Sanya Kantarovsky, Wet Hands, 2015. Olieverf, pastel, aquarel, oliekrijt op doek, 190,5 x 139,7 x 3,4 cm © Robert Wedemeyer / Raf Simons Collection, België

Charles Baudelaire schreef zijn lofzang op Le peintre de la vie moderne in 1863. De schilder van het moderne leven is weliswaar oud, maar hij kijkt als een kind dat alles voor het eerst ziet, alsof hij dronken is. ‘Il faut être absolument moderne’, schreef Arthur Rimbaud tien jaar later. Modern moest het leven worden na het verblijf in de hel, tijdloos, aldus de op dat moment negentienjarige dichter.

Lang werd schilderen niet gezien als iets voor de moderne kunstenaar. In de jaren zeventig en tachtig werd het academiestudenten zelfs afgeraden. Inmiddels is kunst waarin verf en penselen zijn gebruikt weer terug in de galeries, op beurzen en in hedendaagse kunstmusea. In Museum de Fundatie in Zwolle heeft schrijver en kunstcriticus Hans den Hartog Jager het werk van zestien jonge kunstenaars samengebracht, allemaal onder de veertig, allemaal schilder. Ieder verbeelden ze de wereld om hen heen vanuit hun eigen perspectief.

Nieuw is nu dat ze uit de hele wereld komen, en vaker vrouw zijn dan man. Nieuw voor het oplettende Nederlandse museumpubliek zijn de namen niet allemaal, Raquel van Haver en Neo Matloga hadden al meerdere tentoonstellingen, en ook het werk van Avery Singer, Melike Kara, Antonio Obá en Marina Rheingantz was al eerder te zien in een Nederlands museum. Het werk van Salman Toor is na zijn solotentoonstelling in het Whitney in 2019 zelfs zo innig door de musea omarmd dat in plaats van de vijf schilderijen die in de fraaie catalogus staan er in Zwolle maar eentje te zien is, de rest hangt bij een groot retrospectief van de nu veertigjarige kunstenaar in het M Woods Museum in Beijing.

Genoeg ander moois en nieuws te zien bij Brave New World. Den Hartog Jager nam de titel van de dystopische roman van Huxley uit 1932, het is tegelijk een citaat uit Shakespeare’s The Tempest, dat zowel positief als ironisch en somber kan worden opgevat. In Zwolle overheerst de uitbundigheid, als een kleurenwaaier waaruit het moeilijk kiezen is.

Sanya Kantarovsky leent enthousiast van de klassieke moderne schilders zonder ze alleen maar te kopiëren. Iets wat meer schilders hier doen, vooral de mannelijke kunstenaars gebruiken herkenbare, realistische beeldtaal om hun niet-heteroseksuele en niet-witte wereld onder te brengen bij de schildercanon. Anderen, vaak vrouwen, kiezen voor minder herkenbare beelden. Zo verbeeldt Portia Zvavahera op haar grote doeken haar dromen, ‘visuele gebeden’, waarin ze niet de oude meesters maar God als enige voorbeeld zegt te nemen. Loie Hollowell maakt schilderijen die op het eerste gezicht misschien nog doen denken aan de jaren zestig en zeventig, totdat duidelijk wordt dat die geometrische vormen borsten, tepels, penissen en vulva’s zijn. Ze nemen ruimte in, knipogen met de driedimensionale bollingen en holtes naar het werk van Anish Kapoor, maar zijn vooral heel ongegeneerd eigen. En daarmee absoluut modern. Voor nu.

Brave New World is nog tot 11 juni te zien in Museum de Fundatie in Zwolle