
Drie kwartier duurt Zeal & Ardor, en daarna is het uithijgen, bijkomen. En opnieuw beginnen. Manuel Gagneux, het creatieve brein achter Zeal & Ardor, maakte al grote indruk met zijn eerste twee albums in 2017 en 2018. Originaliteit is een vrijwel onbereikbaar geworden kwaliteit in muziek en Gagneux bereikte dat toen hij zich probeerde voor te stellen hoe de spirituele slavenliederen hadden geklonken als ze ook een protest waren geweest tegen het opgelegde christendom van de onderdrukkers. Zo ontstond zijn combinatie van oude zwarte spirituals en metal, sterk beïnvloed door zowel het geluid als het gedachtegoed van de metalstromingen die putten uit het satanisme.
Gagneux nam beide elementen even serieus: zijn bandleden en hij zijn vocaal in staat tot bezwerende samenzang waarin de voorlopers van de blues doorklinken. Maar hij kan zelf ook krijsen alsof hij zojuist landde uit de hel en heeft een band geformeerd die binnen een vingerknip kan overschakelen naar de strakke geweldsmuur van metal. Het bleek met die eerste twee albums en de shows daaromheen goed voor een band die werkelijk ongezien en ongehoord was en die overal, waar Zeal & Ardor ook speelde, de vreemde eend in de bijt was die het publiek overdonderde. Eindelijk weer eens een band die nergens op leek.
Het vervolg op de twee albums was juist zeer nadrukkelijk geworteld in het hier en nu: de vlijmscherpe EP Wake of a Nation was in 2020 een rechtstreekse reactie op de moord op George Floyd en het racistische politiegeweld in de VS.
Op het nieuwe Zeal & Ardor-album overtreft hij zichzelf in ieder opzicht. De kans dat er dit jaar een meer overdonderend, ambitieus en compleet album in de hardste hoek van de muziek uitkomt is niet groot. Alles aan dit album klinkt alsof er ooit op zal worden teruggeblikt als een mijlpaal. Zeal & Ardor is snoeihard, want woede lijkt een zeer belangrijke drijfveer voor Gagneux, maar nooit zonder een groove. Het heeft een pantser van metaal maar een hart van blues en soul. Het grijpt terug naar de oudste muziektradities, maar gebruikt de productie en technieken van deze tijd ten volle – Bow is meer hiphop dan metal ooit was, zoals de hoes van het album een ode aan Run the Jewels lijkt. Onheilspellende nummers als I Caught You, Golden Liar en Run zijn thrillers van dik drie minuten; dat laatste nummer ís gewoon een achtervolging. Gagneux’ stem is werkelijk fenomenaal: sinds Mike Patton van Faith No More maakte geen enkele metalzanger zo’n even krachtige, soepele als warme indruk, en Patton kon niet terugvallen op de koortjes die Gagneux achter zich weet. Het instrumentale Emersion is een meesterproeve van de componist en arrangeur Gagneux: het is in drie minuten en 34 seconden afwisselend en soms tegelijk oorverdovend hard en bijna ontroerend dromerig. Alsof iemand Sigur Rós en Cradle of Filth samen in een studio opsloot.
Manuel Gagneux, zoon van een witte Zwitserse bioloog en een zwarte Amerikaanse jazzzangeres, heeft op zijn 33ste zijn meesterwerk afgeleverd.
Zeal & Ardor speelt op 18 mei in 013, Tilburg