Sara Sejin Chang (Sara van der Heide), Four Months, Four Million Light Years, 2020 © Sang-tae Kim

‘Vaarwel moeder, vader, grootvader, grootmoeder’, zingt een vrouw in het Koreaans, in een plechtige setting. Naast haar hangen banieren met Koreaanse teksten, dezelfde die ook te zien zijn in de zaal waar de film groot wordt getoond. Het lied is gericht aan de kinderen die nog geboren moeten worden. Want even later vertelt een stem dat zodra het kind uit de moederbuik komt, het zal worden meegenomen door mensen die niet hun familie zijn. De film Four Months, Four Million Light Years is gemaakt in 2020 door Sara Sejin Chang (Sara van der Heide, Zuid-Korea, 1977), en is nu te zien in expositieruimte Rozenstraat in Amsterdam. Chang kreeg vorige week de Theodora Niemeijer Prijs, die vanaf dit jaar wordt uitgereikt aan mid-career vrouwelijke kunstenaars en die is verhoogd naar honderdduizend euro. 75.000 daarvan is vrij te besteden, 25.000 wordt beschikbaar gesteld als aankoopbudget voor het Centraal Museum, dat haar nomineerde en nog tot 4 juni Changs film Brussels 2016 vertoont.

De zorgvuldig gecomponeerde film in Amsterdam is een poëtische aanklacht tegen het Nederlandse adoptiebeleid en het koloniale denken. Muziek, documentatie, door Chang geschilderde details en beelden van het uitgestrekte steppelandschap en een sjamanistisch ritueel vormen een aangrijpend geheel.

De vier maanden uit de titel van de film verwijzen naar de periode dat kinderen volgens de Koreaanse wet in een weeshuis moesten verblijven voordat adoptiebureaus ze met een nieuwe identiteit naar Europa en de Verenigde Staten mochten verhandelen. Chang legt uit hoe deze mensenhandel ontstond als gevolg van de ‘vergeten’ Koreaanse Oorlog (1950-1953). Naast het Amerikaanse leger waren daar ook bijna 3500 Nederlandse soldaten bij betrokken. Twintig procent van de Koreaanse bevolking werd vermoord, veel meer mensen waren voor het leven getekend. Direct na de oorlog begonnen adoptiebureaus met de transnationale mensenhandel, alleen in Nederland zijn al ongeveer veertigduizend mensen geadopteerd vanuit het ‘globale Zuiden’.

Op het scherm verschijnen foto’s van witte militairen met Koreaanse baby’s. Het ontvoeren van de kinderen – die vaak geen wees waren – ontwrichtte het Koreaanse kinderzorgsysteem. Klinisch psycholoog Miranda Ntirandekura Aerts vertelt over het destijds in het Westen gangbare idee dat als je een kind maar vroeg genoeg bij zijn of haar ouders weghaalt het zich makkelijker hecht aan nieuwe verzorgers. Terwijl je het kind daarmee juist het enige herkenningspunt ontneemt dat het heeft bij de geboorte. Chang vertelt dat in 1979 in de Nederlandse Tweede Kamer al vragen werden gesteld over de adoptiepraktijken: aan het importeren van pinda’s waren meer voorschriften gebonden dan aan de adoptie van een buitenlands kind. Een Koreaanse zangeres zingt een lied over een koekoek – de vogel die erom bekend staat eieren in de nesten van andere vogels te leggen.

Al in de zeventiende eeuw tekende cartograaf en burgemeester Nicolaes Witsen bij deze regio een karikaturale ‘schaman ofte Duyvel-Priester’, en dat beeld zou lang het beeld bepalen. Chang maakt duidelijk dat een herziening noodzakelijk is.

Sara Sejin Chang (Sara van der Heide), Four Months, Four Million Light Years, tot 9 april in
Rozenstraat in Amsterdam.