
Moderne klassieker, niet spelend tussen Roodeschool en Sas van Gent of in de Gordel van Smaragd, maar in ‘De West’, dat meest veronachtzaamde deel van het Koninkrijk. Met Curaçao bovendien niet als decor, maar als locatie waarvan de historische, culturele, sociale omstandigheden het gedrag, streven en verlangen van de personages mede bepalen. En toch veel meer dan een sociologische blauwdruk of politiek pamflet, doordat Arion levensechte personages creëerde, die veel meer zijn dan marionetten van ideeën.
Arion was en is immers een strijdbaar man (in 2008 stuurde hij nog een koninklijke onderscheiding terug uit protest tegen de ‘rekolonisatie’ van de Antillen) en precies dat maakte zijn latere romans literair beduidend minder interessant. Het zou mij niet verbazen als hij gebrek aan waardering voor die boeken vooral op het conto schrijft van ‘witte’ bevooroordeeldheid, want bij Arion slaan zijn aperte gelijk inzake koloniaal verleden en nawerkingen, en zijn hartstochtelijk verzet tegen onrecht dat met ‘kleur’ van doen heeft, soms om in intellectuele en literaire zwakte.
Cindy Kerseborn, die eerder een film over de Surinaamse auteur Edgar Cairo maakte, portretteert nu Arion – deels door hem te interviewen, deels via analyses van persoon en werk door Curaçaose collegae en vrienden, deels middels een debat tussen Antilliaanse mannen over de man-vrouwverhouding in hun cultuur. Thematiek, die, mede via Arions poëzie, langzaam tot zwaartepunt van de film uitgroeit. En die extra dimensie krijgt door de centrale plaats die echtgenote Trudi Guda, Surinaams antropologe en zelf ook dichteres, inneemt. Natuurlijk komen kolonialisme, Papiamentu, taalpolitiek in de film aan bod. Maar de grootste hartstocht, zeker die van Kerseborn, lijkt te liggen bij ‘de vrouwen en de mannen’. Vandaar ook dat wat eigenaardige documentaire Fremdkörper van mannen rond een tafel die dat onderwerp behandelen. Wat, ondanks de genuttigde frisdrank, soms borrelpraat oplevert, maar ook een aantal verrassende uitspraken.
Bijvoorbeeld wanneer Eddy Martina, gepensioneerd arbeider, tussen de intellectuelen en kunstenaars stelt dat in zijn generatie ‘een echte man’ juist moest kunnen koken, wassen en strijken. Misschien wel omdat in zijn familie de lijfspreuk gold ‘een trouwe neger is een lelijke neger’ en er dus op meerdere plekken nageslacht was dat verzorging behoefde. Dat wordt door velen niet als moreel probleem gezien (hoewel de dubbele moraal die vrouwen geen vergelijkbare vrijheid gunt wordt afgewezen), maar wel in hoeverre je je verplichtingen tegenover álle kinderen waarmaakt. Uiteraard komt het gesprek op de rol die moeders spelen bij de opvoeding van zoontjes tot echte macho, daarmee hun eigen onderdrukking doorgevend aan jongere vrouwen.
Arion zelf is kritisch en zuinig over jonge mannen die volop praten over seks maar er niets van weten (waarmee iets anders bedoeld wordt dan ‘er aan doen’). Curieus soort kritiek op ‘de jeugd van tegenwoordig’. Al doet het gedicht De blanke negerinnen vermoeden dat Arion de vrouwelijke lust diepgaand heeft onderzocht en ‘begrepen’. Confronterend is de broosheid van zijn lichaam en de letterlijke afhankelijkheid van zijn vrouw, die het hart van deze kijker stal door humor, wijsheid en liefdevolle vergeving. Makkelijk had en heeft ze het nooit met hem, maar ‘never a dull moment’. Aangrijpend ook hoezeer het verongelukken van zijn moeder, toen hij vier was, zijn leven heeft bepaald en bepaalt. Die won als kind de Curaçaose opstelwedstrijd. En is nog altijd met haar zoon in gesprek.
Cindy Kerseborn, Frank Martinus Arion: De man, de vrouw, de poëzie, NTR, zaterdag 14 juni, Nederland 2, 16.05 uur. Herhaling vrijdag 20 juni, Nederland 2, 16.05 uur