Holly Hunter als Ada en Anna Paquin als Flora in The Piano © EYE

Ze arriveert in haar nieuwe thuis op het moment dat onweerswolken zich boven de zee samenpakken en de wind woeste golven voortstuwt die over het strand heen rollen. De Maori dragen haar op hun schouders in de vlakke branding, alsof ze hun nieuwe koningin is. Het is midden negentiende eeuw. Een kuststrook ergens in Nieuw-Zeeland. Ada McGrath zet voet aan wal. Ze heeft haar piano meegebracht. Die staat al in het zand, klaar om te worden bespeeld. Het is de stilte voor de storm.

Ze is uitgehuwelijkt aan een van de Schotse kolonisten, Alisdair Stewart, een gefrustreerde man van wie onduidelijk is wat zijn nut precies is, afgezien van hout hakken. Ze heeft haar kind van een jaar of tien bij zich, Flora. Die barst van de verbeelding. Ze vertelt verhalen, bijvoorbeeld over hoe Ada stom is geworden. Flora staat open voor alles, maar ook zij heeft uiteindelijk geen bescherming tegen de mysterieuze krachten van de natuur die loskomen door de aanwezigheid van haar moeder.

Het zien van deze film uit 1993, opnieuw in de bioscoop in een gerestaureerde versie, is een intense ervaring. De beroemde muziek klinkt gevaarlijk en onvoorspelbaar. De grens vervaagt tussen momenten waarop de personages Ada’s pianospel kunnen horen en die waarin precies dezelfde composities samen met montage en belichting dienen om vorm te geven aan de visuele vertelling. Zo balanceren we op twee kijkperspectieven: die van Ada en die van de kolonisten. Maar subtiel gaan we volledig op in de vrouw, totdat we volledig meekijken met een blik op de wereld die uiteindelijk helemaal van haar is.

Dat moment komt tegen het einde, als ze de man op wie ze verliefd is, de Schot Baines die als enige ingeburgerd is in de Maori-cultuur, laat weten: mijn hart is van jou. Ada staat in het oerwoud tot haar enkels in de modder, haar rug naar de camera gekeerd. Ze is gekleed in een zwarte jurk, haar gevlochten en hoog opgestoken in een vergeefse poging woeste lusten in te perken. Dan beweegt de camera langzaam naar voren en naar boven en gaat het beeld over in wat zij waarneemt: de geur van eeuwenoude bomen met permanent doorweekte schors en bast en takken met diepgroene bladeren. De scène is een moment van bevrijding, een inversie van eerder, toen Alisdair haar op de foto wilde zetten en we zijn oog door het diafragma van een camera zagen. Hij keek toen naar haar; hij begreep niets van dat beeld; hij is machteloos. Opeens kijken wij naar hem. Niet veel later volgt geweld. (Natuurlijk, dit is een oud verhaal, geschreven door Abel Tasman en James Cook.) Hij pakt een bijl. Hakt haar vingers eraf. ‘Ik moest je kortwieken, Ada.’

Holly Hunter speelt de rol van Ada, Sam Neill is Alisdair, Harvey Keitel is Baines. De muziek is van Michael Nyman. Regie: Jane Campion.

The Piano is nu te zien, onder meer in het kader van het programma Women Make Film, een alternatieve versie van de filmgeschiedenis, met vrouwen in de hoofdrol, tot 30 augustus in EYE