Er zit iets obstinaats in de twee geschilderde zelfportretten van Ina van Zyl. Dat woord vind ik goed passen bij de onontkoombare strakheid waarmee de gezichten met hun loerende ogen terug kijken als je naar ze kijkt. Hoe komt dat? Het zijn twee waarnemingen van hetzelfde gezicht. Het ene dat Ina heet is in 2013 gemaakt. Aan de beheersing van de gelaatstrekken (die in een gezicht nooit helemaal stil zijn, altijd trilt er wel iets) kun je zien dat Ina van haar gezicht eerst foto’s heeft gemaakt. Het waren opnamen van haar gelaat – een waarneming van een bijzondere roerloosheid. Dat wil zeggen: zij maakte deze foto’s al op die manier, in deze strakke vormgeving, omdat ze kennelijk een bepaald portret al voor ogen had, een onbuigzaam portret waarin een gezicht tot gelaat wordt verstrakt of tot een masker van dat gezicht.

Over Cézanne is ooit opgemerkt dat hij in zijn blik zo geobsedeerd was door wat te zien was, met puur de vorm daarvan, dat hij met dezelfde intensiteit naar een paar appels of bloemen keek als naar zijn berg Sainte-Victoire. Alles werd gelijkelijk contour en volume. De waarneming was zo intens dat het lijkt, in Cézanne’s schilderijen, alsof hij de dingen dichtbij haalt om ze nog krachtiger vorm te geven. Zijn impressionistische tijdgenoten, Monet en Renoir, keken anders naar de dingen. Zij zagen rondom bijvoorbeeld een bepaald motief ook wat er verder nog in de tuin stond. Daarom zijn hun schilderijen darteler van coloriet. Zij lieten zich graag afleiden. Cézanne niet, Ina ook niet.

Het gezicht in Ina komt krachtig naar voren, met een zekere onverbiddelijkheid

In het portret van 2013, dat Ina heet, komt het gelaat ook zo dichtbij. De oorspronkelijke foto was een streng frontale opname van een strakgetrokken gezicht met de ogen opengesperd. De symmetrie in de gelaatstrekken is in de geschilderde versie zo versterkt dat het gelaat er zelfs stijf is gaan uitzien. Aan alle vier kanten wordt het gezicht zo nauw door de randen ingesloten dat het een onbeweeglijk gelaat wordt – ingeklemd en zonder atmosferische ruimte. Het licht komt van voren. Daardoor zijn de grote ogen zo wit en helder. Zo star is hun werking dat ze de rest van het gezicht (de strakke neus, de scherpe lippen) als het ware op slot zetten zodat ook het licht roerloos wordt. Net zo neutraal en koel is de grijsbruine kleurgeving. Door de effecten daarvan lijkt het gelaat nog meer een masker. Alleen al omdat het donkerder is geschilderd, in een licht vol zachte schaduw, ziet een jaar later het schilderij Gelaat er heel anders uit. Het is gemaakt met behulp van dezelfde foto’s maar hier heeft de schilder het gezicht rondom net iets meer ruimte gegeven. Anders dan in het strakke Ina lijkt in Gelaat het gezicht wat meer volume te hebben – een zachte rondheid zelfs. Het is boeiend om te zien hoe zelfs kleine verschillen in kleur en formulering schilderijen een totaal andere aanblik kunnen geven – onmiddellijk te zien eigenlijk maar nauwelijks te beschrijven. Denk bijvoorbeeld aan grijze lucht in vergelijking met grauwe lucht. In het woord grijs wordt een kleur beschreven en, in bijvoorbeeld zilvergrijs, ook een soort daglicht. Grauw daarentegen is voor mijn gevoel kleurloos. Het zijn dat soort fijnzinnigheden waar kunstenaars mee werken en waar ze mee schuiven – op zoek naar het onvoorstelbare.

Door de nauwe plaatsing van de kop in de lijst is, in Ina, net het bovenste gedeelte van haar voorhoofd (óók de haarinzet) afgesneden. Het effect daarvan zien we in het schilderij Gelaat, waar gezicht en voorhoofd in hun geheel zichtbaar zijn. Het licht is donker en schaduwrijk geschilderd waardoor alle verdere vormgeving in het gezicht gedempt is. De ogen zijn omfloerst, de wenkbrauwen zijn zacht evenals de neus, ook de lippen zijn zacht. Rond en onder de kin glijdt wat schaduw zodat ook die zacht is. Omdat er rondom het gezicht meer ruimte is gelaten (niet eens veel) lijkt het hoofd wat slanker en hoger en dus ook wat ronder. Het gezicht in Ina komt krachtig naar voren, met een zekere onverbiddelijkheid. Daarentegen lijkt Gelaat bijna het zelfportret van heel iemand anders. Maar op wie ze het meest lijken, doet er niet toe. Ze lijken echter onmiskenbaar op de andere schilderijen die wij van Ina van Zyl kennen.


PS. De twee zelfportretten zijn nog net te zien op Ina van Zyls tentoonsteling bij Galerie Onrust, Planciusstraat, Amsterdam


Beeld: (1) Ina van Zyl: Gelaat, 2014, 70 x 50 cm. (2) Ina, 2013, 70 x 50 cm (Beelden Jaring Lokhorst / Courtesy Galerie Onrust).