Of ik wat op de muur wilde schrijven. Ik kreeg drie zwarte stiften in m’n hand – ‘ze zijn eigenlijk alle drie op’ – en werd naar een hoek van de boekwinkel verwezen. De muur daar was al indrukwekkend vol. Ik zag bekende en onbekende namen, en leuke uitspraken. Ik wilde ook wat leuks bij mijn naam zetten, maar wat? Dat ik niet zonder boeken kon, zoiets, maar wiens wereldbeeld was ik dan aan het bevestigen? In ieder geval dat van de mensen die hier zoal binnen liepen. Ik zou iets onverwachts moeten schrijven op die muur, dat toch meteen doel zou treffen. Is dat niet altijd de bedoeling? Frapper toujours.
Ik had net een gesprek gevoerd voor het publiek hier verzameld, waar ik nog een beetje mee in mijn hoofd zat. Wat vrij neutraal geformuleerd is. Ik had niet helemaal de goeie dingen gezegd, maar dat denk ik bijna altijd. Ik had me vergist in jaartallen, maar ook dat is bij mij gewoon. Ik was het warmer en warmer gaan krijgen, maar hé, what’s new… Ik had m’n best gedaan om niet te zuchten, maar twijfelde of ik daar helemaal in geslaagd was. Als er uit het publiek een vraag kwam – ‘wanneer was dat dan?’ – had ik geprobeerd niet in angst te verstarren, maar m’n gezicht vrolijk en levendig te houden.
Een van de andere sprekers had voorgelezen uit een essay van Zora Neale Hurston, ‘Hoe het voelt om van kleur te zijn’. Ik gooi er even een kloppend jaartal in: dit essay werd gepubliceerd in 1928. ‘Op bepaalde momenten heb ik geen ras, dan ben ik mezelf’, schreef Hurston. ‘Wanneer ik mijn hoed op een bepaalde manier opzet en over Seventh Avenue slenter, voel ik me net zo’n snob als de leeuwen voor de 42nd Library. De kosmische Zora komt uit de coulissen.’ Eerder die dag had ik zitten kijken naar de Netflix-serie Sex Education. Mijn favoriete personage is Eric, gespeeld door Ncuti Gatwa. In de aflevering die ik net had gezien, doet hij na een onverwachte vrijage voorzichtige toenaderingspogingen tot de jongen die zich tot dan toe had voorgedaan als een totale bully. Ik voelde me er nogal belachelijk bij, maar ik merkte geëmotioneerd te raken. Wat vrij neutraal geformuleerd is. Het had te maken met de kosmische verschijning van Eric, gekleed in een soort pyjama of joggingpak geheel in geel-zwarte tijgerprint. Ik sluit niet uit dat het goud-zwart was. Hij was naar het huis van de andere jongen gefietst, in de hoop een glimp van hem op te vangen. Zoals hij daar stond, in zijn uitzinnige pak, naast zijn fiets, in ontzetting toe te kijken hoe zijn kersverse object van verlangen door een militair per auto werd afgevoerd naar het dril-instituut voor echte mannen, was eigenlijk ja, hartbrekend.
Ben je niet op zeker moment het highschooldrama ontgroeid? Of is het hart het enige orgaan dat niet met je meegroeit? Blijft het eeuwig in de middelbareschoolstand staan, waardoor redeloze verliefdheden altijd tot de mogelijkheid blijven behoren, net als gevoelens van onpeilbaar verraad?
De zwarte stiften in mijn hand mogen eigenlijk alle drie op zijn, ze veroorzaken wel inktvlekken in mijn handpalmen. En er staat nog niets op de muur. ‘Ik behoor tot geen ras, noch tot een tijdperk’, schreef Hurston. ‘Ik ben het eeuwig feminiene met haar parelketting.’ Te lang voor op een muur, misschien te ingewikkeld ook. Bovendien ben ik bang me iets van haar toe te eigenen, om precies te zijn haar kleur. Is het niet aan mij om te zeggen dat ik niet tot een ras behoor. ‘Gooi nooit oud brood weg’, schreef ik laatst ergens op, maar dat was in een ander verband. Zonder de juiste context ben je zomaar een praktische huisvrouw, in plaats van je kosmische zelf.
Inmiddels is er een fotograaf achter me komen staan, klaar om het moment vast te leggen dat ik wat op die muur zet. Ik zucht. Wat vrij neutraal geformuleerd is. ‘Don’t go too deep,’ zegt Eric in Sex Education. ‘Looks awkward.’
Morgen zal ik het resultaat op Instagram zien, of waarschijnlijk staat het er al op voor ik thuis ben. Ik ben benieuwd.