Mohammed Osman (35) kwam zondag naar Turkije en wil maandag al weer terug: ‘Ik moet ons huis beschermen en vechten tegen IS.’
Op de dag dat Osman naar Turkije kwam, was de grens officieel dicht. Hij kwam door het veld, dat aan de Syrische kant vol ligt met landmijnen. Zijn vrouw en twee van zijn zeven kinderen raakten gewond. Hij kan niet dezelfde terugweg nemen. ‘Onmogelijk’, zegt hij, vlak bij het legercordon dat de doorgang naar de grensovergang afsluit. ‘Het Turkse leger ziet vluchtelingen door de vingers, maar voor de tocht de andere kant op geven ze geen toestemming.’
Met twaalf andere mannen wil hij proberen het leger met argumenten te overtuigen ze door te laten. Mesut Ibrahim (25), heeft, vindt hij, een sterk argument: ‘Ik heb een Syrisch paspoort. Ze kunnen me toch niet zomaar tegenhouden als ik naar mijn eigen land wil?’
Maar ja, dat kunnen ‘ze’ wel. Niet met argumenten, maar met traangas. De aanval begint ineens, nadat jonge Turkse Koerden met vlaggen zwaaiden en slogans riepen: ‘Berxwedana YPG!’ en ‘Zonder leider geen leven!’ Waarbij de leider het pkk-hoofd Öcalan is en de ypg de Koerdische gewapende groep (gelieerd aan de pkk) die strijdt tegen de Islamitische Staat. Waarom mogen de mensen niet terug naar Kobani als ze dat willen? Van officiële zijde wordt er niets over gezegd, maar de mannen denken het te weten. Erdogan is in New York om bij de Verenigde Naties te pleiten voor een bufferzone in Noord-Syrië. Een sterke ypg die de Koerdische gebieden in Noord-Syrië weer stevig in handen heeft, zoals de afgelopen pakweg twee jaar het geval was, kunnen ze daarbij niet gebruiken, en dus wordt de mannen de toegang tot hun eigen grond ontzegd. Mesut Ibrahim: ‘Turkije wil Syrisch Koerdistan van de kaart vegen.’
Een Koerdische nieuwszender zendt later op maandag beelden uit van een groepje mannen dat dwars door het traangas heen de grens bereikte en over de gesloten grensdeuren klom. Mesut Ibrahim was erbij.