Bogotá – Kunstenaar Christo zou er met genoegen naar hebben gekeken: de ingepakte gebouwen rond het Plaza Bolívar in het centrum van Bogotá. Zelfs het standbeeld van de naamgever van het plein was in witte doeken verpakt. Alleen de lama’s voor de toeristen en de duiven hadden kunnen ontsnappen aan de inpakactiviteiten van de lokale autoriteiten. Met kunst had het trouwens niets te maken. Wel met angst voor demonstraties en rellen, voor vernielingen en verfbommen.
De Dag van de Arbeid is in Colombia een vrije dag die vooral in Bogotá wordt gevierd met kilometerslange manifestaties. Dit jaar hadden die een speciaal karakter, want er werd een belangrijke datum herdacht: op 28 april was het een jaar geleden dat er op tal van plaatsen in het land stakingen en gewelddadige protesten tegen de regering van president Duque uitbraken die volgens officiële gegevens aan een kleine honderd mensen het leven kostten. Echte oplossingen kwamen er niet, de spanningen zijn gebleven. En die zullen de komende weken alleen maar toenemen, zeker tot de eerste ronde van de presidentsverkiezingen op 29 mei.
In de peilingen gaat Gustavo Petro op kop. Links, populistisch, provocerend – Petro is het allemaal. Zijn tegenstanders, onder wie de nog altijd populaire oud-president Álvaro Uribe, waarschuwen: met Petro doet het castrochavismo zijn intrede in Colombia en wordt het land een tweede Cuba of Venezuela. De katholieke kerk en de evangelische kerkgenootschappen gaan graag mee in dit verhaal.
Petro is niet alleen oud-burgemeester van Bogotá, maar ook ex-guerrillero. En juist dit laatste is voor veel Colombianen een reden om absoluut niet op hem te stemmen. Bioloog Cristián Romero is duidelijk: hij wil net als veel andere Colombianen een verandering, een regering die zorgt voor meer inclusión, maar hij zal nooit stemmen op Petro, uit respect voor zijn familie, die in het verleden het geweld van de guerrilla aan den lijve heeft ondervonden.
De eerste ronde van de verkiezingen zal vermoedelijk geen winnaar opleveren. Zoals het er nu naar uitziet moet Petro het in een tweede ronde opnemen tegen Federico Gutiérrez, oud-burgemeester van Medellín. Als man van het politieke midden roept hij beduidend minder weerstand op dan Petro en maakt hij grote kans de inwoner van het Casa de Nariño te worden.