Pamela Phatsimo Sunstrum, Sleeper, 2018. Potlood en acryl op houtpaneel, 100 x 152 cm © Charlott Markus / Nest

‘Lazybones/ sleepin’ in the sun/ how you ’spect to get your day’s work done?/ You can’t get your day’s work done/ sleepin’ in the noon day sun.’ De luiwammes uit de populaire song uit 1933, met tekst van Johnny Mercer, ligt zijn tijd gruwelijk te verslapen, eerst in de middagzon en naarmate het lied (en de dag) vordert, in de schaduw. Voor wie de jazzy sound van het lied niet eerder hoorde: één keer luisteren is voldoende om je dagen bij te blijven, een constante herinnering aan die luiwammes bij alles wat je doet. Mercer appelleerde met zijn muziek aan het Zuiden van de Verenigde Staten en voor velen ging het als vanzelfsprekend over een zwarte luiwammes, die in de coupletten wordt verweten niet op tijd zijn maïsmeel af te hebben, geen cent te zullen verdienen.

Met de stem van kunstenaar Helen Cammock, Turner Prize-winnaar van 2019, klinkt het lied diep en zacht, als een voorzichtig slaapliedje. Haar film They Call It Idlewild is een mijmering over de aard van de mensheid waarbij geen mens in beeld komt. Terwijl de camera over het Britse landschap zweeft, stilstaat bij een huisje en inzoomt op een hoop stenen, verhaalt Cammock over de culturele en ideologische betekenis van rust, nietsdoen en luiheid. Ze haalt citaten aan van onder anderen Audre Lorde en Mary Oliver, verbindt het poëtische met het alledaagse, spreekt in een ritme dat de kijker meevoert. Ondertussen strooit ze met feiten die wakker en alert houden. Bijvoorbeeld over de witkruingors, die tijdens de trektocht wel zeven dagen wakker kan blijven, en hoe die zangvogel bestudeerd wordt door de autoriteiten met als doel de mens van zijn slaap te beroven. Cammock, met Jamaicaanse wortels, zingt dan Lazybones, ziet ook die zwarte man voor zich en wijst vervolgens de machthebber aan, van de plantage-eigenaar tot het Tory-parlementslid, die zelf ‘de trouwe luiwammes [is] die de slaaf nodig heeft, de contractarbeider, het kind in de Congo, de gehandicapte ouder, de projecten, sociale woningbouw, immigranten, alles om hun eigen luiheid te verbergen’.

Wat betekent het liggen voor een vrouw, voor een zwarte vrouw, in een kunstwerk?

Cammock is een van negen kunstenaars in een verrassende internationale mix die in kunstruimte Nest in Den Haag slaap, rust en luiheid als vorm van protest omarmen. Ze keren zich tegen de ‘slopende productiviteitscultuur’ en laten zien hoe nietsdoen een activiteit is om te bevechten, niet in de laatste plaats omdat daar vaak de kunst uit ontstaat. Een van hen, de Italiaan Danilo Correale, ondernam een poging om ‘vrije tijd’ als immaterieel erfgoed te laten opnemen door Unesco, zodat het beschermd kan worden. In Den Haag is van hem de video-installatie te zien waarin onder anderen een arts, een antropoloog, een filosoof en een feminist spreken over het nut en het belang van slaap. Gelukkig staan er twee bedden in de zaal voor wie de film van vier uur, waarin wolken van kleur traag in elkaar overlopen, als in een lavalamp, wil uitzien.

Slaap kent in de verbeelding een esthetische kant die in Nest volop aan bod komt, maar het meest beklijft de kunst die zich op de wakkere richt, en op de plekken waar waakzaamheid is geboden. Frida Orupabo is een kunstenaar en socioloog uit Noorwegen, met ook een achtergrond in Nigeria, die collages maakt waarvoor ze put uit een uitgebreid persoonlijk archief. Het zijn geen collages zoals bijvoorbeeld de avant-gardisten die maakten, geen ouderwets knip-en plakwerk, maar gewiekste constructies van veelal digitale beelden die Orupabo in analoge versie met elkaar verbindt. Meestal resulteert dat in mensfiguren, in vrouwenfiguren, waarvan de lichaamsdelen met subtiele punaises aan elkaar verbonden zijn. In Nest ligt zo’n samengestelde vrouw naakt op haar zij, een klassieke pose uit de kunstgeschiedenis, een reclining woman. Om haar heen liggen antieke brokstukken, over haar heen staat een krukje dat haar in de houding gevangen houdt. Ze kijkt ons recht aan, met een hoofd dat niet bij het lijf kan horen, en lijkt te zeggen: wat kijk je nu, en wat zie je? Wat betekent het liggen voor een vrouw, voor een zwarte vrouw in een kunstwerk?

De schilderijen van Pamela Phatsimo Sunstrum uit Zuid-Afrika, geboren in Botswana, sluiten daar bij aan. Sleeper is geïnspireerd op Femme couchée dormant (1899) van Félix Edouard Vallotton, een doek van een slapende vrouw met blosjes op haar wangen, uitgestrekt in een wirwar van patronen op kussens, dekens en behang. Bij Sunstrum, die wel tot het ‘afrofuturisme’ wordt gerekend, is het gezicht van de vrouw leeg gelaten, lijken de contouren van haar lichaam onder de lakens op een berglandschap en lopen de dekens uit in een sterrenhemel. Zij slaapt de slaap van de maan en de sterren, een kosmische slaap, en niemand die haar begluurt of beoordeelt – deze vrouw heeft alle tijd.

How Rest the Brave is t/m 27 maart te zien bij Nest in Den Haag; nestruimte.nl