
In het afgelopen jaar is er welgeteld één lied uit zijn pen gekomen. Met de cursus tot cabaretier/kleinkunstenaar is hij, na drie jaar, gestopt. Sander Essers (1950) laat het lied horen op zijn laptop. Hij zingt over zijn broer Peter.
‘Zeilen, zeilen naar de horizon. Die vlucht, dat was niet jouw idee. Jouw schip is klaar, jíj wilt naar zee. Je vrouw zegt: “Toe, zo’n verre reis: voor ’t laatst nog onze kind’ren mee”…’
Peter Essers (1948) zat met zijn vrouw Jolette Nuesink en hun twee kinderen Emma en Valentijn in vlucht MH17. Ze waren op weg naar Borneo. Peter was net met pensioen en zou na zijn vakantie samen met Sander een zeiltocht naar Brazilië maken, een oude droom die werkelijkheid zou worden. ‘Peter was zijn hele leven een keiharde werker. Hij was iemand die genieten voor zich uit schoof, alles was altijd gericht op later, later, later. Later, als ik tijd heb, dan ga ik weer zeilen. Hij had een mooie boot gekocht, alles in orde gemaakt met de beste navigatie – hij was erg van de veiligheid. Net voordat het klieven van de golven kon beginnen, gebeurde dát.’
Sander Essers zit aan de keukentafel van zijn huis in Renkum. Het gesprek gaat over de impact van de vliegtuigramp op het leven van nabestaanden. Er is al zoveel over geschreven dat hij heeft geaarzeld op mijn verzoek in te gaan. Bovendien heeft hij matige ervaring met ‘de pers’ die hem meteen wist te vinden toen het eerste nieuws op 17 juli doorkwam. Hij reed door Den Haag waar hij op het huis van zijn broer ging passen toen hij op de autoradio een bericht hoorde over een neergestort vliegtuig van Malaysia Airlines. Zo’n vier uur daarvoor had hij Peter nog aan de telefoon gehad die vertelde dat ze de slurf in gingen. ‘Ik wist voor negentig procent zeker dat het mis was.’ Zijn gsm begon te gonzen. Zijn vriendin Loes die vroeg of hij iets wist. Een van Peters dochters uit zijn eerste huwelijk die op deze snikhete dag op het Scheveningse strand lag en iets had gehoord en panisch schreeuwde: ‘Zeg dat het niet waar is.’ In het woonhuis rinkelde de huistelefoon. Een journalist van een internationaal persbureau vroeg in gebroken Nederlands of hij mevrouw Nuesink kon spreken. ‘Ik wilde het gesprek afbreken, maar hij klonk zo dwingend dat ik dacht: misschien is het een van haar cliënten die in acute geestelijke nood verkeert. Jolette werkte als klinisch psycholoog voor slachtoffers met een oorlogstrauma. De journalist zei dat haar paspoort in Oekraïne was gevonden. De berichten vielen meteen in elkaar.’
De foto van het paspoort van Jolette Nuesink die na de crash via Twitter de wereld over ging was een van de eerste concrete aanwijzingen dat de 298 inzittenden van de MH17 waren omgekomen. Buren die vanwege de circulerende paspoortfoto gebeld waren door de nos stroomden toe. Een verslaggever van het Algemeen Dagblad stond even later aan de voordeur en zei: ‘Dit is een van de naarste klussen van mijn beroep, ik wil weten wat er aan de hand is, of het klopt van het paspoort.’ Een tweede artikel van dezelfde krant was door de eindredactie van zo’n kop voorzien dat het leek alsof Sander ook iets positiefs zag in de ramp. Daar werd hij door mensen op aangesproken. ‘Heel vervelend, ik had alleen gezegd dat het goede bijeffect was dat ik mijn nichtjes, Peters dochters uit zijn eerste huwelijk, beter had leren kennen.’
Dat media gretig reageren op menselijk drama en de neiging hebben tot sensatie is niets nieuws. Maar deze ramp, waarbij 196 Nederlanders omkwamen, ontketende mega-media-aandacht die, in ieder geval in de eerste weken, in de pas liep met een oprechte behoefte bij het publiek. Iedereen leek wel iemand te kennen en daarmee, zo viel telkens te horen, kwam het heel dichtbij. Het gaf aan hoe klein en sociaal verknoopt Nederland is. Zo kende ik het gezin Essers redelijk goed. Emma was een lagere-schoolvriendin van mijn dochter en in die periode kwam ik regelmatig bij hen over de vloer. Een ‘gewoon’ gezin. Moeder psychotherapeut, vader werkte bij telecombedrijf Orange. Emma was vrolijk, druk, slim en heel knap. Peter zei een keer trots tegen mij: ‘Ik kan veel, maar het best ben ik in het produceren van mooie kinderen.’ Emma ging na het gymnasium geneeskunde studeren in Groningen en haalde moeiteloos haar eerste jaar. ‘Jij zou het gaan maken, Em’, schreef een van haar vriendinnen in het gedenkboek dat haar vrienden hadden gemaakt.
Wat deze vliegramp bovenal anders maakt dan andere vliegrampen is de internationale politieke dimensie. De MH17 stortte neer in een oorlogsgebied, wat iedere normale procedure voor het onderzoek naar de oorzaak, de berging van de slachtoffers en de repatriëring van de vliegtuigbrokken belemmerde.
Terwijl het huis de eerste dagen vol zat met familie, vrienden en buren, vrienden van de kinderen bloemen legden in de voortuin, iedereen vroeg of ze konden helpen, hoorden Sander en de directe familie anderhalve dag vanuit de klm, Schiphol of de overheid niks. ‘Veel mensen begonnen meteen te mopperen op de overheid. Maar ik voelde alleen maar immens verdriet. Ik dacht aan de levens die afgebroken zijn. Op tv zag ik beelden van een vliegtuig dat neerstortte en dacht aan hoe zij hun laatste seconden hebben beleefd. Afschuwelijk. De volgende dag bleek dat dit een verkeerd filmpje was. Heel kwalijk.’
Naast de permanente nieuwsuitzendingen op tv kwam er via diverse bronnen op internet allerlei informatie langs, deels onbetrouwbaar, maar soms correct en nuttig. De zoon van Sanders vriendin Loes had bijvoorbeeld een passagierslijst op internet gevonden voordat die officieel naar buiten werd gebracht.
Op 19 juli werd Sander gebeld door een familierechercheur van de overheid. Twee rechercheurs kwamen die zaterdagavond langs om het hulpprogramma uit te leggen. ‘Je krijgt slachtofferhulp aangeboden, waar wij voor de psychologische verwerking overigens nooit gebruik van hebben gemaakt. We hebben gelukkig genoeg mensen om ons heen. Ze geven raad hoe je moet omgaan met de pers, zoals: houd er rekening mee dat uitspraken op internet komen. We kregen een uitgebreide vragenlijst over fysieke kenmerken van de omgekomen familieleden. Dat vond ik prima. Er viel niet veel meer te doen. De grote ellende is geschied. Alles daarna wordt al gauw franje, de herdenkingsbijeenkomsten en de ceremoniële terugkeer van de stoffelijke overschotten. We hadden ons eigen verdriet, en opeens was het ons aller rouwproces. Met het publieke rouwen hebben we moeite.’
Over het bijwonen van het ceremonieel met hoogwaardigheidsbekleders bij de terugkeer van de eerste veertig lijkkisten op vliegveld Eindhoven hebben ze getwijfeld. ‘Maar we besloten na een nacht slapen toch te gaan. De uitgestoken hand moet je aannemen.’ En hij vond het goed. ‘Perfect georganiseerd, ingetogen. De pers stelde zich volgens afspraak terughoudend op, de camera’s waren niet op de nabestaanden gericht. Petje af voor de regering. Ze zaten daar tweeënhalf uur in de brandende zon. Soms, bij de eerste informatiebijeenkomst in Nieuwegein, schaamde ik me voor mensen die hardop scholden op de overheid en riepen dat we ons als klein landje in een hoek lieten drukken en we er met ons leger op af moesten. Ik dacht: “Tjee, zij zijn voor ons op hoog niveau bezig, dat kost tijd en je kunt niet meteen alle info daarover verspreiden.” Premier Rutte deed het goed. Hij zei begrip te hebben voor alle emoties die loskwamen, maar ferm achter zijn mensen te staan.
Op 12 september hebben we in de Nieuwe Kerk in Den Haag een herdenkingsbijeenkomst gehouden voor de familie en vrienden. Op dat moment was alleen het lichaam van Jolette geïdentificeerd. Afscheid nemen is nodig voor de rouwverwerking. Er waren mensen uit allerlei kringen, werk, school, studie, buren, familie – een kerk vol verdriet. Ook de besloten herdenking die de gemeente Den Haag organiseerde voor de nabestaanden op 18 september was goed, informeel en gelukkig zonder opsmuk. De herdenkingsdienst van nationale rouw in de Amsterdamse Rai op 10 november vonden we eveneens waardevol. De herdenking in Nieuwegein straks op 17 juli slaan we over. Weer het opzeggen van alle namen, weer alle foto’s – voor ons hoeft het niet. Althans, dat zeg ik nu.’
Te midden van alle emoties moet er een scala van praktische zaken geregeld worden. Enkele weken na de ramp kwam een forensisch team in het huis vingerafdrukken opnemen. ‘Loes had alles al gewassen. De informatie om zoiets niet te doen had dus al in die eerste 24 uur gegeven moeten worden. Een puntje voor bij een volgende ramp. Op veel oppervlakken bleef zwart poeder achter. Duidelijk dat ze dit werk doorgaans in een crimineel milieu doen. Uiteindelijk zijn onze familieleden via gebitsafdrukken en dna-sporen geïdentificeerd.’ Van Peter is de portemonnee teruggekeerd. Daar zat een schroeilucht aan. Er zat nog driehonderd euro in.
Slachtofferhulp gaf informatie over hoe ze schadevergoeding kunnen regelen. Ze waarschuwde ook voor malafide advocaten of gespecialiseerde bureaus uit Amerika die zich aanbieden. ‘Wij zijn in zee gegaan met een bureau in Amsterdam dat zijn sporen heeft verdiend bij de vliegramp in Tripoli.’ Waar het op neerkomt, zegt hij, is dat Malaysia Airlines aansprakelijkheid heeft, ook al zouden ze geen schuld aan het incident hebben. Ze geven een voorschot van 35.000 of 50.000 dollar per overledene. Sander denkt dat aan sommigen al een voorschot is uitgekeerd. Over dat voorschot hoeft geen verantwoording afgelegd te worden. Mocht er aantoonbaar meer schade geleden zijn, dan wordt er meer vergoed. Er is (voorlopig?) geen sprake van smartengeld. De Nederlandse wet (er)kent dat namelijk niet. In andere landen kan dat wel gebruikelijk zijn. Er wordt dus bekeken volgens de wetten van welk land schadeclaims afgehandeld worden. Ook Malaysia Airlines was verzekerd, via Lloyd’s of London, zodat de regeling loopt via verzekeringsmaatschappijen. Intussen proberen de advocaten van de nabestaanden met de advocaten van die verzekeringsmaatschappijen tot geschikte regelingen te komen. Voor de familie Essers-Nuesink wordt het bedrag uitgekeerd aan de erfgenamen: de broer van Jolette en Peters beide dochters.
En dan was er nog een groot huis dat lag te wachten op een familie die nooit meer terugkeert. Dat moest met elkaar worden opgeruimd, een arbeidsintensieve klus waarbij ze met verschillende instellingen en achtergronden van elkaar moeten zien om te gaan.
‘Peter bewaarde alles. Zelfs in de kruipruimte van het huis lag een enorme hoeveelheid spullen opgeslagen. Van rapporten en schoolschriften uit zijn jeugd en documenten van zijn werk, tot aan bouwmaterialen. Voor zijn werk en privé heeft hij veel gereisd, hij is in zo’n honderd landen geweest, en alle boardingpassen en landeninformatie lagen keurig in mappen. Hij was zendamateur, en een berg materiaal dat grotendeels nog van onze vader was, zat door elkaar in dozen. Behalve het huis waren er een boot, een appartement, verzekeringen – we moesten alles uitvogelen. Zij hadden natuurlijk nooit bedacht dat ze alle vier in één keer zouden omkomen. We moesten daarvoor hun computers in. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk. Met hulp van de firma Apple lukte het om een wachtwoord te omzeilen. In de computer van Jolette zaten gegevens over haar cliënten. Ik ben niet gecertificeerd om daar in te gaan. Dat is gelukt met hulp van haar vakgenoten.’

Een jaar lang was het sjouwen met spullen. Het bomvolle huis raakte steeds leger. In de muziekkamer van Sander staan nog veel volle dozen. Die wil hij voor 17 juli opgeruimd hebben. ‘Het is telkens iets wegstrepen. Koesteren en loslaten. Maar voor alle fotoalbums gescand zijn… Die klus blijft nog even liggen.’ Vorige week is het huis in Den Haag verkocht. De boot heeft eveneens onlangs een nieuwe eigenaar gekregen. ‘Mijn leven gaat door met een hap eruit.’
Met het onderzoek naar de schuldvraag heeft hij zich minder beziggehouden. Hij sprak vaak met Peter over internationale ontwikkelingen, de bedreiging die sinds de annexatie van de Krim door Rusland uitgaat voor de vrede in Europa. Peter ergerde zich aan Guy Verhofstadt, die een grote broek aantrok tijdens zijn toespraak voor de demonstranten op het Maidanplein op 21 februari 2014. Ze maakten zich zorgen over de rafelranden van Europa, over de Middeleeuwen die vanuit het Midden-Oosten rammelen aan de poorten van Europa. ‘Het is een interessante en spannende tijd. We zitten hier op een eiland van vrede, maar hoe lang nog?’ Sander volgt alles wel, de internationaal-politieke setting sinds 17 juli 2014 met extra interesse, maar niet elke oprisping die plaatsvindt.
De familierechercheurs en de Stichting Slachtofferhulp houden nabestaanden een paar keer per week via nieuwsbrieven op de hoogte. ‘Als er stoffelijke overschotten of lichaamsdelen geïdentificeerd zijn, krijgen we dat van de familierechercheurs te horen. Aanvankelijk kwamen ze daarvoor speciaal naar de dochters van Peter in Den Haag en waren bereid naar ons in Renkum toe te komen om het nieuws en de details persoonlijk door te geven. Heel goed, maar voor ons hoefden ze niet naar Renkum te komen. Die lui hebben nog meer te doen, waardoor misschien andere narigheid voorkomen kan worden, is onze redenering. Ook als er ’s avonds iets op de tv komt, in nieuws- of actualiteitenprogramma’s, krijgen we dat van tevoren te horen of te lezen in de Nieuwsbrief. Of informatie met betrekking tot het terughalen van wrakstukken, de mogelijkheid om de stukken te komen bekijken; individuele initiatieven zoals de oprichting van een Stichting MH17 of het plaatsen van een monument; wanneer een voorlopig rapport klaar is. Op 16 juli zal er een documentaire worden uitgezonden over de ramp. De nabestaanden zijn uitgenodigd om een voorvertoning te bekijken, met ruimte om erover te praten.’
De overheid en Slachtofferhulp en ‘iedereen die deze carrousel draaiende houdt’ krijgen van Sander lof voor de communicatie. ‘Er zijn anderen die graag zo snel mogelijk alle details op tafel willen hebben, opdat, zo neem ik aan, ze zelf hun conclusies kunnen trekken en de schuldigen aanwijzen. Misschien willen ze genoegdoening voor het grote onheil en onrecht. Maar ik hoef niet elke snik mee te maken. Boos op de separatisten en president Poetin ben ik ook. Je kunt er de zure gevolgen niet mee goedmaken.’
Sander heeft vooralsnog vertrouwen in het onderzoek. ‘Het is, en wordt, waarschijnlijk goed gedaan, waarbij grotere belangen scherp in de gaten worden gehouden. Ik snap dat het moeilijk is om geduld te oefenen. Ik vind het van zeer groot belang dat alle puzzelstukjes boven tafel komen, maar dan wel tegelijk met de door de betreffende instanties gelegde puzzel en gemaakte analyses en de analyse van de missende stukken. Leg je elk puzzelstukje op tafel zodra het gevonden wordt, dan gaat ieder zijn eigen puzzel construeren en komen we in een eindeloos gesteggel over wiens puzzel de werkelijkheid echt weergeeft, terwijl de puzzel een week later, als er een nieuw puzzelstukje boven tafel komt, opnieuw gelegd moet worden. Dat betekent veel meer roeren in open wonden. Ik zie liever dat alles zeer zorgvuldig en behoedzaam gebeurt, zeker in deze hachelijke en broze politieke veiligheidssituatie. Misschien hebben anderen heel andere ervaringen dan ik, of hebben ze goede gronden om te protesteren, gronden die ik over het hoofd zie.’
Hij memoreert een incident tijdens hun persoonlijke herdenking op 12 september in de Haagse kerk. ‘Ik sprak in mijn speech over de rol van Poetin en opeens brulde er in de doodstille ruimte een stem: “Maar het zijn de Amerikanen.” Na afloop kwam hij, een gepassioneerde leraar die van oorsprong Russisch is, zijn excuses aanbieden: “Sorry dat ik me zo liet gaan”. Het is zoals het misschien is gegaan bij Charkov: eerst schieten en dan denken.’
Het onderzoek
Op 22 juli 2014 kwam het onderzoek naar de vliegtuigramp formeel in handen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Deze raad is in 2005 opgericht, na een bundeling van bestaande losse onderzoeksraden, en staat sinds 2011 onder leiding van Tjibbe Joustra. De Onderzoeksraad is gericht op het verbeteren van de veiligheid in Nederland en kijkt daarbij vooral naar die situaties waarbij burgers voor hun veiligheid afhankelijk zijn van de overheid, bedrijven of instellingen.
Voor de ramp met de MH17 leidt de Onderzoeksraad het internationaal onderzoeksteam waarin luchtvaartdeskundigen zitten uit Oekraïne, Maleisië, Australië, Amerika, Engeland en de Russische Federatie. De fly data recorder en de cockpit voice recorder – ‘zwarte dozen’ – waren binnen een week getraceerd. Het verzamelen van materiaal op de crashsite is vanwege de conflictsituatie in de regio Donetsk moeizaam geweest en nam maanden in beslag. Er wordt daarnaast gebruikgemaakt van diverse andere bronnen. De hamvraag is wie de trekker op 17 juli heeft overgehaald en in wiens opdracht dat is gebeurd.
Op het onderzoek is vanaf het begin kritiek geweest. De Nederlandse regering kan niet onafhankelijk zijn vanwege de Nederlandse slachtoffers en zou diplomatiek te angstig zijn om flink door te pakken. Drie dagen voor het neerschieten van het toestel is er bovendien in Kiev tijdens een briefing van de Oekraïense autoriteiten gewaarschuwd voor raketten in het luchtruim boven het oosten van hun land. Op die cruciale informatie zou niet adequaat zijn gereageerd door Nederlandse diplomaten en de regering in Nederland. De ‘geheime Kiev-notulen’ spelen een rol in de aanklacht tegen de Nederlandse staat die advocatenkantoor Van der Goen indient namens de Stichting MH17, die tientallen nabestaanden van de ramp vertegenwoordigt. De trigger voor hen was de uitspraak van toenmalig minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) dat een van de slachtoffers was gevonden met een zuurstofmasker om. De troost dat hun dierbaren niet hadden geleden, werd met die uitspraak tenietgedaan. Advocaat Bob van der Goen wil er desgevraagd verder niet op ingaan, maar zegt wel dat Nederland niet degene is die het onderzoek had mogen leiden, omdat het partij is. De aanklacht is grove nalatigheid en onzorgvuldigheid bij het afwikkelen van de tragedie met het vliegtuig. Breed onder nabestaanden leven zorgen over de berechting. Gevreesd wordt dat het onderzoek valse hoop biedt. Het feit dat het allemaal lang duurt, voedt de wildste complottheorieën.
Ook in het parlement is het onderzoek kritisch gevolgd. Tweede-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma, buitenlandwoordvoerder voor de D66-fractie, en CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt stelden het afgelopen jaar de meeste vragen aan het kabinet in verband met het neerschieten van de MH17. Sjoerdsma’s vragen richten zich vooral op de schuldvraag en het voor de rechter brengen van de schuldigen, en op de informatie-uitwisseling tussen veiligheidsdiensten en de burgerluchtvaart. Sjoerdsma zegt desgevraagd dat het voor de nabestaanden belangrijk is dat er gerechtigheid komt, maar dat het internationaal een complex steekspel is. ‘Wereldwijd is de opinie dat wat er vorig jaar met de MH17 is gebeurd een grove schending is. Rusland heeft ermee ingestemd mee te zullen werken aan het berechten van de daders. Maar je ziet dat Rusland al begint terug te krabbelen. Ook bepaalt de Russische grondwet dat een uitleveringsverzoek niet altijd gehonoreerd hoeft te worden. Het is aan minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken om Rusland aan zijn woord te houden.’
Ook zegt Sjoerdsma dat het voor de vervolging belangrijk is dat het kabinet ervoor zorgt dat ze internationaal wordt gecoördineerd. ‘Want als een derde land zonder overleg tot vervolging overgaat, kan Nederland dezelfde persoon niet nog een keer vervolgen. Onlangs zei minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie zich daarvoor te zullen inzetten. Het is belangrijk dat de reikwijdte bij de vervolging van daders zo ruim mogelijk is. Dat gaat voorbij aan enkel degene die de raket heeft afgeschoten en ziet ook op verantwoordelijkheden hoger in de beslisboom.’
Sjoerdsma heeft zich het afgelopen jaar vooral verbaasd over de hardnekkigheid waarmee het kabinet weigerde iets te zeggen over de informatie die het had over de veiligheid in het luchtruim boven Oekraïne in juli vorig jaar. Het blijkt dat het kabinet wist dat er destijds al negentien vliegtuigen en helikopters waren neergeschoten. Die informatie werd niet gedeeld met de burgerluchtvaartmaatschappijen. Het kabinet vond dat ze die informatie uit de krant hadden kunnen halen.
‘Dat de toenmalige minister van Justitie, Ivo Opstelten, het zelfs een verantwoordelijkheid van de passagiers vond om te informeren welke route vliegtuigmaatschappijen vliegen, vond ik echt te idioot voor woorden’, zegt Sjoerdsma. ‘Je zult mij nooit horen zeggen dat het neerschieten van de MH17 voorkomen had kunnen worden. Maar ik vind dat er iets fout zit in het systeem als in het ene land burgerluchtvaartmaatschappijen wél veiligheidsinformatie krijgen van inlichtingendiensten en in ons land niet. Passagiers moeten erop kunnen rekenen dat elke luchtvaartmaatschappij beschikt over de best mogelijke risico-informatie, zodat het niet uitmaakt of je KLM vliegt of American Airlines. Dat is met het oog op Noord-Korea, Libië en dergelijke conflictgebieden een urgent probleem.’
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid zal in het najaar komen met het eindrapport. De woordvoerder zegt dat ‘het onderzoek wordt uitgevoerd op basis van de internationale voorschriften en werkwijzen in het ICAO-verdrag’. De International Civil Aviation Organization, opgericht in 1947, is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties die als doel heeft de principes en standaarden voor de internationale luchtvaart op te stellen ter verbetering van het luchtverkeer.
Met medewerking van Aukje van Roessel