‘Toch even een vraag, gewoon even aan het panel… Een panelvraag.’ Eventjes leek het spannend te gaan worden, bij de maandelijkse boekenverkiezing bij De wereld draait door. Presentator Matthijs van Nieuwkerk wilde eindelijk wel eens weten wat wij allemaal wel willen weten: ‘Waarom is dít nu boek van de maand, en niet Pieter Steinz’ Made in Europe?’ Die kwam namelijk wel in het tip-rondje voorbij, en was dus als het ware ‘geshortlist’, maar won niet het felbegeerde DWDD-bestsellerduwtje.

Iedereen aan tafel begon te zuchten. Pfoe, dat is moeilijk… Jurylid Gerda Aukes ondernam wel een poging: in het bekroonde boek kon je je ‘echt verliezen’, het sprak zowel het hart als het hoofd aan. En daarna spraken de boekhandelaren toch maar weer snel inhoudelijk over het bekroonde boek. Ontsnapt. Begrijpelijk wel, want elke zendtijd voor boeken is welkom, en je merkt dat het viertal zo veel mogelijk inhoudelijks wil vertellen in die toebedeelde minuutjes, en liever geen seconde vermorst aan procedurele vraagjes. Toch blijf ik nieuwsgierig.

Het meest eerlijk was Ronnie Terpstra, die tussen neus en lippen door opmerkte: ‘Ja, en waarom wel of niet boek van de maand, dat is appels en peren hoor.’

Zo is het natuurlijk: Steinz versus Petterson is inderdaad appels met peren vergelijken. Dat is bij die maandelijkse tombola niet anders dan bij de Librisprijs of de Ako. Zo hoorde ik, maanden geleden alweer, na de laatste Ako-prijsuitreiking een hardnekkig gerucht dat zo mooi is dat ik het niet ben gaan doodchecken en het aan iedereen doorvertel die het wil horen: de ultieme beslissing voor die Ako-prijs zou gevallen zijn door een muntje op te werpen.

Kop of munt, lood om oud ijzer, appels en peren.

Na lang wikken en wegen en zware inhoudelijke debatten wijst een dobbelsteen het winnende boek aan

Eerst vond ik het hilarisch en ook wel ontluisterend, maar nu ik er wat langer over na heb kunnen denken, en de antwoorden op de DWDD-panelvraag zag, realiseer ik me dat loting zo’n belabberd systeem nog niet is.

Want hoe gaat het in zo’n jury als er níet geloot wordt? Onder de vijf of zes leden zijn er twee fanatieke pleitbezorgers voor bijvoorbeeld Joke van Leeuwen, twee die daar niet mee kunnen leven en per se iemand anders willen, bijvoorbeeld Ilja Pfeijffer, om maar even een fictief voorbeeld te geven. Dan blijkt iemand ineens enorme gewetensbezwaren te hebben tegen de mogelijke bekroning van deze auteur. Vervolgens besluit de jury om dan maar uit te wijken naar een lachende derde die er met de vijftigduizend euro en de eeuwige roem vandoor mag gaan. Zo gaat het soms, of misschien wel meestal, naar wat ik in het borrelcircuit zoal hoor. Degene waar het minste bezwaar tegen is, wint volgens die methode de grote klapper. Dat heeft uiteraard iets onbevredigends, omdat bijna niemand die uitverkorene echt overrompelend goed vindt. Het is de collectieve tweede keus.

Het opwerpen van een muntje lijkt oneerlijker, maar levert waarschijnlijk wel meer uitgesproken winnaars op. Ik zou het erg toejuichen wanneer een jury dat openlijk zou erkennen. Er is zelfs veel te zeggen voor een systeem waarbij je zes boeken nomineert en vervolgens, aan het diner zelf, live on national television, een dobbelsteen het salomonsoordeel laat vellen. Spannend voor de televisiekijker. En het zorgt er in één klap voor dat die televisiekijkende lezer de relativiteit van die prijs inziet, en begrijpt dat hij zich beter op de hele shortlist kan richten, en daar zelf iets uit mag kiezen. Heel langzaam kan het ‘lezen in de breedte’ dan weer terugkeren, waarbij het publiek zich niet langer massaal op die ene, uiterst toevallige winnaar stort.

Toen De wereld draait door net met dit boekenpanel begon, plakten uitgevers alleen op het uitverkoren boek een wervend stickertje met het DWDD-logo. Nu het verkoopeffect inmiddels evident is, en de uitverkiezing echt te vergelijken is met een literaire prijs, plakken ze dat op elk boek dat in dat programma genoemd wordt.

Mij lijkt dit tv-programma bij uitstek geschikt om het experiment aan te gaan: niet langer voorwenden dat het boek van de maand na lang wikken en wegen en zware inhoudelijke debatten gekozen is, maar aan het einde van het rondje genomineerden komt er een dobbelsteen of een hoge hoed met lootjes die het winnende boek aanwijst.

Wat ook kan: een cavia die klus laten klaren. Die moet dan door een parcours lopen, zoals dat in de jaren tachtig gebeurde in de Wie-Kent-Kwis. Dat geeft meteen wat extra rumoer dankzij de dierenwelzijnsorganisaties. Ik verheug me op zo’n loting, die de presentator aankondigt boven tromgeroffel: ‘Dames en heren, appels en peren…’