Het is één van twee grappen in de openingsaflevering van het drieluik De kanarie in de kolenmijn, onderzoek naar toenemend antisemitisme in steden met van oudsher joodse gemeenschappen. In Engeland, Frankrijk en hier. Ze begint in Mokum, ooit veilig toevluchtsoord voor joden. De grap heeft een serieuze ondertoon: waarom dat kettinkje niet af doen als je weet dat sommige jongens ‘met migratieachtergrond’, sterk vertegenwoordigd in de De Miranda-populatie (het bad genoemd naar de joodse wethouder die het liet aanleggen in een wijk met ooit veel joodse bewoners, onder wie Anne en de ouders van Max en Hanneke) er geheid op aanslaan?

Misschien vraagt ze het als advocaat van de duivel, misschien vindt ze het nodeloos vragen om problemen. Maar Max is stellig: zijn ster af doen? Nooit! Integendeel: de discussie aangaan en soms leidt dat tot gesprek. Als Max, in zwembroek, dat durft, dan moet Hanneke ook, figuurlijk, het diepe in, vindt ze. En ze trekt naar Geuzenveld. Daar worden zij en wij niet vrolijk van. Twee jongens met hoodies en gezichtsbedekking blijken tot een soort contact bereid. Of liever, tot educatie. De gruwelfilmpjes op hun telefoons blijven ons goddank bespaard, maar een screenshot van James Foley vlak voor de executie volstaat voor hun onthulling: ‘Is gewoon Amerika; Isis, dat zijn gewoon kankerflikkers die islam kapot willen maken. Fok Amerika, fok de kankerjoden.’

In een eerder bezoek aan schrijver Mano Bouzamour had die al verteld hoe in het Oost van zijn jeugd doelpunten op het voetbalveldje met de Hitlergroet werden gevierd; en hoe zijn moeder, als hij op zijn kamer naar klassieke muziek luisterde, riep om die ‘jodenmuziek’ zachter te zetten. Maar Mano leerde op het lyceum een joodse jongen kennen. Dat die ook van Ajax, meisjes, klieren en kloten hield bleek mede voldoende voor bekering tot wat hij nu is, ‘een ex-antisemitische, militant-humanistische klovendichter’. Hij vertegenwoordigt de categorie hoop, zoals ook een lerares en haar vmbo-klas dat doen, door dagelijks respectvol te debatteren. Toch blijkt dat tegenwicht te klein voor de presentatrice die tijdens dit project ‘in de steek werd gelaten door mijn vertrouwde onbenulligheid van “het zal zo’n vaart niet lopen”’. Ze hoorde inderdaad wel erg veel narigheid (zie boven) en trof joden die overwegen te emigreren of zich voorbereiden op harde zelfverdediging. En inderdaad, de permanente politiepost bij onze synagoge, waar voorheen, ook al erg, jonge vrijwilligers op sabbat patrouilleerden – het went nooit. Evelien Gans beschrijft voor Hanneke antisemitisme als ‘multifunctioneel projectiescherm’ voor alle frustraties en rancunes en definieert de ‘kanariefunctie’: als antisemitisme toeneemt geldt dat ook voor anti-gevoelens tegen andere ‘anderen’: moslims, zwarten. Een radicaliseringsdeskundige bevestigt onze zorgen over de invloed van social media.

De andere grap? Hanneke is nog nooit op straat bedreigd. Zegt opperrabbijn Jacobs: ‘Zet een hoed op, koop een baard, kijk wat er gebeurt.’

Hanneke Groenteman (presentatie), De kanarie in de kolenmijn, EO, drie delen, vanaf zondag 4 december, NPO 2, 19.20 uur