Hans Croiset als Oude Man/Koor/Verteller in Oresteia © Sanne Peper

Deze toneelteksten van de enige bewaarde tragedietrilogie uit de klassieke Oudheid zijn het oerbos van het westerse theater. De moederwraak op de stamoudste voor het kindoffer van Ifigeneia, tien jaar terug. De zoon die met bloedend hart zijn moeder doodt om de vadermoord te wreken. De poging om de wraaklijn ergens te doen stoppen. Die drieslag klinkt in de versie van Ted Hughes meteen vanaf het begin anders. Vertrouwd uit de oude vertalingen waren de woorden van de wachter op de muur: ‘De goden vraag ik om verlossing van deze zware last/ van wachten een jaar lang.’ Hans Croiset neemt nu plaats op een hoek van het golvende decor: ‘Ik ben de man om dit verhaal te vertellen/ Ouderdom neemt alles weg/ en het oog/ dat op het graf is gericht/ ziet scherp de kern van de dingen.’

Twee camera’s registreren zijn adelaarsblik. In het permanent draaiend heuvellandschap blijven hij en zijn medespelers donkere vlekken in een zee van oker. Het hele begrip ‘mise-en-scène’ wordt hier radicaal op z’n kop gezet. In het totaalbeeld zijn de protagonisten klein, als vliegen voor de goden. Hun scherp geëtste gelaatsuitdrukkingen op de schermen vertellen het verhaal. Over de generaal en zijn concubine die terugkeren uit de oorlog. Over de koningin en haar minnaar die de thuiskomers afslachten. Over de naamgever van de trilogie Orestes, die met zijn zus Elektra de moeder in de doodsval drijft. Almaar die ijselijke kreten uit de diepten van het toneelhol. Vervolgens is het aan Pallas Athene om te zien of een rechtbank de bloedwraak ooit kan uitdrijven.

Ik schrijf het niet vaak maar nu mag het: werkelijk alles is goed aan deze voorstelling door Het Nationale Theater in Den Haag. Meteen al die superieure en meesterlijke vertelkracht van Hans Croiset, met daarna zijn vileine uithalen vanuit het koor (met de sterke Barbara Pouwels aan zijn zijde). Het soevereine evenwicht tussen woede, schrik en doodsangst waarmee Anniek Pheifer in haar vertolking van Klytaimnestra een gietijzeren bodem legt onder de complete vertelling. Grandioos hoe Bram Suijker Orestes’ wanhoop (waarom ik? waarom nu?) en Hannah Hoekstra Elektra’s paradoxale ijskoude warmte onder controle houden en uitschreeuwen tegelijk. ‘Zeus, kijk, kijk naar ons/ Zie wat ontbering/ heeft gedaan met de hulpeloze/ krachteloze jonge vogels/ Als u ons nu laat omkomen/ hoe moeten mensen dan/ uw tekens in de hemel lezen/ Roei deze kwaadaardige monarchie uit/ Redt dit huis/ Til onze stam/ weer op na zijn val.’

Regisseur Theu Boermans en zijn team hebben de klankrijkdom in de taal van Aischylos/Hughes zo beheerst in een vorm gegoten dat de zeggingskracht zonder opsmuk overeind blijft. Anders gezegd: je hoort ieder moment waarom en waardoor dit een belangrijke tekst is. Hier past voor alle makers en betrokkenen een respectvolle buiging.

Oresteia door Het Nationale Theater, nog t/m 4 juni onder meer in Tilburg, Apeldoorn, Utrecht, Groningen en Den Haag.