is: een linkse activist. Tegen het kapitalisme, tegen racisme, tegen seksisme, tegen homofobie, tegen gentrificatie: vul zelf maar aan.
Het amusante aan zijn livealbum is dat hij bij nummers als Underneath The Sheets of White Noise even snel inleidt waar ze over gaan, met de nadruk op snél, want Bains onderschat bepaald niet het belang van vaart tijdens optredens. Dus weet hij in vijftien seconden nog even een statement te persen over het belang je eigen privileges te bevragen, ‘and empower some people and disempower other people, ’cause if we ain’t all free, ain’t non of us free’.
Het past maar nét in een teug zuurstof, je hoort de band al warmdraaien, maar het móet er duidelijk nog even uit, in minder seconden dan Crosby uittrekt voor een solo. Het is die geëngageerde geestdrift die Bains onweerstaanbaar maakt, in combinatie met een ronduit hongerige speelvreugde. Zo fel, puntig en zwart-wit geformuleerd als zijn opvattingen soms zijn, zo kleurrijk is zijn muziek, zorgvuldig ingevuld met de volledige geschiedenis van het deel van de Verenigde Staten waar hij zijn rebellie mee deelt, maar niet noodzakelijkerwijs de kleur daarvan.
Lee Bains III & The Glory Fires spelen 5 mei op zowel het Bevrijdingsfestival in Den Bosch als Zwolle, op 7 mei in Cinteol in Amsterdam, op 8 mei in het Paard in Den Haag, voor meer speeldata zie thegloryfires.com