Een ui-uitzondering zelfs.
Is het omdat in vroeger dagen een ui eens heeft gezegd dat een beschaving die de ui niet kent geen echte beschaving is? (Ruimschoots uienapplaus.) Terwijl een anderstalige ui ‘L'ui fait la force!’ riep. Voor het geval iemand daarom verlegen zat.
Bloedworst met een puree van witte uien. Witte uien met een puree van bloedworst. Mijn ui, eigen en huilende ui in de keuken, was fel gekant tegen herhaling. Als ik mij goed herinner. Zoals organismen met een kort ofwel éénmalig leven eigen is. Omdat ik mij in een andere categorie waan gaan mijn hersenen al nodeloos repeterend, en soms zelfs van achteren af aan opnieuw beginnend, hun eigen gang. Ze weigeren of steigeren zonder dat ik daar iets over heb te zeggen. Zodat je af en toe een halt wordt toegeroepen dat niet in het boekje stond en je om de zoveel hoofdletters bijna de hals verzwikt over een al te spontaan verrijzend obstakel.
Terwijl ik toch niets anders van plan was dan een zo natuurgetrouw mogelijke rapportage te geven van wat mij overkwam. Wat mij gebeurde in de nabijheid van een huilende ui. Zo direct mogelijk, maar met inachtneming van de vormen die men aan de omgang met het leven verplicht is.
Ik ging ervan uit dat ik, mij als geen ander midden in de felle felheid van de periferie van het bestaan van een plompverloren ui bevindend, van de overdracht der zich daaromheen en duidelijk observeerbare onaangedikte werkelijkheid mijn geheime opdracht had weten te maken. Ik verwachtte zelfs…
Mijn vederlichte mijmering werd verbroken. Ik voelde de zachte druk van een geurige adem tegen mijn wang. Daar stond ik. Op de zeshoekige tegels. Behalve wanhopig gejank van het op hol geslagen alarm van een Karmann-Ghia uit de richting van het Rusland was het stil. Binnen en buiten het ziekenhuis.