PARIJS - ‘Ik wil één ding zeggen’, begint een timide jongen met een volle haarbos. ‘De politie moet weg. Die kost veel te veel geld in deze tijd van economische crisis.’ Hij krijgt applaus van de menigte Occupiers om hem heen. De gendarmerie heeft vijftien arrestatiebusjes gepositioneerd, aan beide kanten van het plein waar de ongeveer tweehonderd demonstranten zich hebben verzameld. ‘Wie wil het woord?’ vraagt een student communicatie met een microfoon in de hand. Hij staat midden in de cirkel Occupiers, die naar voorbeeld van de Franse Revolutie de Assemblée wordt genoemd, de Vergadering.
‘Tijdens de Franse Revolutie was er debat tussen de jacobijnen en de monarchisten. De jacobijnen, die naar voorbeeld van de Atheense stadstaat een participatieve democratie wilden stichten, moesten het uiteindelijk opgeven. Echte democratie is er nooit gekomen. De Franse Revolutie is nooit afgemaakt, Napoleon greep de macht’, legt Jonathan uit. Hij is 23 jaar oud en journalist te Parijs. ‘Democratie is nodig. We moeten het weer proberen, iedereen moet meedoen.’
De Franse Occupiers geloven net als hun evenknieën in New York, Brussel en Amsterdam in volkssoevereiniteit. Het land moet bestuurd worden door de burgers zelf; 99 procent van de mensen wordt niet gehoord in de publieke debatten en heeft geen kans om een verkiezing te winnen in de representatieve democratie.
Keek men in New York en Amsterdam nog raar op van de verzameling demonstranten, in Frankrijk zijn protesten aan de orde van de dag. In de dagen voor de bezetting van het Parijse zakencentrum La Défense hadden de linkse politieke partijen al een mars afgelegd door de Parijse straten, en dezelfde middag protesteerden vrouwen in roze T-shirts tegen huiselijk geweld. De Franse geschiedenis is dan ook een aaneenschakeling van revoluties. Na 1789 volgde 1830, toen de Bourbons voor een tweede keer werden verjaagd, 1848, waarin de constitutionele monarchie werd afgeschaft, en 1871, toen de communistische commune van Parijs het stokje overnam van keizer Napoleon III. Bij iedere revolutie kwam men een stapje dichter bij een democratische orde, maar iedere keer werden de nieuwe ideeën verzwakt overgenomen door de gevestigde elite. ‘Dat doen we niet meer’, is de boodschap van de Occupy-beweging. ‘Nu doen we het zelf wel.’ En zo begint de beweging met een tentenkamp op straat en mag iedereen in een vrij debat zeggen wat hij wil.
Een meisje met blonde krullen zegt dat het bezetten van Wall Street beter is dan het bezetten van Palestina. Een ander is boos dat Frankrijk na de ramp in Fukushima zijn kerncentrales niet sluit, en natuurlijk wordt de graaicultuur bij de banken ter discussie gesteld. Europa is te groot, een Occupier wil decentralisatie en de macht weer aan de regio’s geven. Bij iedere toespraak is applaus verzekerd, ongeacht wat gezegd wordt. Volgens de Occupiers is met het neoliberalisme van Reagan en Thatcher de ideologie verdwenen en het individualisme begonnen. De Occupiers willen eerst de vriendschap en gemeenschap terugbrengen, dan komt de ideologie vanzelf wel. Anders dan een geschreven sociaal programma is het praktiseren van de solidariteit zélf hun ideologie. Dat is het belangrijkste programmapunt. ‘Zonder Facebook was het niet gelukt, maar we moeten niet eenzaam op onze kamers zitten, we moeten de straat op om een gemeenschap te vormen.’
Een andere Franse revolutie vond plaats in 1968. Ook toen werd geprotesteerd tegen de hiërarchie van de oude orde, en ook toen werden de revolutionaire krachten gepareerd door het establishment. Aanstichter van de studentenopstand Daniel Cohn-Bendit pleitte voor democratische universiteiten. De universiteiten werden democratischer, maar al snel namen de vakbonden het stokje over en klassieke arbeidersdemonstraties volgden. Nog in mei 1968 sloot de vakbeweging met premier Georges Pompidou de akkoorden van Grenelle. De angel was uit de revolutie en zo werd ook deze revolutie gekaapt door de bestaande structuren. ‘Grenelle’ staat sindsdien voor het Franse poldermodel.
Cohn-Bendit zit nu voor de Groenen in het Europees Parlement. Zijn partij voert deze dagen uitzichtloze onderhandelingen met de socialistische presidentskandidaat François Hollande over linkse samenwerking bij de verkiezingen van 2012. Zal Hollande de Franse kerncentrales opgeven? Volgens velen is hij niet links genoeg en de idealen van zowel groenen als socialisten liggen verborgen onder een dikke laag compromissen. De partijdemocratie heeft afgedaan. Het echte debat kan alleen door vrije individuen worden gevoerd, en het voeren van een vrij debat is programmapunt nummer twee voor de Occupiers.

INTUSSEN VOEREN Franse filosofen het debat via hun oude vertrouwde kanaal: de opiniepagina van Le Monde. Historicus François Cusset, specialist op het gebied van de Franse protestcultuur aan de universiteit Paris-Nanterre, ziet dat de Franse Occupier geïnspireerd is door zijn grote broer Occupy Wall Street, door de Spaanse indignados en de Arabische lente. Deze bewegingen hebben in Frankrijk de mythe van de onmacht van het volk weer doen opleven. Mythe of niet, en of de Franse Occupiers nou een programma hebben om de economische crisis of het democratisch tekort op te lossen, volgens Cusset geven de Occupiers het voorbeeld van een nieuwe manier van samenleven. Dit is het begin van de oplossing van het aloude democratisch tekort.
Een week eerder schreef Dany-Robert Dufour, filosoof aan universiteit Paris VIII, dat de westerse samenleving niet lijdt aan individualisme, maar aan egoïsme. Het individu is in de westerse samenleving nog nooit tot zijn recht gekomen. Het fascisme deed het individu verdwijnen onder het juk van de autoritaire staat, het communisme legde in naam van het collectief het individu het zwijgen op, het ultra- en neoliberalisme brachten het individu vervolgens tot hebzucht. De ondergang van Dominique Strauss-Kahn, de chef van de belangrijkste monetaire instelling van onze tijd, is tekenend voor deze mentaliteit. Volgens Dufour moet er weer een nieuw westers filosofisch project komen, zodat het individu eindelijk zijn rechtmatige plaats kan opeisen.
Occupy La Défense wil een dergelijk project starten. Hiervoor roepen de demonstranten iedereen op zijn talenten te gebruiken. ‘Willen de mensen die goed zijn met ICT zich bij ons melden? Zij kunnen in de werkgroep ICT gaan zitten. Economen, er is ook een commissie economie!’ roept de student met de megafoon nu zelf. Een andere jongen neemt het woord, waarna de discussie gaat over het verschil tussen werkgroepen en commissies. Uit afkeer voor de bureaucratische termen vertrekt de helft van de demonstranten. De andere helft gaat in kringetjes zitten discussiëren. Kartonnen bordjes geven aan waar de economische of juridische commissie zich bevindt. Het gevaar dat ook de Occupy-beweging verandert in een organisatie als alle andere hangt in de lucht. Maar dan gaat de tamme sfeer over in spanning. Geschreeuw klinkt van de flank van het plein waar tientallen gendarmeries tegenover even zo veel demonstranten staan.
Iemand heeft de agenten van te dichtbij gefilmd. Als hij zijn camera weigert in te leveren verbieden de agenten hem het filmpje te publiceren. ‘We zullen je vinden aan de hand van je IP-adres’, zo klinkt het. Het meisje dat net nog voor Palestina pleitte, wordt boos en zegt dat dit ondemocratisch is. De agenten druipen af. ‘Vannacht zijn er wat indignés gewond geraakt’, zegt Jonathan. ‘Ze weigerden hun tentjes op te geven en werden er aan hun voeten uitgesleurd door de politie. Er vielen klappen. l'Esplanade de La Défense is kennelijk privé-bezit van de grote bedrijven. Daarom mag de politie ons wegsturen.’
Het weerhoudt Jonathan er niet van om vannacht te blijven. De Grande Arche is er nota bene door een socialistische president neergezet. Het is publieke ruimte. Dat de straten en pleinen van Parijs worden ingepikt door machtige bedrijven is juist iets waar de Occupiers tegen demonstreren. En zo weerklinkt nog een programmapunt van Occupy La Défense als de indignés zich opmaken voor weer een nacht in de buitenlucht.
Op de vierde dag van de bezetting is de groep Occupiers sterk uitgedund. Enkele tientallen indignés zitten koukleumend in een kring. Desnoods zullen ze in vochtige slaapzakken de nacht doorbrengen, zo lijkt het. Het kamp aan de voet van de Grande Arche begint een vertrouwd beeld te worden en behalve filosofen en een enkele brievenschrijvende krantenlezer voelen weinigen nog de noodzaak zich over de beweging uit te spreken. Franse politici hebben nog nauwelijks van zich laten horen. Het gerucht gaat dat een gemeenteraadslid van de Parijse voorstad Puteaux is langs geweest. Wie het precies was en wat hij er deed is onbekend. Zolang het niet geheel duidelijk is wie de leiders van de beweging zijn en een concreter programma ontbreekt, vermijden politici het onderwerp. In plaats daarvan laten ze zich in algemene termen uit over de economische crisis en het Griekse referendum.
Anthony Aly, woordvoerder van de Jonge Socialisten, ziet de indignés nuchter als een verschijnsel van de economische crisis. Het is begrijpelijk dat zolang de huidige politiek geen oplossingen biedt, de legitimiteit van de representatieve democratie in twijfel wordt getrokken. Desondanks moet het volk vertegenwoordigd blijven door parlementariërs, maar dit kan niet alleen door debatten te voeren in de Assemblée Nationale en de Senaat. Ze moeten de burgers blijven betrekken bij hun besluitvorming. Vooral nu door bezuinigingen de besluiten grote invloed hebben op de levens van burgers is dit belangrijk. De verontwaardiging van Europese regeringsleiders over het voorgestelde Griekse referendum over het Europese reddingsplan past daar niet bij. Het houden van zo'n referendum was en is een goed recht van de Grieken.
Dat vindt ook François Bayrou; de katholieke boerenzoon en leider van de middenpartij Mouvement Démocrate zei dat hij zelf liever geen referendum had gezien. ‘Maar als de Grieken een referendum willen dan getuigt het van lompheid tegenover het volk wanneer de Europese regeringsleiders druk uitoefenen om het referendum te stoppen’, aldus de presidentskandidaat op de Franse tv-zender Public Sénat. Bayrou blijft in de peilingen overigens steken op een kleine acht procent en wordt ondergesneeuwd in de strijd tussen Sarkozy versus Hollande.
Een goed voorbeeld van hoe de Franse socialisten de burgers bij hun besluitvorming willen betrekken zijn de zogeheten primaires citoyennes. Bij de voorverkiezingen voor een socialistische presidentskandidaat mocht iedereen die een links manifest ondertekende en een bedrag van een euro betaalde, stemmen. Zo betrokken de socialisten ook mensen van buiten de partij bij hun besluitvorming. Met een opkomst van tweeënhalf miljoen kiezers is het een succes.
Het succes is zo groot dat in Nederland Hans Spekman het plan heeft geadopteerd als belangrijkste programmapunt in zijn strijd om het PVDA-voorzitterschap. Hij staat hier niet alleen in. ‘Het plan wekt verbazing, maar gezien het grote aantal mensen dat in Frankrijk betrokken raakte bij de partij ga ik ervan uit dat de PVDA met een dergelijke voorverkiezing uit het dal kan komen’, zei Rick Jonker, voorzitter van de Jonge Socialisten, afgelopen maandag.
Hier en daar zijn de ideeën van de Occupiers dus terug te zien. Maar volgens de indignés is het niet genoeg. Zij gaan door met de bezetting van La Défense. Nu de nacht is gevallen en de regen aanhoudt uiten de Occupiers hun zorgen. Op de officiële Facebook-pagina Occupons la Défense wordt de vrees geuit dat de politie het kamp zal ontruimen zodra de werknemers van het zakencentrum naar huis zijn. Versterking is nodig en ook wordt er gevraagd om paraplu’s, kranten om als deken te gebruiken, slaapzakken en warme kleren. Koffie en thee zijn ook welkom, aldus de onbekende redacteur van de Facebook-pagina. Het is voor het eerst echt koud in Parijs en Occupons la Défense is een flinke slag toegebracht.